Een informele leider weet wat hij of zij wil, is flexibel en positief ingesteld en ondersteunt teamleden waar nodig. Ze waarderen de inbreng van anderen, kunnen goed omgaan met feedback, maar respecteren ook de autonomie van de teamleden.
Een goede manager bemoeit zich niet met alles. Hij of zij zet de grote lijnen uit, maar leunt op de expertise van anderen. Mensen vrijheid en vertrouwen geven om zelf de juiste keuzes te laten maken, zorgt in de regel voor het halen van betere resultaten en een fijne, creatieve omgeving.
Ze nemen beslissingen die volgens collega's en ondergeschikten niet in het beste belang van de organisatie zijn. Ze vermijden collega's, werken onafhankelijk en zien andere leiders als concurrenten. Ze leggen hun mensen normen en prestatieverwachtingen op waaraan zij zich zelf vervolgens niet houden.
Je laat leiderschap zien wanneer je verantwoordelijkheid neemt voor het veranderen van je omgeving vanuit de overtuiging dat het anders kan of moet. Het is jouw verhaal. Over uitdagingen die zich aandienen, over je streven naar een hoger belang, een andere toekomst.
Grote leiders inspireren niet alleen door hun sterke quotes, maar ook door hun daden. De meeste leiders zeggen dat integriteit belangrijk voor ze is, maar echt grote leiders laten hun daden voor zich spreken. Het is beter om zelf te laten zien wat voor gedrag je verwacht, dan dat je dat enkel in woorden uitdraagt.
Een formele manier is bijvoorbeeld als je een ander met u aanspreekt en met meneer of mevrouw. Een informele manier is als je tegen iemand je zegt of bij de voornaam noemt. Formeel taalgebruik klinkt netter (of ouderwets). Informeel taalgebruik is wat losser.
Deze vorm van leiderschap ontstaat – als vanzelf – binnen een team, de informele leider neemt de leiding zonder dat iemand daarom heeft gevraagd. Een formele leider heeft daarentegen dus wel officieel de taak gekregen om leiding te geven, deze persoon wordt vaak aangesteld door het bestuur of door de directie.
We gebruiken het onderscheid formeel / informeel ook om naar het karakter van spreek- en schrijfsituaties te verwijzen. Formeel betekent dan 'zakelijk, officieel, tot het publieke domein behorend', informeel 'niet-zakelijk, ongedwongen, tot de privésfeer behorend'.
Het is van belang dat leiders de regie nemen. Leiders moeten kunnen motiveren en inspireren. Communicatieve vaardigheden zoals luisteren en het vermogen tot zelfkritiek zijn belangrijk. Van leiders worden vaak ook coachende vaardigheden gevraagd.
Aan een echte leider kun je zien en horen dat hij authentiek is. Ze zijn eerlijk en transparant, zeggen waar het op staat en draaien niet om de hete brij heen. Ze blijven altijd zich zelf en laten zich niet beïnvloeden door anderen omdat die ander het graag anders ziet.
Natuurlijke leiders kennen zichzelf goed; hun sterke kanten, zwaktes, en vooral hun automatische gedragspatronen; het gedrag dat ze in bepaalde situaties neigen te vertonen. Want als je inzicht hebt in je eigen patronen, ze herkent en erkent, ben je ook in staat om dat patroon te doorbreken en ander gedrag te vertonen.
Voor leidinggevenden is het belangrijk dat ze een eigen mening, idee of visie hebben en dit ook (durven en kunnen) uitdragen. Maar leidinggevenden hebben meer kwaliteiten nodig o.a. om de samenwerking te stimuleren, de ander aan te zetten, te motiveren, ondersteunen of faciliteren om gewenste resultaten te bereiken.
Positief leiderschap is gebaseerd op de positieve psychologie. Als leidinggevende wil je het beste uit jezelf halen en anderen laten floreren, en je behandelt mensen als de unieke persoon die ze zijn, met hun persoonlijke aspiraties, waarden en kwaliteiten.
Een goede teamleider geeft zijn mensen genoeg vrijheid om nieuwe ideeën te ontdekken, te experimenteren en om een eigen werkwijze te ontwikkelen en aan te passen. Een goede manager zorgt ervoor dat zijn mensen de juiste tools en flexibiliteit hebben om hun werk goed te kunnen doen met voldoende autonomie.
2. Schreeuwen en pesten. Er zijn twee situaties waarin een baas mag schreeuwen tegen zijn personeel: als er veel lawaai is en ze hem of haar anders niet kunnen verstaan, of wanneer er zich een levensbedreigende situatie voordoet. Verder is het eigenlijk nooit een goed idee.
Ze geloven dat dingen uitvoeren hun enige taak is. Een heldere visie of marsrichting ontbreekt. Ze nemen beslissingen die de wenkbrauwen doen fronsen. Collega's en ondergeschikten stellen zich vragen en betwijfelen of de genomen beslissingen wel de beste zijn voor het bedrijf.
Arrogantie, dubbelhartigheid en emotionele koudheid zijn daar vaak de kenmerken van. Al te naïeve en slaafse ondergeschikten. Nog schadelijker zijn de "toxische" volgers, zij hebben weinig moreel besef en hopen hun eigen belangen te dienen door het spel van de manager mee te spelen.
Een goede teamleider zijn betekent luisteren en communiceren met je team, respect hebben voor elkaars ideeën en input, en het moreel hoog houden. Met een positieve houding, enige creativiteit en een open geest kan ook jij een goede teamleider worden.