Gepubliceerd op 24 februari 2023 door Julia Merkus. Een retorische vraag is een stijlfiguur waarbij iemand een vraag stelt zonder een antwoord te verwachten.
Een retorische vraag is een stijlfiguur waarbij iemand een vraag stelt, en daar geen antwoord op verwacht. Iemand zou bijvoorbeeld kunnen roepen: [Ben je helemaal gek geworden?] De steller van de vraag verwacht hier natuurlijk geen ja of nee op, maar wil aangeven dat hij denkt dat je gek bent.
In een vraaggesprek zijn er verschillende 'soorten vragen' te stellen: Open vragen. Gesloten vragen. Suggestieve vragen.
In een suggestieve vraag zit in de meeste gevallen een bepaalde mening verborgen.Deze mening hoeft daarentegen niet altijd te kloppen. Soms kan het voorkomen dat er sprake is van een vooringenomenheid die nergens op gebaseerd is.
Of-of-vragen (meerkeuze vragen)
Een veel gemaakte fout is het stellen van een cocktailvraag. Dit zijn meerdere vragen in één zin.
Een suggestieve vraag, leidende vraag, meervoudige vraag (Latijn: plurium interrogationum, Engels: many questions) of geladen vraag (Engels: loaded question) is een vraag die het antwoord suggereert en daardoor heel misleidend kan zijn.
Een trechtervraag is een vraagtechniek waarbij je met algemene vragen begint en vervolgens steeds specifieker wordt. Met het stellen van een trechtervraag probeer je op elk niveau meer details te vragen.
Soorten interview: Directief: Jij stelt de vragen en bepaalt hoe de interview loopt. Non-directief: jij bepaald de onderwerpen, maar je vraagt door en dicteert niet de vragen en laat dus veel ruimte over voor de geïnterviewde antwoord te geven.
Een ja-neevraag is een keuzevraag waarbij je als vragensteller maar twee antwoordopties geeft: óf het is JA, óf het is NEE. Ja-neevragen zijn hiermee misschien wel de bekendste gesloten vragen die er zijn (hier kun je meer lezen over het verschil tussen open vragen stellen en gesloten vragen stellen).
Een afhankelijke persoonlijkheidsstoornis is een psychische stoornis waarbij iemand zich overmatig afhankelijk opstelt. Dit wordt soms ook wel een afhankelijkheidsstoornis genoemd.
De traditionele definitie van een gesloten vraag is een vraag waarop iemand alleen 'ja' of 'nee' kan beantwoorden, zoals bijvoorbeeld: 'Heeft u een hypotheek?' Vooral in een examen of een enquête kunnen gesloten vragen ook worden gepresenteerd als meerkeuzevragen.
Suggestieve vragen zorgen er vaak voor dat respondenten feedback geven op een wijze die past bij de mening van de enquêtemaker. Voorbeelden van suggestieve vragen: Ons klantenserviceteam wordt beoordeeld als het meest responsieve team in de branche. Hoe responsief of niet-responsief vindt u ons team?
Een retorische vraag is een stijlfiguur waarbij een vraag wordt gesteld, waarop men geen antwoord verwacht. Het is de bedoeling dat de ontvanger (toehoorder, lezer) zich aangesproken voelt en voor waarheid aanneemt wat de zender (spreker, schrijver) suggereert.
Term uit de stijlleer voor een onechte vraag, ook wel interrogatio of schijnvraag genoemd. De spreker of schrijver verlangt geen antwoord, maar gebruikt de vraagvorm om meer nadruk op het gezegde te leggen of om zijn publiek aan het nadenken te zetten.
Zo stelt u tegenvragen
Kaats de vraag van de klant onmiddellijk terug, bijvoorbeeld: Vindt u dit een eerlijke vraag? Let op: misbruik wordt gestraft. Tegenvragen stellen is hetzelfde als aan de noodrem trekken. Maar houd in gedachten dat een noodrem bedoeld is voor noodgevallen.
Suggestieve vragen
Een suggestieve vraag stuurt bewust naar de antwoordmogelijkheden 'ja' of 'nee'. Gebruik daarom zo weinig mogelijk suggestieve vragen. Soms kunnen ze nuttig zijn, bijvoorbeeld als je de ander wilt overhalen of als je een bevestiging wilt van wat je hebt afgesproken.
Een diepte-interview (kwalitatief onderzoek) is een gesprek tussen de interviewer en de geïnterviewde. Het doel van een interview is om het gedrag van de geïnterviewde beter te begrijpen en een beter inzicht te verkrijgen in de waarnemingen, meningen, overtuigingen en gevoelens van een geïnterviewde.
Directieve techniek: De interviewer legt de structuur en volgorde van te voren af. Hij wil iets specifieks weten, en formuleert hier zijn vragen naar. Vaak zijn het gesloten vragen, zoals ja nee vragen of meerkeuzevragen. De Interviewer stuurt de richting van het interview aan.
Je stelt een vraag die gerelateerd is aan wat de cliënt zegt, en die zijn verhaal breder maakt. Een breedte-vraag is hier: “Zijn er nòg schuldeisers dan alleen deze bank?” “Heeft u eerdere ervaring met schulden?”
Een trechtervorm is de vorm van een trechter. Zo een waarmee je bijvoorbeeld motorolie aan de auto kunt toevoegen zonder te morsen. Aan de bovenkant is de trechter breed en aan de onderkant is deze smal. Dit principe kun je vervolgens toespitsen op je scriptie.
Andere voorbeelden:
- Hoe vaak bezoekt u een tandarts?- Hoeveel tijd besteedt u aan een bezoek aan een tandarts?- Hoe tevreden bent u met uw loon- en werkomgeving?- Hoe tevreden bent u met uw salaris?
Een meervoudige vraag is een vraag waarbij de respondent meerdere antwoorden kan geven. Een voorbeeld van zo'n vraag is 'Welke producten heeft u in uw koelkast? '.
Met een confronterende vraag heb je de intentie om de persoon waarmee je een gesprek houdt te confronteren met iets waar deze persoon nog geen rekening mee heeft gehouden. Bijvoorbeeld waarom die persoon op een bepaalde dag wel of juist niet naar school is gegaan. De waaromvraag is een unieke confronterende vraag.
Verdiepingsvragen: Vragen door op het antwoord dat je hebt gekregen. Wat bedoel je met…, wat betekent…, wie bedoel je met…, etc. Ze dienen om de kern boven tafel te krijgen.