Een nestkastje is voor het lieveheersbeestje de ideale plek om te nesten en te schuilen. Als er geen bladeren in de buurt zijn, is dit dé plek voor hen om te overleven. Lieveheersbeestjes kruipen het liefst in het huisje wanneer het koud en nat is. Dat doen ze soms ook in de zomer, maar zullen vooral in de winter doen.
Hang het op een zonnige, wind- en tegen de regen beschutte plek. Liefst in de richting van het zuiden, zuidwesten of zuidoosten. Laat het hangen doorheen de winter.
De meeste inheemse lieveheersbeestjes overwinteren buiten in de natuur in de strooisellaag, tussen afgestorven plantendelen, in groenblijvende heesters (vb brem, conifeer, skimmia,..) of in spleten in de schors van loofbomen of coniferen, in de bodem, in dood hout, in mos of graspollen, afhankelijk van de soort.
Als ze toch binnen zijn kan je verschillende dingen doen, maar vooral: geen paniek, maar gezond verstand gebruiken. Je kunt lieveheersbeestjes gewoon in je huis laten overwinteren: in het voorjaar gaan ze vanzelf weer naar buiten. Als je ze hinderlijk vindt of allergisch bent, kun je ze vangen en weer buitenzetten.
Een volwassen lieveheersbeestje eet gemiddeld 80 bladluizen per dag en zijn larve maar liefst 120! Lieveheersbeestjes grijpen een bladluis met hun kaken vast en zuigen deze leeg. De oudere larven en de volwassen lieveheersbeestjes eten een niet al te grote bladluis zelfs volledig op.
Het lieveheersbeestje
De meeste lieveheersbeestje leven maar een jaar. Het aantal stippen zegt dus niets over hun leeftijd. Anders zouden er alleen maar lieveheersbeestje bestaan met een stip. Lieveheersbeestje behoren tot de keverfamilie.
Voorkomen dat lieveheersbeestjes je huis binnenkomen. Gebruik citronellakaarsen en citrusolie om de lieveheersbeestjes met behulp van geur af te weren. Lieveheersbeestjes houden niet van de geur van citronella en citrusvruchten.
Kantoorgebouwen en woningen vormen welkome overwinterplekken voor één van onze lievelingen: lieveheersbeestjes. Op zoek naar beschutting om de kou te overleven vinden ze altijd wel een plekje waar ze niemand kwaad doen. Als het weer kouder wordt kunnen zij soms wel met honderden tegelijk aangetroffen worden in huis.
Giftige insecten
„Alle lieveheersbeestje kunnen bijten, maar de harlekijnlieveheersbeestjes zijn groter en bijten vaker.” De harlekijnvariant komt in Nederland ook voor, blijkt uit deze kaart.
Planten waarmee je lieveheersbeestjes kunt lokken
Lieveheersbeestjes zijn gek op brandnetels. Als je tuin het toelaat kun je daarom het beste ergens in een hoekje wat brandnetel laten staan. Ook helpt het om gedurende het gehele seizoen bloemen in je tuin te hebben. Die zorgen met hun nectar en pollen voor voeding.
Vaak hoor je zeggen dat lieveheersbeestjes giftig zijn. Dat klopt ook wel, maar ze zijn niet zo giftig dat wij mensen er ziek van zouden worden. Kleinere dieren zoals vogels, die kevers eten, kunnen er wel ziek van worden. De beestjes waarschuwen daarom met hun felle kleuren.
Zorg voor een gevarieerde beplanting in je tuin. Meidoorn, linde en hazelaar zijn populair bij lieveheersbeestjes. Bloeiende planten in je tuin bezorgen lieveheersbeestjes pollen en nectar. Nectarplanten trekken gelijk ook vlinders, bijen en andere insecten aan.
Lieveheersbeestjes, torretjes en gaasvliegen zijn dol op dichte materialen als houtwol, houtsnippers en schors. Deze insecten gebruiken het hotel om te overnachten, maar ook om in te overwinteren.
Dit is voornamelijk bladluis en schildluis maar andere kleine diertjes zoals kleine larven van andere insecten, bladhaantjes, trips en spintmijten worden eveneens gegeten. Ook eieren van vlinders en jonge rupsen kunnen op het menu staan.
Bescherming. Men zegt dat lieveheersbeestjes de parasieten op planten eten om anderen ertegen te beschermen. Daarom kan het zien van veel lieveheersbeestjes betekenen dat je bescherming nodig hebt. Probeer je muur te laten zakken en laat dierbaren je beschermen.
ze doen geen mensen kwaad, maar soms wel hun eigen soortgenoten. Gelukkig zijn ze niet schadelijk voor je huis, de beestjes eten namelijk niet in de winter.
Over het lieveheersbeestje.
Het lieveheersbeestje is een nuttig diertje, niet alleen voor de natuur, maar ook voor u! Een lieveheersbeestje is namelijk een bladluiseter. Bladluizen eten namelijk veel van uw planten en kunnen deze ontdoen van blad, nectar en andere plantensappen.
Tijdens het overwinteren eten de lieveheersbeestjes niks en planten zich ook niet voort. Het grootste deel van de tijd zitten ze stil en teruggetrokken in een hoekje. Aan het eind van de winter worden ze weer actief en lopen of vliegen dan rond in je huis. Gelukkig vertrekken ze eind maart/ begin april weer vanzelf.
Lieveheersbeestjes kunnen namelijk vocht vanuit hun gewrichten in hun benen afscheiden, waardoor ze een vieze smaak krijgen. Daarom wordt er soms ook wel gezegd dat lieveheersbeestjes stinkende voeten kunnen hebben. De beestjes kunnen bovendien 'dood spelen'.
Rode lieveheersbeestje zijn dus zelfs giftiger dan de gele want ze vallen met hun knalrode kleur harder op in de natuur. De gele beestjes zijn dan wel minder opvallend maar hebben dus ook minder gif in zich. Gelukkig kunnen ze zich makkelijker verstoppen voor vijanden.
Zo maak je het!
Besmeer de ronde crackertjes met kruidenkaas. Halveer daarna de cherrytomaatjes en de olijven. Plaats die op de kruidenkaas zoals in bovenstaande video. Creëer daarna met de bieslook bij elk lieveheersbeestje sprieten.
"Lieveheersbeestjes zijn vleeseters. Ze eten bladluis. Je hoort ook wel eens dat mensen gebeten worden. Ze proberen alles uit als ze honger hebben.
Lieveheersbeestjes lijken heel onschuldig en ze zien er zélfs wat schattig uit, met hun stipjes. Maar ze kunnen behoorlijk gevaarlijk zijn, blijkt. Een man is bijna overleden aan de gevolgen van een bloedvergiftiging, veroorzaakt door een beet van het rood-zwarte insect.
Volwassen lieveheersbeestjes en/of larven kopen. U kunt zowel volwassen lieveheersbeestjes als larven kopen. Wanneer u bladluis in uw tuin wilt bestrijden dan kunt u het beste larven van het lieveheersbeestje bestellen. Die kunnen niet vliegen en blijven daardoor op de plek waar ze zijn uitgestrooid.