De gebruikelijke woordvolgorde in een Nederlandse zin is: onderwerp + persoonsvorm + rest van de zin. Je hoeft niet altijd met het onderwerp te beginnen. Soms begin je met het werkwoord of met een ander deel van de zin. Het hangt ervan af welk deel van de zin je nadruk wilt geven.
Vaak je geef je meer context in een zin door bijvoorbeeld te benoemen wanneer, waar of hoe iets gebeurt. Daar is een vaste volgorde voor: TIJD – MANIER – PLAATS.
Bij fysieke oorzaken kun je denken aan te weinig slaap, een ongezond voedingspatroon, of misschien een gezondheidsprobleem. Mentale en emotionele problemen als onrust thuis, moeite op werk, veel piekeren of sub-assertiviteit kunnen ook erg veel energie kosten die jou op termijn lusteloos maken.
komt altijd een bijvoeglijk naamwoord, een bijwoord of een telwoord in de vergrotende trap: hoe vaker, hoe beter; hoe meer bezoekers, hoe goedkoper de kaartjes; hoe vaker u deze oefeningen doet, des te sneller bent u weer beter; hoe sneller je rijdt, hoe hoger de boete zal zijn.
De basiszin bestaat uit twee delen. Je mag de zin langer maken door er andere delen aan toe te voegen. Wie/wat voert de handeling uit? Wat is de handeling?
*Woordvolgorde is de volgorde van woorden in zinnen. We gaan nu bekijken wat de regels zijn voor het Nederlands. De volgorde voor het Nederlands lijkt: subject, verbum, object. We noemen dit >SVO-volgorde.
Toen wordt gebruikt om te verwijzen naar een eenmalige gebeurtenis of periode in het verleden. De betekenis is 'die keer dat', 'op het ogenblik dat', 'in de periode dat'. In België wordt soms ook als gebruikt om een eenmalige gebeurtenis of periode in het verleden aan te duiden, maar dat is geen standaardtaal.
Als je de zin in stukken hakt, heten die stukken zinsdelen. Je geeft ze aan met verticale strepen. Het is handig om te weten uit welke zinsdelen een zin bestaat, omdat je dan ook weet welk stuk van de zin bijvoorbeeld tot het onderwerp of lijdend voorwerp behoort.
De 'standaard' manier van schrijven is heel simpel. Je begint bij de eerste zin en schrijft door tot de laatste. Handig voor als je het verhaal al goed in je hoofd hebt zitten of als jouw tekst ook chronologisch opgebouwd is.