Bij stamslabonen houd je een rijafstand aan van 45 cm. Bij stokslabonen moet je 75 cm ruimte tussen de rijen aanhouden. Je kan ook kiezen om in een plantgat 4 bonen bij elkaar te zaaien. Houdt bij stamslabonen dan een zaaiafstand van 45x45 cm aan en bij stokslabonen een plantafstand van 75x75 cm.
Hoe werkt sperziebonen kweken
Dek de geultjes af met 3 cm grond en geef water. Druk bij stokbonen de zaden aan de binnenkant van de staak (stok) in de grond. De zaailingen vinden vanzelf de steun om zich er omheen te winden. Dek de zaden af met 3 cm grond en geef water.
Een bodemtemperatuur tussen 12 en 15°C is ideaal. Kies in elk geval een zonnige plaats in je tuin, want in de zon zullen ze beter groeien en lekkerder smaken. Voor je gaat zaaien, week je de bonen best een nachtje in water om de kieming te bevorderen en de kans op succes te vergroten.
Boontjes houden niet van natte grond want dan kunnen de zaden rotten, het zand zorgt voor een betere afwatering. Houd de zaden vochtig maar geef ze zeker niet te veel water. Bij kamertemperatuur kiemen de zaden binnen 1 tot 2 weken.
Steek je boontjes 2 cm diep onder de grond. Druk de grond niet aan. Zaai je boontjes ongeveer 10 cm uit elkaar in rijen. Hou ongeveer 40 cm tussen de rijen.
De boontjes kunnen redelijk wat droogte aan, en laten heel goed zien dat ze te droog staan. Als de planten en bladeren hangen moet je zo snel mogelijk water geven. Probeer dat moment van lamlendigheid wel voor te zijn, zeker als de boontjes in wording zijn is het schadelijk als de planten te droog staan.
Een bodemtemperatuur tussen 12 en 15°C is ideaal. Kies in elk geval een zonnige plaats in je tuin, want in de zon zullen ze beter groeien en lekkerder smaken. Voor je gaat zaaien, week je de bonen best een nachtje in water om de kieming te bevorderen en de kans op succes te vergroten.
Zaaien en planten
Je zaait zo'n 4-5 bonen per stok, op een afstand van 75x75 cm. Voorzaaien is ook een optie; zaai dan 4-5 bonen per potje en plant deze vervolgens uit bij een stok of draad. Houd met stokbonen rekening mee dat je de planten in het begin soms een beetje moet helpen door ze om de stok heen te draaien.
voor alle duidelijkheid nog een keer: bonen hebben weinig water nodig, maar wel wat natuurlijk. Wij geven alleen water direct na het planten en in de eerste 2 weken, en vervolgens alleen bij een langere droge periode (want anders zouden de bonen wat sneller een draad kunnen ontwikkelen).
Bij stamslabonen houd je een rijafstand aan van 45 cm.Bij stokslabonen moet je 75 cm ruimte tussen de rijen aanhouden. Je kan ook kiezen om in een plantgat 4 bonen bij elkaar te zaaien. Houdt bij stamslabonen dan een zaaiafstand van 45x45 cm aan en bij stokslabonen een plantafstand van 75x75 cm.
Stokbonen plant je aan stokken van minimaal 2,5 meter hoog. Zet ze op 50 cm afstand van elkaar. Maak op 70 cm afstand een tweede rij en verbind de stokken van beide rijen met een lange stok bovenaan aan elkaar. Per stok zaai je 4 bonen.
Bonen zaai je van begin mei tot eind juni. Dan moet het wel warm en droog zijn, want bij kou en regen komen de bonen niet goed op. En laat dat nu net geen garantie zijn in Nederland. Bovendien zijn de jonge zaailingen erg kwetsbaar voor nachtvorst.
Lage bonen.
Ze groeien snel, je kan ze redelijk snel oogsten en je kunt ze om die reden wat vroeger oogsten en ook nog wat later zaaien dan stokbonen. Er zijn stamsperziebonen, stamsnijbonen en droogbonen (die wel vroeg gezaaid moeten worden!).
Veel van de sperziebonen oogst je in de zomer: stamslaboon 'Compass' kun je bijvoorbeeld van juni tot en met oktober oogsten. Als je in de zomer gaat oogsten, moet je zeker twee keer per week plukken. Als je dat blijft doen, houd je er ook een betere oogst aan over.
Meestal als je te veel water geeft heb je grote kans dat de boontjes helemaal niet boven komen maar wegrotten in de grond.
De ideale temperatuur voor het zaaien van bonen in de volle grond, is minimaal 10 tot 12 graden. Wanneer je je bonen hebt voorgezaaid, plant je ze half mei buiten uit. Zorg ervoor dat de bonen op een zonnige plek staan en dat regenwater makkelijk afgevoerd kan worden. Bonen kunnen namelijk niet goed tegen veel regen.
Bonen zorgen zelf voor stikstof doordat ze stikstof uit de lucht opslaan in de wortelknobbeltjes (stikstofsynthese). Daarom hebben ze weinig bemesting nodig. Compost van plantaardig materiaal is ideaal. Ook om bonenvliegen tegen te gaan, die afkomen op stalmest.
Sperziebonen zijn niet dol op bemesting.Daarentegen worden de planten wel graag verwend met wat compost. Aan de bodem stellen de sperziebonenplanten verder niet heel veel eisen, zolang deze maar niet te zuur is. Een zure bodem kun je meer basisch maken door wat kalk toe te voegen.
Antwoord. De oude variëteiten van boontjes hebben nogal eens last van vezelige draden op de naad van de peulen, zeker als ze niet al te jong geoogst worden. Om die draden te verwijderen worden de topjes en de steeltjes afgebroken, zodat de draden meekomen.
Voor een bonenstaak heb je minimaal 5 lange stokken nodig en flink wat touw. Het portaal. Deze klimconstructie zorgt voor extra veel ruimte, omdat je hem als een soort rozenboog over jouw moestuinbanen heen plaatst. Zorg er wel voor dat je er gewassen onder zet die iets meer schaduw kunnen verdragen, zoals sla.
Dit is afhankelijk of je ze als groene boon wilt eten of als witte boon. Als je groene bonen niet oogst, komt hierin zaad met name witte boontjes. Als je de witte bonen wilt eten, laat je ze eerst rijp worden. Op het moment dat de groene schil van de boon geel en droog is geworden, kan je ze oogsten.
Als het boontje op het breukvlak groen en sappig is, is het tijd om de sperziebonen te oogsten. Pluk de sperziebonen met de hand door ze met de vingers los te trekken.
Gooi het weekwater weg. Je gooit dan weliswaar wel wat voedingsstoffen weg, maar ook de anti-nutriënten. Die laatste wegen zwaarder. Koken in schoon water heeft als voordeel, en dat is niet onbelangrijk voor je omgeving, dat je wat minder winderig wordt van je bonenmaaltijd ;-).