Gedragsverandering wordt namelijk niet alleen gerealiseerd door kennis. Het vraagt ook om flexibiliteit, een positieve instelling en vooral het vermogen om praktisch te blijven denken. Gedrag verander je in een nauwe samenwerking met je doelgroep.
Bij motivatie staat het voldoen aan de individuele behoeften van de medewerker centraal. Mensen doen iets omdat zij er iets positiefs aan over willen houden. Dat kunnen intrinsieke behoeften zijn, zoals bijvoorbeeld verantwoordelijkheid, waardering, het teamverband of inhoudelijke taken en voldoening.
En mensen komen in actie als ze een doel voor ogen hebben. Een doel dat voorziet in een bepaalde behoefte. Je mensen motiveren betekent dus dat je ze beweegredenen geeft om een bepaald doel te bereiken dat voorziet in hun behoefte. Het werkt echter veel beter als je mensen hun eigen beweegredenen hebben.
In een boodschap kun je gebruikmaken van schaarste om mensen te motiveren om in actie te komen. Het creëert een urgentie, waardoor de kans stijgt dat jouw boodschap een respons krijgt. Een paar voorbeelden van schaarste zijn uitspraken als 'nog maar enkele plekken beschikbaar' of 'dit aanbod is twee dagen beschikbaar'.
Stel vragen, luister naar de reacties. Wees je bewust van je oogcontact, gezichtsuitdrukking en de toon van je stem. Aanmoedigen: vraag naar meningen of feedback aan het eind van een vergadering. Pauzeer even en vraag het nog een keer, zodat mensen weten dat je oprecht bent.
De competentie Stimuleren en motiveren geeft aan of je anderen enthousiasmeert, aanmoedigt en het goede voorbeeld geeft. Een voorbeeld van een vraag die bij deze competentie hoort is: "Door mijn aanpak worden anderen enthousiast".
Motivatie is de drijfveer of reden van een individu om tot een actie of prestatie te komen. Het kan de persoon drijven tot een (gewenste) gedragsvorm. Motivatie bestaat uit een samenhang tussen verschillende factoren waaronder de biologische (aangeboren) en cultuurafhankelijke (aangeleerde) eigenschappen.
Motivatie zorgt ervoor dat iemand wordt aangezet tot actie. Zolang iemand die werkt in je bedrijf of organisatie goed werk laat zien, ben je als leidinggevende vaak wel over de werknemer te spreken. Anders wordt het wanneer de motivatie van een medewerker beneden peil is - de prestaties zullen dan achteruitgaan.
De mensen om ons heen beïnvloeden ons gedrag: familie, vrienden en collega's, maar ook mensen die we als autoriteit zien. Twee normen spelen hierbij een rol: Injunctieve norm: de perceptie van wat voor ons belangrijke men- sen gewenst gedrag vínden.
De meest directe manier om iemand te veranderen is door beïnvloeding. Het gedrag veranderen dus. Gedrag is de hoofdzaak en het doel waar het om gaat, dus waarom doen we moeilijk over dingen als attitude? Het punt is dat je heel vaak geen controle hebt over het feitelijke gedrag van mensen.
De motivatie van een persoon wordt sterk beïnvloed door de verwachtingen die hij heeft over zijn eigen effectiviteit, de moeilijkheidsgraad van een handeling en de mogelijke uitkomst(en) van zijn handelen.
Intrinsieke motivatie wil zeggen dat je iets uit jezelf wilt bereiken. Een leerling maakt dan opdrachten omdat ze het zelf leuk vindt om iets nieuws te leren over geometrie. De drijfveer is hier oprechte nieuwsgierigheid. Intrinsieke motivatie is iets wat je niet bij iemand af kunt dwingen.