U leest een telpatroon volledig tegenovergesteld aan hoe u normaal zou lezen: van rechts naar linksen van onder naar boven. Met andere woorden: u begint met het symbool rechts onder in de hoek, en breit richting links en naar boven (zie ROOD in het telpatroon hieronder).
De basis van ajour breien
Dit lees je namelijk van rechtsonder naar linksboven. Even wat anders dan je gewend bent, maar eigenlijk super logisch. Het telpatroon geeft aan wat je moet doen. In alle ajour breipatronen staan er cijfers naast de rijen zodat je precies weet waar je moet beginnen.
tr. Je breit één keer alle steken, van steek 1 t/m de laatste steek. Dit is 1 toer.
Realiseer je het volgende: De steken aan de rechterkant van je breiwerk kun je alleen in de heengaande naalden afkanten; dit is dus in elke 2e naald (want de andere naald is de teruggaande naald). Ook de steken aan de linkerkant kan je alleen om de naald afkanten, omdat je 'er alleen bij kan' in de teruggaande naalden.
Als je wilt afwijken van het originele patroon en ander garen wilt gebruiken, moet je een nieuwe berekening maken om te weten hoeveel steken je moet opzetten van de andere wol. Je moet de stekenverhouding opnieuw bepalen.
Aan de hand van jouw proeflapje weet je hoeveel steken en toeren je nodig hebt voor 10 cm. Een voorbeeld: 16 steken en 24 toeren is 10x10 cm. Een snelle som leert je dat je dus 1,6 steken nodig hebt voor 1 cm en het zestigvoudige hiervan voor 60 cm, dus 96 steken.
Een averecht gebreide steek kun je herkennen aan het 'bobbeltje' dat je kunt zien direct onder het lusje dat op je naald staat. Als je goed kijkt, kun je zien dat zo'n bobbeltje ontstaat doordat het lusje op je naald van-voor-naar-achter door de voorgaande steek is getrokken.
Je leest het schema zoals je breit, dus van onder naar boven. Brei je plat, dan lees je om en om van rechts naar links en van links naar rechts. Werk je in het rond, dan lees je elke toer van rechts naar links. Het gedeelte dat wordt gemarkeerd met een R geeft de herhaling van het patroon weer.
Het mooiste resultaat bij het meerderen in de mouw krijg je als je aan het begin van de naald na 2 steken een steek meerdert door uit de dwarsliggende draad van de vorige toer een steek gedraaid reachts breit (achter insteken), want dan ontstaan er geen gaatjes.
Als u wilt minderen, bijvoorbeeld voor een armsgat, hals of de taille dan kunt u steken minderen. Als u mindert bij markeerders of naast kantsteken brei dan als volgt aan de goede kant: Fig. 1: Brei tot de steek die u wilt minderen, op de foto minderen we naast 4 kantsteken.
Gebruikte afkortingen:
Aab = afhalen, afhalen, breien: 2 st. recht afhalen en dan samen breien in de achterste lus. 2R samenbr= 2 steken recht samen breien. 2av samenbr= 2 steken averecht samen breien.
Steek (een): een lus in je breiwerk of op de naald. Toer (een): je breit één keer alle steken, van steek 1 t/m de laatste steek. Dit is 1 toer.
4e naald: *1 averecht, 2 steken averecht samen breien door de achterste lus, 9 averecht, 2 steken averecht samen breien, 1 averecht*. Herhaal *-* tot het einde van de naald. 5e naald: *1 recht, 2 steken recht samen breien, 7 recht, haal 2 steken recht af, zet ze weer op de linkernaald en brei ze recht samen, 1 recht*.
De patentsteek oftewel de brioche stitch is een mooie steek die gelijk een comfortabel en dik effect geeft aan je kol of sjaal, zeker als die gebreid wordt met een wat dikker garen. Deze steek geeft ook een heel mooi effect als je hem met twee kleuren breit.
Bij deze variant meerder je door de horizontale draad tussen de zojuist gebreide steek en de volgende steek vanaf de voorkant van het werk op te nemen met de linkernaald, en deze vervolgens gedraaid recht (GK) of gedraaid averecht (VK) te breien.
Wanneer je gewoon mindert door twee steken samen te breien, dan wijst de mindering naar rechts. Maar je gaat accentueren door te zorgen dat de mindering naar links wijst. Dat doe je door: een steek recht af te halen, een steek recht te breien, en vervolgens de afgehaalde steek over de net gebreid steek te halen.
Zet de steken op een hulpnaald of draad. Mouwen: zet 42–44–46 steken op met donkergroen en brei 5 cm boordsteek. Ga verder in tricotsteek. Meerder voor de mouwwijdte 14 x 1 steek aan weerszijden van elke 6e naald.
In de teruggaande naald brei je steeds recht boven recht en averecht boven averecht. Voor een breed boordpatroon zet je een aantal steken op dat deelbaar is door vier en brei je de heengaande naalden steeds 2 (of meer) steken recht en 2 (of meer) steken averecht.
Breien zoals de steken zich voordoen betekent dat je de steken breit zoals je ze ziet hangen onder je linker breinaald. Zie je een v'tje, dan maak je een rechte steek. Zie je een bultje, dan maak je een averechte steek.
Jacquardbreiwerk is een vorm van breien (textiel) met verschillende kleuren, waarbij zich aan de achterzijde van het breiwerk lange draden bevinden. De techniek wordt ook wel inbreien genoemd.
- De goede kant van je breiwerk is in principe de kant met de v-tjes, de achterkant heeft ribbels. Dit is als je 1 toer recht 1 toer averecht breit = tricotsteek. - In je breiboek staat dat het draadje van de opzet links moet zijn voor de goede kant, maar dit is mede afhankelijk van de opzetmethode.
Tricotsteek breien
Je breit tricot door rechte steken heen en averechte steken terug breien. Dus de ene naald brei je helemaal met rechte steken, dan keer je je breiwerk om en breit de hele naald averechte steken. Bij de averechte steek houd je de draad tussen het brei werk en jezelf.
averechts = averechts bijv. naamw. Uitspraak: [avəˈrɛx(t)s] in de tegenovergestelde richting Voorbeeld: `een averechts resultaat`averechts uitpakken (het verkeerde resultaat krijgen)averechtse steken&nbs...