Om de achterhand sterker te maken zijn er diverse oefeningen die je kunt toepassen in je training. “Schouderbinnenwaarts is een prima oefening, want het paard moet hierbij meer op het achterbeen komen. De beenzetting loopt over drie sporen en hij moet zijn binnenachterbeen onder de massa brengen. Dat kost kracht.
Om de achterhand te kunnen activeren moeten de schouders van het paard eerst in balans zijn. Ze dragen beiden evenveel gewicht. Ze blijven beide zacht en wijken voor druk. De schouders zijn de sleutel naar de achterbenen.
Laat hem z'n hoofd midden tussen beide voorbenen door buigen. Met een wortel daag je hem uit om zo laag naar de grond te gaan en zo ver mogelijk naar achter te strekken. Hou deze 'sit-up' even vast. Laat je paard weer rustig omhoog komen en herhaal dit een paar keer.
Om voorwaarts te gaan druk je beide kuiten vlak achter de singel licht aan in het ritme van de beweging, waarbij je met de handen toestaat dat het paard voorwaarts gaat. De beenhulp werkt alleen doelmatig in op het achterbeen dat in beweging is, niet op het achterbeen dat op de grond staat.
Een goed trainingsschema voor je paard is: 2 dagen trainen 1 dag rust en dit steeds zo herhalen. De actieve rustdagen tussen de trainingen door zijn nodig om de spieren, banden en pezen te herstellen van de training.
Onder de 6 jaar is het paard vaak nog 'in de groei' en zijn banden, spieren en pezen kwetsbaar. Gemiddeld duurt het maar liefst 2 jaar voordat pezen en kraakbeen zich voldoende aangepast hebben aan zwaardere belasting. Boven de 20 jaar gemiddeld duurt het langer voor banden, pezen en spieren herstellen en opbouwen.
Eén rustdag per week is meestal wel toegestaan, maar meer zeker niet. Dat is slecht voor het paard, of dan kan je voordeliger op een manege gaan rijden. Een gitaar kun je makkelijk een hele week in de hoek laten staan zonder dat ie er onder lijdt.
Als je je paard van stal haalt, is goed instappen van belang. Een paard dat van stal komt hoort minimaal 10 minuten te worden ingestapt. Het is een warming up voor je paard, en doordat je paard stapt komt de hoefwerking op gang, wat de doorbloeding in spieren en pezen activeert.
Staart die naar één kant hangt, wijst meestal op de buiging die het paard in zijn wervelkolom aanneemt. Loopt het paard bijvoorbeeld linksom, maar draagt het zijn staart naar rechts, dan is de buiging nog niet helemaal door de rug heen.
Het rijden van overgangen en tempowisselingen in de verschillende gangen is ook een goede oefening voor de training van de buikspieren van je paard. Je kan bijvoorbeeld verschillende overgangen stap-draf-galop-stap maken op een lange zijde en verschillende tempowisselingen achter elkaar.
Meestal gebeurt het door de rijbaan na de korte zijde diagonaal (schuin) over te steken, van hoekletter tot hoekletter. Vlak voor je bij de letter bent waar je van hand gaat veranderen, kijk je in de richting waarheen je wilt en stuur je je paard met twee teugels die kant op.
Je kunt je paard wijken voor het been aanleren in stap of in draf op de kleine volte. Daarbij maak je gebruik van de natuurlijke neiging van het paard om zijn achterhand uit te zwaaien. Hierbij open je de volte in voorwaarts zijwaartse richting en duw je je paard met je binnenbeen naar buiten.
Niet alleen rijden
Zorg ervoor dat je niet alleen naar je paard gaat om hem aan het werk te zetten. Maar ga ook een keer met hem wandelen of laat hem lekker grazen. Of geef hem eens een uitgebreide poetsbeurt. Probeer tijdens die lekkere poetsbeurt de plekjes op te zoeken die je paard lekker vind.
Paarden in training hebben dus meer eiwitten nodig dan paarden die alleen in het land lopen. Om de spieropbouw bij je paard te ondersteunen, kun je bijvoorbeeld het supplement PharmaHorse BCAA geven. Dit supplement bevat drie essentiële aminozuren: L-leucine, L-isoleucine, en L-valine.
Luzerne staat bij veel paardeneigenaren bekend als een waardevolle bron van voedingsstoffen. Het is een zeer veelzijdig voermiddel voor paarden en pony's, wat in diverse rantsoenen aangeraden wordt. Luzerne is een vlinderbloemige plant die rijk is aan eiwitten.
Magnesium is een van de bouwstenen van het skelet van het paard en een mineraal dat het paard elke dag nodig heeft. Maar ook de spieren hebben magnesium nodig om te kunnen ontspannen. Een magnesiumtekort komt vaak voor bij paarden en kan vervelende blessures opleveren.
Een paard dient minimaal 2 keer per dag buiten de stal te komen. Bijvoorbeeld 1 keer voor de training en 1 keer minimaal 1 uur weidegang of vrije beweging in een paddock. Indien er geen training plaatsvindt, dient er sprake te zijn van minimaal 2 uur weidegang of paddock.
Gedrag en houdingen: veranderingen in gedrag en houdingen die een paard met pijn aan kan nemen zijn: minder bewegen, rusteloos, het hoofd laten hangen, onrustig, proberen te vluchten, rollen, met een hoef over de grond schrapen of een stijve houding aannemen.
Met het werk aan de longeerlijn kan men al redelijk vroeg beginnen, zo ongeveer wanneer het veulen tussen de 2 en 2,5 jaar oud is. Het werken aan de longeerlijn moet spelenderwijs beginnen en moet niet de enige manier zijn waarop het veulen aan zijn beweging komt.
Als je je paard aan de teugel wilt rijden zul je eerst moeten zorgen dat hij in staat is zijn lichaam goed te buigen. Dat kun je doen door het rijden van voltes (cirkels). Oefen daar goed mee zodat het paard het lichaam naar beide kanten soepel kan buigen. Het voorwaarts- neerwaarts buigen komt daarna vanzelf.
Paard heter maken, maar niet dikker
Ruwvoer blijft natuurlijk altijd de belangrijkste basis. Wat betreft krachtvoer kun je kiezen uit muesli of brokken met meer koolhydraten (suiker en zetmeel) als snelle energiebron of voer met een hoger vetpercentage voor langwerkende, langzaam vrijkomende energie.