Nociceptieve pijn ontstaat door schade aan weefsel, bijvoorbeeld bij een wond of ontsteking. Deze pijn noemen we ook wel weefselpijn. Bij schade aan het weefsel komen er stoffen vrij die kleine nociceptoren (pijnzenuwvezels) prikkelen. Deze pijnzenuwvezels geven een sein aan de hersenen waardoor we pijn ervaren.
Deze receptoren zijn betrokken bij pijn veroorzaakt door angina, migraine, kanker en spierblessures. Nociceptoren zijn gelegen in huid, slijmvlies, of interne organen zoals spieren, ingewanden, gewrichten e.d. De cellichamen van deze receptoren bevinden zich in het ruggenmerg (dorsale grensstreng ganglioncellen).
Acute pijn
Er bestaat meestal een duidelijke relatie tussen de schade en de pijn. Het waarnemen van (dreigende) schade noemt men nociceptie. U voelt dan nociceptieve pijn, welke over het algemeen vaak scherp is met een duidelijk afgebakend gebied en afneemt naarmate de tijd verstrijkt.
Pijn door weefselschade (nociceptieve pijn): bijvoorbeeld door een schaafwond of een verzwikte enkel. Zenuwpijn (neuropatische pijn): bijvoorbeeld door een beschadigde zenuw na een diepe snijwond of zenuwschade door suikerziekte.
Behandeling van nociceptieve pijn. Nociceptieve pijn kun je verminderen of laten verdwijnen door het innemen van pijnstillers als paracetemol of ibuprofen. Tijdens of na een operatie kun je opioïde pijnstillers toegediend krijgen. Dit zijn pijnstillers die matig tot zeer sterk werken tegen pijn.
Bij acute nociceptieve pijn
Paracetamol is in adequate dosering de pijnstiller van eerste keus. Begin bij lokale spier- of gewrichtspijn eventueel met een cutane NSAID, en combineer deze eventueel met paracetamol.
Nociceptieve pijn is het gevolg van beschadiging van een lichaamsdeel. Bij deze weefselschade komen er stoffen vrij die pijnsensoren, de nociceptoren geheten, opvangen. Deze sensoren sturen pijnsignalen (via perifere zenuwen en het ruggenmerg) naar de hersenen. Nociceptieve pijn is geen diagnose op zich.
Nociplastische pijn is pijn die ontstaat door een veranderde nociceptie waardoor er ondanks afwezigheid van werkelijke of dreigende weefselschade toch perifere nociceptors worden geactiveerd.
Er bestaan verschillende soorten lichamelijke (somatische) weefselpijn (nociceptieve pijn), zoals: Hoofdpijn. Rugpijn. Buikpijn.
Pijn kan allerlei oorzaken hebben, zoals een beschadiging, ontsteking, zwelling, beknelling of verstopping. Ook bijvoorbeeld zuurstoftekort, overbelasting en spanning kunnen pijn veroorzaken. Bij sommige aandoeningen is niet duidelijk hoe de pijn ontstaat.
Wanneer je ergens in je lichaam iets voelt, gaat er eerst een signaal van de plek waar het gebeurt, vanaf de zenuwuiteinden, via je ruggenmerg naar je hersenen. Voor pijn heeft je lichaam speciale sensoren in de zenuwuiteinden.
Als je een pijnprikkel voelt, voel je deze met de sensorische zenuwen. Deze sturen dan een signalen door naar de hersenen. De hersenen sturen dan signalen terug naar de spieren om te bewegen (bijvoorbeeld je hand wegtrekken van een kokende waterketel). Pijn begint dus bij de zenuwen.
De activatie van nociceptoren wordt opgewekt door fysische factoren (zoals warmte, kou, rek, druk) en/of chemische factoren (stoffen die vrijkomen bij weefselschade: de zogenaamde ontstekingsmediatoren zoals o.a. prostaglandine, histamine, bradykinine, cytokinen en serotonine).
Neuropathische pijn wordt vaak omschreven als gloeiend of brandend, als het prikken van honderden naaldjes, als mieren die rondkruipen of als elektrische scheuten.
De zenuwen worden geprikkeld en geven een signaal af. Als de pijn zich ontwikkeld tot chronische pijn, dan verdwijnt de signaalfunctie en kan de zenuw continu pijnsignalen afgeven of is deze gevoeliger geworden. Als de zenuw gevoeliger is geworden (dus sneller reageert op prikkels), spreken we van sensitisatie.
Het model van Loeser
- De eerste cirkel = de (dreigende) verwonding waarin pijnprikkels omgezet worden in zenuwsignalen. - De tweede cirkel = de gewaarwording van pijn. - De derde cirkel = de pijnbeleving. - De vierde cirkel = het pijngedrag.
Voor angststoornissen is er minder onderzoek verricht, maar ook angst lijkt een negatieve invloed op het beloop van pijnklachten en verschillende chronische ziekten te hebben. een depressie of een angststoornis een sterke relatie heeft met het hebben van pijn, onafhankelijk van de precieze locatie van de pijn.
Nociceptieve pijn is de meest voorkomende soort pijn. Deze ontstaat door (snij)wonden, druk, verbranding en ontsteking. Deze pijn ontstaat door prikkeling van de huidreceptoren of nociceptoren.
Neuropatische pijn wordt altijd veroorzaakt door een beschadiging van een zenuw. Dit kan een enkele zenuw zijn, maar ook meerdere zenuwen. Of de pijn komt vanuit de hersenen of het ruggenmerg. Daarnaast kan een zenuw beklemd raken of door een infectie een pijnlijke sensatie geven.
Neuropathische pijn is bijna altijd een chronische aandoening, de pijn kan weken tot maanden of jaren aanhouden en is soms zelf blijvend. Neuropathische pijn is vaak moeilijk te behandelen.
Vroeger dachten we dat mensen met langdurige pijnklachten langzaam gingen wennen aan de pijn. Het idee was dat de pijngrens van deze mensen steeds hoger kon worden. Maar bij de meeste mensen is dit juist precies andersom. Als pijn langdurig is (>3 maanden), kan het pijnsysteem steeds gevoeliger worden.
Hieruit bleek dat bij een pijnlijke ervaring, die minder hard aankomt dan verwacht, de hersengebieden geactiveerd worden die betrokken zijn bij opluchting en plezier. De proefpersonen ervaarden dus deels een gevoel van opluchting en plezier, groter dan het gevoel van pijn.
Soms kiest de neuroloog ervoor om de zenuw te (laten) blokkeren door een injectie met een verdovingsmiddel in combinatie met een ontstekingsremmer vlakbij de zenuw. Langdurige zenuwpijn wordt tegenwoordig ook behandeld met elektrische zenuw- of ruggenmergstimulatie.
Door afleiding, beweging en (sociale) activiteiten is er kans dat je je beter voelt en minder last van de pijn hebt. Samen met je huisarts kun je een plan maken hoe je actief kunt blijven ondanks de pijn. Ook een fysiotherapeut of psycholoog kan je hierbij helpen.