Een tautologie is een combinatie van woorden die hetzelfde betekenen. Vaak gaat het om synoniemen die elkaar kunnen vervangen, waardoor je iets dubbelop zegt. Een tautologie kan een stijlfiguur of stijlfout zijn, afhankelijk van de inburgering of verstening van de gebruikte combinatie.
Een witte schimmel is een voorbeeld van een pleonasme. Maar er zijn nog meer vormen van dubbelopuitdrukkingen in het Nederlands. Namelijk: de onjuiste herhaling, de tautologie, het pleonasme, de contaminatie en de dubbele ontkenning.
Een pleonasme is een uitdrukking waarin één begrip dubbel wordt uitgedrukt.
Bij een pleonasme wordt een eigenschap die al onlosmakelijk aan een begrip verbonden is, ook benoemd door een ander woord. Voorbeelden van pleonasmen zijn een houten boomstam, gele boterbloemen, de hete zon en de uiterste limiet.
Bij een pleonasme wordt een eigenschap die onlosmakelijk verbonden is met een woord of een woordgroep nog eens – dubbelop – door een ander woord uitgedrukt.
Dubbelop : iets wordt twee keer gezegd: Onjuiste herhaling: als een vast voorzetsel ten onrechte twee keer wordt gebruik, is dat een onjuiste herhaling.
Een pleonasme is niet per definitie fout. Sommige pleonasmen zijn volledig ingeburgerd: zo betekent "meer" in zeemeermin ook al zee. In dit soort gevallen is eerder sprake van versteend gebruik of een stijlfiguur dan van een stijlfout.
De termen slaan op het gebruiken van meer woorden dan noodzakelijk. In feite zeg je twee keer hetzelfde. Denk bijvoorbeeld aan witte sneeuw (pleonasme) en altijd en eeuwig (tautologie). Het gebruik van pleonasme en tautologie is niet altijd fout.
Het pleonasme en de tautologie zijn stijlfiguren die vaak als stijlfout aangemerkt worden. Zowel bij een pleonasme als bij een tautologie gaat het om overtollig woordgebruik. Dit overtollige woordgebruik is niet altijd een stijlfout: soms is er bewust voor gekozen en heeft het een stilistische functie.
Een pleonasme is een uitdrukking waarbij een eigenschap die al in een woord besloten ligt nogmaals wordt benoemd met een ander woord. Voorbeelden hiervan zijn “aanwezige toeschouwers”, “brandend vuur” of “openstaande vacature”.
Dat is dan weer een TAUTOLOGIE: twee begrippen die exact en precies hetzelfde zeggen. Zoals ook 'gratis en voor niets' of 'vast en zeker'. Een tautologie is niet per se fout of verkeerd: je kan haar ook gebruiken als stijlfiguur. Zo toon je juist de pracht en praal van onze taal.
Pleonasme en tautologie
Er wordt dan een extra woord gebruikt wat verwijst naar een logische eigenschap van hetgeen waarnaar verwezen wordt. Een pleonasme wordt ook weleens een 'dubbelopje' genoemd. Een voorbeeld van een pleonasme is: 'Passerende voorbijgangers'.
Bij tautologie worden twee of meerdere woorden gebruikt die hetzelfde betekenen.In tegenstelling tot een contaminatie, worden ze niet door elkaar gebruikt maar gezamenlijk.
pleonasm {znw.}
In een contaminatie worden twee woorden of uitdrukkingen met een verwante betekenis door elkaar gehaald, waardoor een verkeerd nieuw woord of een verkeerde nieuwe uitdrukking ontstaat.
Een pleonasme bestaat uit twee woordsoorten, vaak een bijvoeglijk naamwoord en een zelfstandig naamwoord. Het bijvoeglijk naamwoord drukt een eigenschap uit die al besloten ligt in het zelfstandig naamwoord. Denk bijvoorbeeld aan witte sneeuw. Sneeuw is altijd wit, dus dit bijvoeglijk naamwoord is dubbelop.
Een pleonasme is een uitdrukking waarin een noodzakelijke eigenschap van een hoofdwoord nogmaals wordt benoemd. Een voorbeeld is “groen gras”. Een contaminatie is een onjuiste combinatie van twee woorden of woordgroepen die vaak op elkaar lijken in betekenis of gebruik.
Eufemismen worden gebruikt ter vervanging van aanduidingen die men bedreigend, kwetsend, onfatsoenlijk, onaangenaam of in een andere zin te negatief vindt. Voorbeelden: zelfdoding of suïcide in plaats van zelfmoord, kleine mens in plaats van dwerg, niet erg slim in plaats van dom.
Dubbelopismen is een verzamelterm voor de stijlfiguren contaminatie, tautologie en pleonasme. Bij alle drie herhaalt de schrijver of spreker iets wat al is genoemd of verondersteld. Bij een contaminatie zijn twee woorden of uitdrukkingen met vrijwel dezelfde betekenis vermengd (opserveren = opdienen en serveren).
Een tautologie is een combinatie van woorden met dezelfde betekenis, bijvoorbeeld: Ik wilde komen maar er kwam echter iets tussen. In deze zin wordt de betekenis van maar herhaald door echter. Je kunt dus makkelijk een van de twee weglaten.
Een bekend voorbeeld van tautologie, twee keer hetzelfde zeggen, is 'gratis en voor niets'. Al zijn werkzaamheden waren voor niets. En dat was niet voor niets. Wel is er enig verschil in gebruik in de betekenis 'kosteloos'.
Witte sneeuw is een pleonasme (herhaling van een eigenschap die onlosmakelijk verbonden is met het woord). Een tautologie lijkt op een pleonasme, maar in dat geval gebruik je twee woorden die (nagenoeg) hetzelfde betekenen, zoals “ik ben blij en verheugd“.
Een contaminatie is een onjuiste combinatie van twee woorden of woordgroepen die vaak op elkaar lijken in betekenis of gebruik. Een voorbeeld is “optelefoneren” (in plaats van opbellen of telefoneren). Een pleonasme is een uitdrukking waarin een noodzakelijke eigenschap van een hoofdwoord nogmaals wordt benoemd.
Een pleonasme kan een versterking zijn van een beeld dat je wilt schetsen. 'Groen gras', of 'witte sneeuw' bijvoorbeeld. Dat zijn niet per se fouten. Iets 'opnieuw herhalen' of 'naar beneden laten vallen' is wel fout.