In het bestuursrecht is sprake van een algemene set geschreven en ongeschreven spelregels waaraan de overheid geacht wordt zich te houden. Deze spelregels worden de algemene beginselen van behoorlijk bestuur genoemd.
De overheid moet zich bij al haar handelen en besluiten houden aan de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Een aantal daarvan staat in de Algemene wet bestuursrecht (Awb), andere gelden als regels van ongeschreven recht. De rechter toetst overheidsbesluiten aan deze algemene beginselen van behoorlijk bestuur.
Als de overheid niet aan de regels voldoet kunnen burgers en bedrijven daar bezwaar tegen maken. Ze moeten wel aantonen dat de overheid zich niet aan de beginselen houdt. De rechter gebruikt de Algemene beginselen van behoorlijk bestuur om te toetsen of de overheid het goed heeft gedaan.
Formele beginselen zijn beginselen die betrekking hebben op de bevoegdheid van de overheid om besluiten te mogen maken. De bevoegdheden die het bestuursorgaan heeft, dienen een grondslag in de wet te hebben. Als een bestuursorgaan een besluit neemt, moet deze zorgvuldig en deugdelijk worden genomen.
De overheid dient op grond van artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) de nodige kennis te vergaren omtrent de relevante feiten en de af te wegen belangen.
Voorbeelden van algemene beginselen van behoorlijk bestuur zijn: het legaliteitsbeginsel, het formele zorgvuldigheidsbeginsel, het verbod op détournement de pouvoir, het verbod van vooringenomenheid, het gelijkheidsbeginsel, het rechtszekerheidsbeginsel, en het vertrouwensbeginsel.
Wij moeten onze beslissingen goed motiveren. Bijvoorbeeld bij het opleggen van een correctie of bij het afhandelen van bezwaarschriften moet voldoende duidelijk zijn op basis waarvan en waarom we een bepaalde beslissing nemen.
Om aan het motiveringsbeginsel te voldoen is het dus van belang dat: de conclusie logisch volgt uit een juist en volledig overzicht van de feiten en omstandigheden die deugdelijk zijn gewaardeerd; duidelijk uit de motivering blijkt wat de gedachtegang van het bestuursorgaan is geweest.
Het motiveringsbeginsel, het verbod van detournement de pouvoir en het evenredigheidsbeginsel zijn voorbeelden van algemene beginselen van behoorlijk bestuur die zijn opgenomen in de Awb. Een deel van de abbb is niet opgenomen in de Awb en zijn derhalve ongeschreven rechtsregels.
Regels voor besluitvorming
Het besluit moet zorgvuldig en deugdelijk tot stand zijn gekomen. De belangen van alle partijen moeten tegen elkaar worden afgewogen. Daarbij mogen de nadelige gevolgen voor belanghebbenden niet onevenredig groot zijn in verhouding tot de met het besluit te dienen doelen.
De beschikking moet voldoen aan juridische eisen. Ten eerste moet het college natuurlijk de Wet werk en bijstand correct toepassen. Daarnaast stelt de Algemene wet bestuursrecht enige eisen. Een van de belangrijkste vereisten is de verplichting een besluit goed te motiveren.
Als belangrijkste algemene beginselen van behoorlijk bestuur kunnen worden genoemd: het zorgvuldigheidsbeginsel, het motiveringsbeginsel, het fair play beginsel, het rechtszekerheidsbeginsel, het vertrouwensbeginsel, het gelijkheidsbeginsel.
Er zijn drie soorten besluiten van algemene strekking, namelijk algemeen verbindende voorschriften, beleidsregels en concretiserende besluiten van algemene strekking. Art.
Zo zijn de Provinciale Staten, het College van gedeputeerde staten en de Commissaris van de Koning bestuursorganen van de provincies en het algemene bestuur, het dagelijkse bestuur en de voorzitter bestuursorganen van de waterschappen. Een b-orgaan is de APK-keurder.
Wij moeten bij het nemen van besluiten alle belangrijke feiten zorgvuldig onderzoeken. Dit houdt in dat we de belangen van alle partijen afwegen en in elk geval de beschikbare informatie beoordelen.
Voor 1994, toen de Algemene wet bestuursrecht in Nederland in werking trad, waren de meeste beginselen niet vastgelegd in de wet. Door middel van jurisprudentie is de verhouding tussen de overheid en de burger verduidelijkt.
Wat is een beschikking? In het bestuursrecht: Een beslissing van een overheidsorgaan in een concreet geval, bijvoorbeeld het verlenen van een bouwvergunning. In het civiele recht: een rechterlijke uitspraak in een procedure die begint met een verzoekschrift.
dispositievereiste verstaan wij in het vervolg zowel vermogensrechtelijk als niet-vermogensrechtelijk geleden nadeel. Waar wij in het vervolg spreken over 'schade' of het 'lijden van schade' is telkens bedoeld schade in de zin van het dispositievereiste, zoals Konijnenbelt (zie voetnoot 6) dat heeft gedefinieerd.
In een rechtsstaat mag namelijk niemand worden veroordeeld voor een handeling die nog niet verboden was op het ogenblik waarop die plaatsvond. Dit staat ook met zoveel woorden in artikel 16 van de grondwet: 'Geen feit is strafbaar dan uit kracht van een daaraan voorafgegane wettelijke strafbepaling. '
Het uit artikel 1 van de Wet Arob overgenomen definitie-element «met enig openbaar gezag bekleed» betekent dat het moet gaan om een orgaan met een publiekrechtelijke bevoegdheid tot het bepalen van de rechtspositie (de rechten en/of verplichtingen) van andere rechtssubjecten.
Het verbod op détournement de pouvoir, gedeeltelijk Frans voor 'machtsverdraaiing' of (meer gebruikelijk in Vlaanderen) 'afwending van bevoegdheid' of 'machtsafwending', is een verbod voor bestuursorganen om bestuursbevoegdheden te gebruiken voor een ander doel dan waarvoor ze gegeven zijn.
Sommige besluiten, zoals de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) van de gemeente, zijn uitgesloten van bezwaar en beroep. In het geval dat er tegen een besluit geen bezwaar of beroep mogelijk is, kunt u soms toch nog via de burgerlijke rechter een schadevergoeding krijgen.
Een beschikking is een besluit dat specifiek is gericht op een persoon of op een zaak. Een beschikking kan op aanvraag (van een burger) worden afgegeven door een bestuursorgaan. Wanneer de aanvraag wordt afgewezen is die afwijzing op zichzelf een beschikking.