Het Grieks (Ελληvικά) is een talenfamilie van de Indo-Europese talen. Het werd door de Achaeërs naar Griekenland gebracht rond 1900 voor Christus. In eerste instantie waren er verschillende gesproken dialecten, met als belangrijkste groepen: Ionisch-Attisch, Dorisch en Eolisch Grieks.
Het oude Griekenland (Oudgrieks: Ἑλλάς; Latijn: Græcia) was een cultuurregio op het Balkanschiereiland en op de eilanden in de Egeïsche Zee, waaraan sinds 3000 v. Chr. rijke hoogstaande culturen voorafgingen, zoals de Minoïsche en de Myceense beschaving.
De eerst bekende opgetekende Griekse verhalen over het ontstaan van hemel en aarde komen voor in de 8e eeuw v. Chr. en zijn geschreven door Hesiodos. De Griekse mythen en sagen zijn verzameld en doorgegeven door Homerus, die leefde in de 8e of 9e eeuw v.
Eén van de misverstanden die er over de oudheid bestaan, is dat mensen in de Griekse en de Romeinse wereld niet ouder konden worden dan pakweg 30 à 40 jaar, wat volgens veel geschiedenisboekjes de gemiddelde levensverwachting was.
De Griekse taal wordt geschreven in het Griekse alfabet (Nieuwgrieks: Ελληνικό αλφάβητο, ellinikó alfávito). Dit alfabet is in de oudheid (rond de 9e eeuw v.Chr.) ontwikkeld uit het Fenicische alfabet en bestaat uit 24 letters. Het wordt nog steeds gebruikt in Griekenland en Cyprus.
De fi, of phi, (hoofdletter Φ, kleine letter φ of ϕ, Oudgrieks: φῖ) is de 21e letter van het Griekse alfabet.
Er wordt aangenomen dat de gemiddelde leeftijd van de middeleeuwse mens rond de 35 jaar lag. Dat leidt vaak ook tot het idee dat je als je begin dertig was, al erg 'oud' was en het einde van je leven al in zicht kwam. Dit is echter niet helemaal waar.
Elders in Nederland lag de gemiddelde sterfteleeftijd namelijk vier tot acht jaar hoger. De onderzochte mannen uit de zeventiende en achttiende eeuw werden gemiddeld iets ouder, namelijk 43 jaar, al stierf het merendeel van deze mannen ook in deze periode vóór het 29ste levensjaar.
Het duurde van 3000 voor Christus tot 500 na Christus. In dit tijdvak behandelen we de tijd van de Grieken, die gevolgd werd door de tijd van de Romeinen. Deze periode duurde van 3000 voor Christus tot 500 na Christus. Deze periode noemen we de Oudheid.
Losbandige oppergod
Zeus was de machtigste god van het oude Griekenland. Veel van de Griekse stadstaten werden democratisch bestuurd, maar er was geen democratie op de Olympus, waar Zeus als koning over de Griekse goden heerste.
Tijdens de afwezigheid van haar man, vertrok Helena op een dag met Paris, de zoon van de laatste Trojaanse koning: Priamus. Toen deze Paris de godin Aphrodite eerder tijdens de bekende twist om de appel als mooiste godin had verkozen, had zij hem als dank de mooiste vrouw ter wereld beloofd.
Thor gold namelijk ook als de sterkste vechter onder de goden, die Asgaard beschermde tegen de aanvallende reuzen. Deze god was vrij populair onder de Germanen en Vikingen.
Ze noemen hun land Ελλάδα (Ellada) en officieel ook wel Ελλάς (Ellas of Hellas). Het zijn de Romeinen die de naam Griekenland (Graecia) hebben bedacht, waarmee ze het zuiden van Italië bedoelden waar toen ook Grieks werd gesproken. Later werd Graecia meer een naam voor Griekenland zelf.
In de vruchtbare sikkel, waar ongeveer 10.000 jaar geleden de landbouw werd uitgevonden, ontstond de Sumerische beschaving (ca. 4500 v. Chr.). Deze wordt als de eerste beschaving ter wereld gezien.
De Grieken zijn een Indo-Europees volk dat in het tweede millennium v. Chr. vanuit Midden-Europa naar het Helleense schiereiland trok. In verschillende migratiegolven bezetten de Myceners, Ioniërs en Doriërs, deze streek waarbij ze de oorspronkelijke bevolking gedeeltelijk opnamen in hun stammen.
In de prehistorie gingen mensen schrikbarend vroeg dood. Tot ongeveer 30.000 jaar terug. Toen werd vermoedelijk een deel van de mensheid vijftig jaar oud en was er zelfs een groep die de tachtig of negentig haalde. Hoe de mensheid die sprong vooruit maakte, is nog niet helemaal duidelijk.
Naast brood en pap aten mensen in de middeleeuwen veel bonen en peulvruchten. Van melk maakten ze de 'luxeproducten' boter en kaas. Om eten langer te bewaren, werd het gedroogd, gerookt, gezouten, gezoet, bewaard onder vet of werd er zuur en zwavel aan toegevoegd.
Nederland doet het overigens niet slecht. Ons land komt op een 19de plaats (van de 137 onderzochte landen) met een gemiddelde levensverwachting van 81,7 jaar. Net vóór het Verenigd Koninkrijk (20ste plek). Helemaal onderaan de lijst komt Swaziland, hier worden de mensen gemiddeld slechts 48,9.
De levensverwachting stijgt van 81,5 jaar in 2015 naar bijna 86 jaar in 2040. De kans om heel oud te worden neemt flink toe. Het aantal mensen van 100 jaar en ouder zal tussen nu en 2040 bijna verviervoudigen.
Er zijn 2 618 874 mensen van 65 tot 80 jaar, en 838 661 80-plussers. Vrouwen worden gemiddeld ouder dan mannen, in de hoogste leeftijdsgroepen zijn ze dan ook oververtegenwoordigd. Zo zijn er 93 943 vrouwen en 37 786 mannen van 90 jaar of ouder.
De zèta of dzèta (kapitaal Ζ, onderkast ζ, Oudgrieks ζῆτα, Nieuwgrieks ζήτα) is de zesde letter van het Griekse alfabet. De zèta werd in het Oudgrieks uitgesproken als /zd/, zoals in misdienaar, of /dz/, zoals in broodzak. De uitspraak is in het Nieuwgrieks steeds als /z/. ζ' is het Griekse cijfer voor 7, ζ voor 7000.
Een Spiritus lenis geeft aan dat er een zachte 'h' wordt uitgesproken. Deze is echter praktisch niet hoorbaar. De Spiritus asper geeft aan dat er een duidelijk hoorbare 'h' aan het begin van het woord wordt uitgesproken. De jota subscriptum is een jota die alleen voorkomt na de lange klinkers α, η, ω.
In de wiskunde is de hoofdletter Σ het sommatieteken: het symbool voor een som van gelijksoortige termen. De kleine letter σ geeft vaak aan dat een bekend "eindig" begrip wordt veralgemeend of versterkt tot een aftelbaar oneindige variant van dat begrip.