De diagnose wordt vaak gesteld op grond van waarnemingen van de patiënt. Kleine, witgele stukjes in de ontlasting zijn kenmerkend voor een lintworm.Bij twijfel kan ontlastingsonderzoek in een laboratorium met zekerheid een lintworm vaststellen. Je kunt ontlastingsonderzoek via jouw huisarts aanvragen.
Soms laten stukjes spontaan los en verlaten ze zelf de darm. De meest voorkomende soorten in onze contreien zijn de runderlintworm (Taenia saginata), overgebracht door besmet rundsvlees, en de varkenslintworm (Taenia solium) die via besmet varkensvlees wordt overgedragen. De meeste lintwormen besmetten enkel de darm.
Wanneer de mens onvoldoende verhit vlees eet van een besmet dier (als het niet zóveel blaasjes zijn dat het in het slachthuis opgemerkt is, want dan wordt het vlees afgekeurd), komt de larve die in het blaasje zit vrij in de darmen van de mens en groeit daar uit tot een nieuwe lintworm.
De diagnose wordt gesteld door het vinden van eitjes of wormen in de stoelgang, de urine of het bloed. In een bloedonderzoek kunnen ook de afweerstoffen tegen de worm worden bepaald. Op een echografie of een scan zijn soms cysten zichtbaar in de weefsels, maar meestal is dit een toevallige vondst.
Wormen geven zelden klachten. Soms voelt u jeuk rond de anus of vagina. Heel soms kunt u buikpijn krijgen. Maar meestal merkt u niets.
De meeste mensen die besmet zijn met darmparasieten hebben sowieso last van buikpijn, maar ook treedt er vaak misselijkheid op, ze kunnen zich wattig in het hoofd voelen, vermoeid voelen of wat depressief.
Een lintworm geeft meestal geen klachten. Een lintworm wordt vrijwel altijd opgemerkt doordat men kleine witgele stukjes in de ontlasting aantreft. Deze stukjes zijn afgebroken segmenten van de achterkant van de lintworm. Meestal zijn ze één tot drie centimeter lang.
Wormen bij mensen ontstaan door besmetting van dier op dier, dieren op mensen of andersom, of mens op mens. Bekende symptomen zijn buikpijn, misselijkheid, diarree of jeuk rond de anus. De behandeling van wormen bestaat uit antiwormmiddelen (medicijnen) en hygiëne-adviezen.
U kunt wormpjes zelf behandelen met mebendazol van de apotheek of drogist. Heel soms zit er een ander soort worm, zoals een spoelworm, zweepworm of lintworm. Ziet u een (stukje) worm in uw poep? Neem deze mee naar de huisarts in een dicht potje.
In het ziekenhuis van de Indische hoofdstad New Dehli trokken de artsen uiteindelijk een lintworm van maar liefst 182 centimeter uit zijn maag. De 48-jarige man liet zijn dikke darm onderzoeken, omdat hij “al een maand of twee een beetje pijn had in zijn buik”.
Hygiëne is belangrijk: handen wassen, nagels kort knippen, elke dag schone handdoek en ondergoed. Bij goede hygiëne verdwijnen wormpjes meestal vanzelf binnen 6 weken. U kunt wormpjes ook zelf behandelen met mebendazol van de apotheek of drogist.
Diagnose van aarsmaden
De diagnose wordt vaak gesteld door de patiënt zelf of door de huisarts op grond van de klachten en waarneming van de patiënt of de ouder. Aarsmaden zijn terug te vinden in de ontlasting als kleine, bewegende witgele wormpjes. Daarnaast is jeuk bij de anus gedurende de nacht kenmerkend.
De eitjes van de spoelworm zitten in varkens- of mensenpoep. Via besmette grond of groente komen de eitjes in uw mond. Was uw handen extra goed als u met uw handen in de grond heeft gezeten.
Darmparasieten worden overgedragen door contact ontlasting. Echter, lang niet iedereen raakt besmet. Omdat de meeste parasieten buiten het lichaam langere tijd kunnen overleven, is een goede hygiëne belangrijk. In de eerste plaats moeten de handen worden gewassen na toiletgebruik.
In de darm vormt de parasiet zich weer om tot een cyste. De cysten worden daarna met de ontlasting uitgescheiden. Zo kan opnieuw een infectie optreden. Een infectie met Giardia lamblia komt op elke leeftijd voor maar vooral bij kinderen tussen de 5 en 14 jaar.
Soms ziet u de wormpjes in de poep bewegen. Wormpjes zijn heel besmettelijk, maar kunnen geen kwaad. Bij goede hygiëne verdwijnen de wormpjes vanzelf, meestal binnen 6 weken. Een andere naam voor wormpjes is aarsmaden of enterobiasis.
Ze hebben een levensduur van circa acht weken en zijn kommavormig. De eitjes bevinden zich op de huid van de anus. De eitjes van de aarsmade kunnen buiten het lichaam (bijvoorbeeld in kleren, in stof of onder de vingernagels) lang in leven blijven.
Een infectie die is veroorzaakt door een parasiet, wordt behandeld met een parasietdodend middel. Deze middelen verhinderen de aanmaak van eiwitten door de parasiet. Zonder eiwitten kan de parasiet niet groeien en sterft deze af. Voorbeelden zijn atovaquon, clindamycine en metronidazol.
Verzakking van de dunne darm (enterocele)
Bij een enterocele is de dunne darm tot laag in het bekken gezakt. De endeldarm wordt daardoor samengedrukt waardoor de ontlasting er niet goed uit kan. Typisch voor deze klacht is dat u vaak 's nachts het gevoel hebt dat u moet poepen.
Het volwassen wijfje legt haar eitjes rond de aars. Door krabben kunnen ze op de handen en het beddengoed terecht komen. Nieuwe besmettingen gebeuren dan door het inslikken van de eitjes. Het duurt dan nog 1 tot 2 maanden voor de eitjes zijn uitgegroeid tot volwassen wormen en klachten kunnen veroorzaken.
Spoelwormen, zweepwormen en mijnwormen. De kuur duurt meestal drie dagen met twee doses per dag, 's ochtends en 's avonds. Deze kuur kunt u na drie weken herhalen, als u na die tijd nog wormen in de ontlasting vindt.
Pas na een periode van enkele weken tot maanden ontwikkelen zich in deze eitjes 'infectieuze larven', welke zeer goed bestand zijn tegen milieu-invloeden en wel een jaar in de grond kunnen overleven. Door opname van deze besmettelijke eitjes kunnen zowel dier als mens (zoönose) zich infecteren.