De zin die het onderwerp van de alinea samenvat, heet de kernzin (of topic-zin). Het is de belangrijkste zin in een alinea, omdat de kernzin de hoofdgedachte van de alinea bevat.
De kernzin bevat de belangrijkste informatie, de kern van wat je wilt zeggen in die alinea. Het beste kun je de kernzin als eerste, tweede of laatste zin opnemen. Lezers kijken bij voorkeur op die plaatsen om een snel overzicht te krijgen van de inhoud.
Hoe is een alinea opgebouwd? De belangrijkste boodschap van een alinea staat vaak in de eerste of tweede zin van de alinea.De lezer ziet dan direct waar het om gaat.De rest van de alinea werkt die boodschap verder uit.
Een alinea bestaat uit meerdere zinnen die gescheiden worden door een witregel of door een inspringing. Elke alinea bespreekt een eigen onderwerp. Beschrijft een tekst een proces, dan behandelt elke alinea een stap. Bij het poneren van een stelling bevat elke alinea een onderbouwend argument.
Wat is een kernzin nou precies
Als lezer word je dan eerst verrast met aansprekende voorbeelden of een verhaaltje. En daarna wordt pas duidelijk wat de schrijver er precies mee wil zeggen. Kluun had de vorige alinea bijvoorbeeld zo kunnen opbouwen.
In een alinea staat altijd een kernzin. Dit is de eerste, laatste of tweede zin (na een inleidende zin).
Een goede kernzin zegt precies wát je over het onderwerp wilt zeggen. Dat betekent dat je hierin bijvoorbeeld ook duidelijk maakt of je vóór of tegen iets bent, of iets een voorbeeld of een tegenstelling is, of het over Jantje of over Pietje gaat, enz. Hij moet zo concreet mogelijk zijn.
Laat een alinea bij voorkeur niet meer dan zes à zeven zinnen tellen. Lange alinea's van meer dan tien regels tekst nodigen niet uit om te lezen. Maak alinea's ook niet te kort. Als u bij heel veel zinnen telkens op een nieuwe regel begint, hangt uw tekst als los zand aan elkaar.
Alinea's worden gescheiden door een witregel. Als je een tekst indeelt in alinea's, leest een tekst veel prettiger. Vaak verdeel je een tekst in drie alinea's. De gebruikelijke indeling is dan: inleiding, kern, slot.
Bij een goed opgebouwde tekst beschrijft het tussenkopje wat de lezer in de alinea kan verwachten. Iedere alinea begint met een kernzin die de belangrijkste informatie van de alinea bevat. Die kernzinnen kun je bovenin samenvoegen tot een informatie lead.
De alinea is van groot belang voor de schrijver. Die kan de alinea gebruiken als eenheid van informatie en hij moet de opbouw van de tekst, die hij van tevoren bedenkt, op een of andere wijze laten corresponderen met de alinea-opbouw.
Gemiddeld bestaat een alinea uit zo'n vijf zinnen. Dat komt neer op vijf tot tien regels tekst. Een alinea van maar één zin is uitzonderlijk, net als een alinea van een halve pagina lang.
De inleiding van een wetenschappelijke tekst bestaat in het geval van een korte tekst (werkstuk) uit één alinea, of uit twee: de eerste alinea of de eerste twee alinea's van de eigenlijke tekst.
Alinea's maken een tekst overzichtelijker. In kranten of tijdschriften is de eerste alinea vaak vetgedrukt. De eerste alinea noemt men ook wel de lead. In de eerste alinea staat het onderwerp en vaak ook de hoofdgedachte.
Die ordening van inhouden, de relaties tussen die inhouden en de manier waarop die relaties worden gemarkeerd, met signaalwoorden bijvoorbeeld, noemen we de tekststructuur. In informatieve teksten komen vijf structuren veel voor: beschrijving, chronologie, oorzaak-gevolg, probleem-oplossing en vergelijking.
Een tussenkop, ook wel kop, subkop, subtitle of koptekst genoemd, is de titel van de verschillende alinea's waaruit een tekst bestaat. Een tussenkop is een soort korte samenvatting van de paragraaf eronder. Door het juiste gebruik van tussenkopjes, wordt een tekst toegankelijker en daardoor beter leesbaar.
Een alinea is een tekstblok van bij elkaar horende zinnen. Een paragraaf is een groter tekstblok van bij elkaar horende alinea's. De alinea's worden in een brief door een witregel gescheiden. Dat hoofdstuk bestaat uit vijf paragrafen.
Een alinea mag nooit langer zijn dan een pagina. De gewenste gemiddelde lengte is ongeveer zes à zeven zinnen.
Kernzinnen geven jou de belangrijkste informatie uit een alinea. Zo krijg je al snel een idee van waar de tekst over gaat. Kernzinnen staan vaak helemaal aan het begin of helemaal aan het einde van een alinea. Met signaalwoorden leidt de schrijver jou als lezer door de tekst heen.
Selecteer Start > Regel- en alinea-afstand en kies de gewenste afstand. Als u de afstand wilt aanpassen, selecteert u Opties voor regelafstand. U kunt verschillende gebieden aanpassen, waaronder afstand voor en na alinea's.
De kernzin van een alinea is de zin die de hoofdgedachte van de alinea bevat. Vaak is de eerste zin van de alinea de kernzin, maar ook de tweede zin of de laatste zin van de alinea kan kernzin zijn.Een enkele keer staat de kernzin in het midden van de alinea.
Het slot herhaalt meestal het belangrijkste uit de tekst. Door het slot wordt het verhaal mooi rond. Let op: bij nieuwsberichten is er vaak geen slot. In zo'n tekst vindt je de belangrijkste informatie in het eerste deel van de tekst.