Tot ongeveer 1 jaar noemen we kinderen een baby. Een dreumes is een kind van ongeveer 1 tot 2,5 jaar en een kind tussen de 2,5 en de 4 jaar is een peuter.
Met kleuter wordt over het algemeen bedoeld een jong kind in de leeftijd van 4 tot 6 jaar. Deze fase valt tussen die van peuter en schoolkind.
In het alledaagse spraakgebruik spreekt men tot een leeftijd van 12 à 14 jaar van 'kinderen' en daarna van 'jongere', 'tiener' of 'puber'. In de ontwikkelingspsychologie spreekt men niet meer van 'pubers' en 'puberteit' maar van 'adolescenten' en 'adolescentie'.
Wat is de peuterpuberteit? In de periode dat je kindje tussen de 1 en 4 jaar oud is, krijgen ouders te maken met de peuterpuberteit van hun kleine spruit. Hij ontdekt zijn eigen 'ik' en gebruikt deze fase dan ook om dit duidelijk te maken. Grote kans dat hij constant met jou de strijd aangaat.
Dagelijks schreeuwen tegen je kind levert volgens onderzoekers namelijk angstige kinderen op, die bovendien vaak gaan liegen. "Het gevolg van een schreeuwen is dat kinderen alles gaan doen voor de goedkeuring van de ouder, om te checken of je nog wel van ze houdt."
Als dreumes (dus in zijn tweede levensjaar) groeit hij nog ongeveer 12 centimeter. Qua gewicht komt er nog ongeveer 3 kilo bij in dit jaar. Dat komt meestal omdat je kind als dreumes een stuk minder gaat eten en veel actiever is dan een baby.
Spreek met jezelf (en je partner) af, hoe lang jullie het kind laten huilen. Een richtlijn is minimaal 3 tot maximaal 10/15 minuten.
Een vierjarige gebruikt zijn fantasie om de wereld te begrijpen en experimenteert met verhalen en rollen. Misschien loopt hij wel dagenlang als superman of als prinses rond. Hij leert hiermee wat anderen doen, denken en voelen en dat helpt bij de gewetensontwikkeling en het leren rekening te houden met anderen.
Maar waarom is die waarom-fase er? Deze fase, waarin het vragenvuur van je peuter nooit lijkt te doven, is een belangrijke fase in de ontwikkeling. Zowel op het gebied van taal- als de kennisontwikkeling. Door het stellen van vragen en jouw antwoorden erop krijgt je peuter grip op de wereld.
Dit kan en doet je kind: 2 – 3 jaar
Je peuter snapt door jouw lichaamstaal hoe jouw humeur is. Hij kan zich steeds beter inleven in de gevoelstoestand van anderen. Je peuter herkent kleuren en vormen en kan die ook sorteren.
Vanwege het gedrag van je peuter in deze fase wordt deze periode nogal eens de 'peuterpuberteit' genoemd. Je peuter is bezig met de ontwikkeling van zijn eigen persoonlijkheid. Hij is vaak dwars en koppig, maar kan ook ontzettend veel plezier hebben, of onzeker zijn. Hij valt van de ene emotie in de andere.
Een peuter is een kind tussen circa één jaar en de instap in de kleuterschool in België of het basisonderwijs in Nederland. In Nederland is dat omstreeks 4 jaar, in Vlaanderen vanaf 2 jaar en 6 maanden.
Stel duidelijke grenzen, juist bij bedtijd
Empathie gaat over de emoties, grenzen gaan over het gedrag. Alle kinderen hebben grenzen nodig, dat geldt ook tijdens het bedritueel. Bij bedtijd moeten er een paar dingen gebeuren: pyjama aan, tanden poetsen, luier aan, in bed gaan liggen en erin blijven.
Levensfase 10-12, groep 7 en 8
Ook in de laatste fase van het primair onderwijs, groep 7 en 8, wordt een kind schoolkind genoemd. Doordat de puberteit in deze periode begint zijn er grote ontwikkelingsverschillen waar te nemen tussen jongens en meisjes. Deze periode wordt ook wel pre-puberteit genoemd.
Vanaf het moment dat je kindje 2 jaar wordt, is hij officieel een peuter. De peutertijd duurt tot de leeftijd van 4 jaar. Daarna wordt je kindje een kleuter en mag hij naar de basisschool. In de periode tussen 1 en 2 jaar wordt je kind vaak een dreumes genoemd.
Motorische ontwikkeling
Een 3-jarig kind kan goed alternerend traplopen. Alternerend wil zeggen dat hij links en rechts afwisselt bij het traplopen. Hij kan op één been zijn evenwicht goed bewaren en hij kan enkele sprongen hinkelen. Ook kan hij met zijn beide voeten tegen elkaar een paar sprongen maken.
Een vierjarige moet een koppoter – een lopend hoofd – kunnen tekenen, maar nog geen lijf. Een vijfjarige moet een vierkant kunnen tekenen en een mens met een hoofd met ogen en mond. Hij moet ook een lijf en – niet complete – ledematen kunnen tekenen.
In groep 4 leert een kind steeds beter technisch en begrijpend lezen en spellen. Daarnaast leert het de tafels (vermenigvuldigen). De kernvakken in groep 4 zijn: lezen, schrijven, spellen en rekenen. Vakken gericht op de brede ontwikkeling zijn biologie, aardrijkskunde, geschiedenis, techniek, beeldende vorming en gym.