Het ontstaan van hoogbegaafdheid zit hem voor een deel in de genen en voor een ander deel in de opvoeding en het onderwijs (zie ook bij het kopje wat is hoogbegaafdheid). Daarbij is het opvallend dat de invloed van erfelijkheid toeneemt met de leeftijd. De positieve en negatieve kenmerken van hoogbegaafdheid.
Hoogbegaafdheid is een gevolg van één of meer aangeboren bekwaamheden of potenties en interactie met de omgeving. Hoogbegaafdheid bestaat ook door verworven of geleerde en gestimuleerde vaardigheden. Wat aangeboren is moet zich kunnen ontwikkelen en gestimuleerd worden.
Kan uitzonderlijke begaafdheid verdwijnen? Nee. Uitzonderlijk begaafde kinderen groeien op tot uitzonderlijk begaafde volwassenen (zoals hoogbegaafde kinderen dat ook doen overigens). Maar op weg naar volwassenheid kan de hoogbegaafdheid zich “verstoppen”.
Veel mensen zien het als een manier om hun hoogbegaafdheid te kunnen bewijzen. Misschien voelt het alsof je dan pas mag vinden en zeggen dat je hoogbegaafd bent. Maar hoogbegaafdheid komt niet altijd naar voren in een IQ-test. Sommige hoogbegaafden scoren zelfs laag op een IQ-test, ook al hebben ze een hoog IQ.
Heel wat hoogbegaafden groeien snel uit hun baan en dan slaat de verveling en onderprikkeling toe. Ze worden lange tijd niet meer uitgedaagd en krijgen last van chronische verveling, demotivatie en soms depressie. Onder je niveau functioneren is lastig, zeker als je hoogbegaafd bent.
Hoogbegaafdheid is voor een groot deel erfelijk, maar ook ouders die niet hoogbegaafd zijn, hebben hoogbegaafde kinderen. Ongeveer 2,5 procent van de bevolking is hoogbegaafd. In Nederland komt dat neer op ongeveer 430.000 hoogbegaafde mensen. Hoogbegaafdheid kan worden vastgesteld met behulp van een IQ-test.
Bij hoogbegaafde kinderen houdt dit langer aan, want ze zijn vaak ontzettend nieuwsgierig en willen het liefst de hele dag nieuwe dingen uittesten. Je kind heeft dan ook een brede interesses en vindt zowel auto's, als vulkanen, als …. ga zo maar door, het einde.
Hoogbegaafdheid: de nadelen
Je verveelt je snel als je in een groep zit die langzamer denkt en leert dan jij. Mensen begrijpen je gedachtensprongen en gevoel voor humor vaak niet. Soms voel je je daardoor eenzaam en 'anders' dan je klasgenoten. Je kunt problemen krijgen in het maken van contact met anderen.
Maar ook als ze van elkaar niet weten hoe intelligent ze zijn, kunnen ze elkaar herkennen, worden ze tot elkaar aangetrokken. Ze stralen iets uit, een energie die herkend wordt. Er moet dus meer zijn dan alleen intelligentie dat een rol speelt in het kunnen herkennen van hoogbegaafden.
Natuurlijk zijn daarbij uitzonderingen, maar over het algemeen heeft een kind op het VWO bijvoorbeeld een gemiddeld IQ van minimaal 116. Voor een leerling op het Havo is het gemiddeld IQ minimaal 107.
Hoogbegaafden denken snel.
Om snel te kunnen denken, moet je in beelden denken (32 beelden per seconde) in plaats van in taal (2 woorden per seconde). Alleen door het in beelden denken, heb je snel overzicht, kun je gehelen overzien, ontdek je verbanden en kom je tot een passende, soms originele oplossing.
Naast de hoge intelligentie (IQ van 130+) is bij hoogbegaafdheid ook sprake van creativiteit, doorzettingsvermogen en motivatie. Wanneer deze motivatie en creativiteit (in creatieve manieren van denken) niet zichtbaar zijn en er “alleen sprake is van uitzonderlijke intelligentie” spreken we over hoogintelligent.
Een gemiddeld intelligentieniveau ligt tussen de 90 en 110. Bij een IQ tot 120 spreekt men van een bovengemiddeld intelligentieniveau en bij een IQ tot 130, spreekt men van een begaafd intelligentieniveau. Een hoogbegaafd kind heeft een IQ dat hoger is dan 130.
De grootste groep kinderen met een hoog IQ heeft ouders die zelf dichter bij het gemiddelde (IQ=100) zitten. De kans dat een ouder zelf een hoog IQ heeft, hangt wel af van de hoogte van het IQ van het kind: hoe hoger het IQ van een kind, hoe groter de kans dat de ouders een IQ boven 130 hebben.
Genen die zowel de structuur als het functioneren van het brein beïnvloedden, vormen een verklaring voor de gemeten IQ-verschillen. Posthuma zegt in haar proefschrift dat verschillen in IQ voor wel tachtig tot negentig procent aan erfelijke factoren liggen.
De meest eenvoudige manier om hoogbegaafdheid te testen is middels het meten van het IQ. Dit kan gedaan worden door een IQ test te maken. Uit een IQ test komt een IQ score naar voren. Op het moment dat de IQ score hoger dan 130 is, kunnen we spreken van hoogbegaafdheid.
Hoogbegaafde kinderen trekken vaak naar oudere kinderen met ongeveer hetzelfde intellectueel niveau. Perfectionisme: Hoogbegaafde kinderen zijn vaak perfectionistisch en leggen de lat voor zichzelf, vooral op academisch gebied, hoog. Dat kan leiden tot faalangst.
Hoogbegaafd kind heeft veel te leren
Het gaat erom dat sommige kinderen duidelijk iets anders nodig hebben dan ze krijgen in het reguliere onderwijs. Als leerkrachten dat gaan herkennen, kunnen ze deze kinderen uitdagen op een manier die bij ze past: door ze op een snelle of meer complexe manier lesstof aan te bieden.
We noemen iemand hoogbegaafd bij een IQ van 130 of hoger. Bij kinderen van 0 tot 4 jaar noemen we het vaak nog een voorsprong op de ontwikkeling en geen hoogbegaafdheid. Op die leeftijd is het nog niet aan te tonen. Uit onderzoek blijkt wel dat veel van deze kinderen op latere leeftijd bovenmatig slim zijn.
Researchers aan de University of Washington en in Glasgow zijn het er na uitgebreid onderzoek over eens: de intelligentie van een kind wordt bepaald door het genetisch materiaal langs moeders kant. Het genetisch materiaal van de vader heeft geen invloed.
Hoogbegaafde kinderen zijn zich vaak al vroeg bewust van de eigen emoties en wanneer ze deze uiten, worden ze door de omgeving regelmatig bestempeld als 'te'. Denk aan te emotioneel, te gevoelig, te overdreven, te perfectionistisch of te kritisch.
Albert Einstein (1879-1955)
Einstein, de man achter de relativiteitstheorie, was notoir slecht in het onthouden van namen, getallen en data. Desondanks wordt zijn IQ geschat op 160, waarmee hij een genie was.
Denk aan ICT, strategie, beleidsadvies, interne consultancy,kwaliteitsbewaking. Als een afdeling aan de rand niet mogelijk is, bijvoorbeeld omdat de organisatie te klein is, functioneert de hoogbegaafde vaak ook goed in een brede, zware manangementfunctie juist onder de top.