Dat komt doordat de meeste mensen rechtshandig zijn. Bij het eten van een gebakje zetten rechtshandigen met die kant druk om een stukje af te snijden.Om die reden is de linkertand van de vork ook platter en breder.
De vorken liggen aan de linkerkant, messen en lepels aan de rechterkant. Zorg dat de snijzijde van het mes naar binnen wijst. Het bestek voor het nagerecht ligt altijd horizontaal boven het bord. Het lepeltje wijst dan met de bovenkant naar links, terwijl het vorkje met de bovenkant juist naar rechts wijst.
Messen liggen rechts van je bord en vorken links. Daarnaast dient je maaltijd altijd links van je geserveerd te worden. Soep daarentegen wordt vanaf rechts opgediend. Je waterglas staat precies boven je bord.
Ben je helemaal klaar met eten, dan leg je je bestek recht tegen elkaar, ietsje naar rechts op je bord. Leg je je horizontaal naast elkaar op je bord, dan betekend het dat je zeer tevreden bent over het diner. Wanneer je niet tevreden bent, dan leg je je bestek kruislings met je mes in je vork op je bord.
Servetten. Servetten plaats je bovenop het bord, links naast de vorken of links op het onderbord. Zorg er in ieder geval voor dat je gasten het servet makkelijk kunnen pakken. Als ze deze op hun schoot neer willen leggen, hoeven ze niet eerst van alles te verplaatsen.
Biedt u echter een schotel aan waarvan gasten iets kunnen nemen, dan doet u dit links. De meeste gasten zijn immers rechtshandig en als u rechts serveert dan is het voor de gasten vrij onhandig om iets van de schotel te nemen. Ook het afruimen gebeurt aan de rechterzijde van de gast.
Laten weten dat je klaar bent met eten
Plaats je mes en vork samen in het midden – op vier uur – van het bord. De scherpe kant van het mes wijst altijd naar binnen richting de vork.
Tips om je glazen altijd op de juiste volgorde te plaatsen
De glazen staan altijd aan de rechterkant van je bord, boven je bestek. Het grote champagneglas komt het meest links te staan (als je champagne schenkt bij de maaltijd), gevolgd door het waterglas en de wijnglazen.
Mes en soeplepel rechts van het servies
Leg de soeplepel uiterst rechts van het bord en het vismes in het midden. Direct naast het bord plaatst u het mes voor het hoofdgerecht, met de snijkant richting het servies.
Italië: Volgens de diner etiquette eet je spaghetti met een vork in je rechterhand en een lepel in de linker. Een echte Italiaan draait de spaghettislierten rond zijn vork met behulp van enkel het bord en gebruikt absoluut niet de lepel.
Wat het gebruik van lepels betreft: in Nederland en andere westerse landen wordt de lepel gebruikt voor soep en desserts, en niet voor de warme maaltijd. Rijst of pasta met saus, salades, aardappels, vlees, groente: allemaal met mes en vork. Zo wordt er ook in restaurants gedekt. Geen lepels dus.
Houd je vork altijd in je linker- en het mes in je rechterhand. Dessertbestek ligt altijd boven het bord. Zodra het dessert wordt geserveerd mag je het betreffende bestek verplaatsen.
Als je zo oplet om de asperges niet te beschadigen tijdens het klaarmaken, zou het volgens de etiquette zonde zijn om dit wel te doen met je bestek. Eet daarom asperges met je handen.Neem de onderkant van de asperge tussen duim en wijsvinger en ondersteun eventueel het loshangende deel met je vork.
Ook dit heeft tijd nodig. Eten met mes en vork is nog niet aan de orde: dat kan je kleine pas als hij 6 of 7 jaar oud is.
Of je nu in een restaurant eet of thuis een diner host, ook aan het neerleggen van je bestek ná het eten kleven allerlei regels. Ben je uitgegeten?Dan leg je je bestek schuin neer op je bord, met de punten van het bestek naar linksboven gericht.Je mes ligt boven je vork en met de scherpe kant naar je vork gericht.
Daarnaast schik je de wijnglazen van links naar rechts: eerst het rode wijn glas, gevolgd door het witte wijn glas. Stem de hoeveelheid glazen goed af op de hoeveelheid en het type dranken die je gaat serveren. Serveer je als eerst een prosecco?
Eventueel mes komt onder de vork met het heft rechts. * De sideplate (broodbordje) plaats je links naast de vorken met de rand in één lijn met het onderbord. Het botermesje leg je rechts op het bordje met de onderkant evenwijdig aan de rest van het bestek. * De glazen zet je rechtsboven het couvert.
De servet moet dubbelgevouwen in een driehoek, met de punt naar beneden, op je schoot gelegd worden. Daarmee creëer je een natuurlijk 'gootje' naar beneden. Als je nou echt tijdens het diner naar het toilet moet, leg je servet dan op je stoel. Daarmee geef je aan dat je nog terugkomt.
Het liefste ook nog wijnglazen die bedoeld zijn voor de soort wijn die je gaat serveren. Een rode wijn wordt in een groter glas geserveerd dan een witte. Voor wat betreft de volgorde: het glas wat je als eerste gaat gebruiken, staat het meest rechts. Het laatst te gebruiken glas meest links.
Als gast gebruik je je bestek van buiten naar binnen. Not done is het bestek zo neerleggen dat ze met het handvat op tafel liggen en het mes of de vork op de rand van het bord. Wil je even een pauze inlassen maar daarna nog wel weer verder eten? Leg dan het mes en de vork kruislings op je bord.
De messen horen altijd aan de rechterzijde van het bord te liggen. De messen moeten met de snijkant naar het bord toe liggen. De soeplepel en eventueel daarnaast het bestek voor het voorgerecht komen daarnaast te liggen. Vorken leg je altijd aan de linkerzijde van het bord.
Het ruiken en proeven van de wijn
Draai het wijnglas rond zodat de wijn blijft kleven aan de binnenkant van de kelk. Zo komt er meer van de wijn in aanraking met de lucht. Als de wijn in contact komt met zuurstof kan men ten volle van de verspreide aroma's genieten.
Dit laatste zorgt voor een betere energiebalans, voor een goede werking van hart- en bloedvaten en voor het immuunsysteem. In de praktijk is de aanbeveling om niets meer te eten na 16.00u.
Voor het gebruik van je bestek geldt: Lepel soep altijd van je af en breng je vork of lepel altijd naar je mond toe, in plaats van je mond naar je vork of lepel. Je vork dient te allen tijde met de boog naar beneden gericht te zijn. Je gebruikt hem dus niet als lepel.
Slaapspecialisten en diëtisten raden aan om niet meer na 19 uur te eten of toch minstens 3 uur tussen de laatste maaltijd en het slapengaan te voorzien. Pikant voedsel wordt ook afgeraden, omdat het zorgt voor een opgeblazen gevoel en oprispingen.