Je moet stekken zoeken waar de vis zich in de winter op houd. Heb je deze eenmaal gevonden, dan kan het wel eens heel hard gaan. Denk aan stekken met meer beschutting en net iets hogere temperatuur dan de rest van het water. Jachthavens zijn echte hotspots in de winter!
In de winter scholen de voorns samen op plekken waar het water net even warmer is en waar er sprake is van beschutting en voedselaanbod.
Een temperatuur lager dan -1,8 graden Celsius zou voldoende moeten zijn om een vis te bevriezen. -0,9 graden Celsius is namelijk het vriespunt van vissenbloed. Toch kunnen vissen in koude wateren deze lage temperaturen gemakkelijk overleven.
Het visvoer in de winter is zinkend voer. Dit komt omdat in de koude maanden de vissen zich op de bodem bevinden. Daar is het namelijk warmer dan aan de oppervlakte.
(ze 'happen' constant naar de steentjes op de bodem om deze gelijk weer uit te spugen en sinds een paar dagen happen ze de blaadjes van de plantjes en ook deze spugen ze uit. Met bij dit laatste het gevolg dat het water na een dag of twee vol zit met rond dobberende blaadjes.)
Koivoer en de temperatuur
Tijdens de koude wintermaanden rusten de vissen op de reserves die ze opgebouwd hebben. Wanneer u in de winter voert met een hoge kwaliteit zomervoer, zullen de vissen deze niet volledig verteren waardoor er ammoniapieken kunnen ontstaan. Dit kan vissterfte veroorzaken.
Maar dan ga je er wel aan voorbij dat je ook in het winterseizoen nog kunt vissen en een mooie vangst binnenhalen, vooral dan met vaste stok. In tegenstelling tot roofvissen kun je het hele jaar door witvissen aan de haak slaan, zelfs bij koud weer.
In Nederland mag je het hele jaar door vissen. Maar je mag niet het hele jaar door met alle soorten aas vissen. Je mag ook niet het hele jaar door op alle vissoorten vissen. En als je ze toch vangt, moet je ze meteen weer terug zetten.
De diepte van je dobber hangt af van de diepte van het water. In de meeste gevallen is het verstandig om 20 tot 30 centimeter boven de bodem te vissen. Als het een warme zomerdag is, en je de voorns vaak ziet zwemmen, is het verstandig om wat hoger in het water te vissen.
Sommige soorten gaan in winterrust, andere soorten trekken weg naar warmer of dieper water. Antivries, een beetje krimpen of de spierstructuur aanpassen: vissen doen er alles aan om de koude winter te overleven. Als de winter voor de deur staat zwemmen de vissen niet meer op hun normale stekje.
Wanneer het best vissen op voorn? In principe is het bijna het hele jaar door goed mogelijk om op voorn te vissen. Het moet alleen gezegd dat de beste vangtijd de maanden maart en april zijn. Dan begint het water op te warmen waardoor blankvoorns het diepe water verlaten om naar het ondiepe te zwemmen.
Bij stroming of als je grote vis wilt vangen is het vaak gunstig om tussen de 20 en 50 centimeter dieper te vissen dan je peildiepte. Maar peil altijd heel nauwkeurig, ook links en rechts en een meter voor en achter je stek. Je komt dan niet voor verrassingen dat het water sterk afloopt.
Zowel met de vaste hengel als met de match- of feederhengel kan in de wintermaanden worden gevist op witvis. De doorslaggevende factor voor succes is „licht vissen”! Vis met een dunne lijn, nog dunnere onderlijn, kleine haak (haakje 18 is niet te klein), weinig aas (1 of 2 maden is voldoende) en weinig lokvoer.
De beste stekken
Er liggen boten die in de winter bewoond worden en dus verwarmd zijn, ideaal voor een vis om bij in de buurt te liggen. Grote steigers of delen waar veel boten bij elkaar liggen zijn weer ideaal als schuilplaats voor zowel witvis als snoek.
Als karpervisser kun je proefondervindelijk vrij eenvoudig ontdekken op welke diepte de spronglaag zich bevindt. Zodra je na een zomerse vissessie in een zandwinplas een paar muffe of naar rotte eieren stinkende boilies naar boven haalt, lag je waarschijnlijk te diep.
Van 1 april tot aan de laatste zaterdag van mei mag je niet met kunstaas, een stukje vis of met een dode vis vissen en moet je iedere snoek, snoekbaars of baars die je eventueel vangt, direct terugzetten (zowel gesloten tijd voor aassoorten als voor de vissoorten snoek, snoekbaars en baars).
vissen in en bij een aangewezen stuw of in of bij een aangewezen vispassage € 150,- vistuig voorhanden terwijl vistuig op dat moment verboden is € 100,- 1 of 2 hengels voorhanden zonder toestemming € 100,- meer dan 2 hengels voorhanden zonder toestemming € 100,-
Vissoorten: Schar, wijting, steenbolk, gul en bot (in de zomer ook zeebaars, geep en makreel).
In de winter kan je net zoals in andere jaargetijden vissen met kunstaas. In de winter kan de snoek heel onvoorspelbaar zijn. De ene keer zal de snoek zeer actief zijn en de andere keer juist heel sloom en met kunstaas moeilijk te vangen.
Je kunt witvis op allerlei watertypen vangen, denk hierbij aan: Polders en weteringen. Bijvoorbeeld de oer-Hollandse veenpolder in de omgeving van Schoonhoven of een kleipolder nabij de Biesbosch. Kleine rivieren.
Baars vissen op grote plassen betekent dat je de baars zal moeten zoeken. Als er rietvelden en waterplanten aanwezig zijn dan maak je hier een goede kans. Wat meer op open water is het goed om een dieptemeter of zelfs een visvinder te hebben. Zoek hiermee naar onverwachte ondieptes en vis deze af.
Roggen en andere vissen zijn vaak juist een beetje glibberig. Durf jij ze aan te raken? Alleen in het Dolfinarium kun je roggen, haaien en andere vissen uit de Noordzee aaien.
Vissen hebben een lang darmstelsel, dat wil zeggen dat ze altijd hongerig zijn. Je kan dus beter meerdere keren per dag kleine porties geven, dan alles in één keer. Zo hebben ze de ganse dag iets te verteren en zullen ze sneller groeien & reserves opbouwen.
Het wordt aangeraden om je vissen 1 tot 2 keer per dag te voeren. Zorg dat je kleine hoeveelheden voert als je meerdere keren per dag voert. Over het algemeen kun je beter een dagje wat minder geven dan dat je teveel voert. De precieze hoeveelheid die je moet voeren voor jouw aquarium is een ervaringsproces.