Als u weet welke factoren bij u de pijn beïnvloeden, kunt u hier rekening mee houden. Vlak na de amputatie komt fantoompijn heel veel voor. Meestal vermindert de fantoompijn in de loop van een jaar.Bij ongeveer één op de tien geamputeerden blijft de fantoompijn echter langer bestaan en soms zelfs altijd.
De bij de amputatie doorgesneden zenuwen blijven prikkels doorgeven naar de hersenen alsof het geamputeerde lichaamsdeel er nog is. Het geamputeerde lichaamsdeel kan vreemd aanvoelen of pijn doen.
Hoe lang de revalidatie duurt verschilt per persoon. Dit hangt bijvoorbeeld af van hoe de wond van de stomp geneest, uw conditie en de hoe snel u leert omgaan met uw stomp, prothese of andere hulpmiddelen.
Deze opname duurt enkele weken tot maanden, afhankelijk van het amputatieniveau en uw algemene toestand. Zo bedraagt de gemiddelde opnameduur voor een onderbeenamputatie vier weken en ongeveer drie maanden voor een amputatie van andere ledematen.
Fantoompijn is een normaal en veelvoorkomend verschijnsel na een amputatie. Na amputatie komt fantoompijn bij globaal 70% van de patiënten voor. Fantoompijn doet zich het meest voor in aanvallen die in ernst en frequentie kunnen verschillen, maar kan ook chronisch optreden en dus altijd aanwezig zijn.
Fantoompijn is pijn die iemand voelt in een geamputeerd lichaamsdeel. Fantoom betekent letterlijk 'spook' of 'hersenschim'. Je ervaart pijn, terwijl het pijnlijke lichaamsdeel er niet meer is. Het komt vaak voor.
Bij stomppijn is er pijn in het stompgedeelte. De pijn zit dus in de stomp zelf en niet in het fantoomledemaat. Bij fantoomgevoel wordt het geamputeerde lichaamsdeel gevoeld alsof het er nog is of er zijn warmtegevoelens, tintelingen of het gevoel dat het ledenmaat verkort of verlengd is.
Masseer het stomp-gedeelte, het weefsel en de spieren. Sommige vormen van fantoompijn hebben te maken met een slechte doorbloeding van de stomp of met verkrampende spieren in de stomp. Door te masseren verbetert u de doorbloeding en kunnen de spieren ontspannen.
Zeker in het begin, net na uw amputatie, kan ontkenning een grote rol spelen. In de periode dat het tot u door begint te dringen dat uw amputatie definitief is, kan het zijn dat u zich extra moe voelt. U heeft dan veel behoefte aan slaap en u kunt het besef van tijd kwijt zijn.
Ja, het is mogelijk om een geamputeerd lichaamsdeel of lichaamsweefsel mee naar huis te nemen. Men mag het ook laten begraven of cremeren, maar dat hoeft niet. Dergelijk menselijk 'afval' valt niet onder de Wet op de lijkbezorging.
Het amputeren van een onderbeen is ingrijpend. In 90 procent van de gevallen is amputatie nodig vanwege problemen met de bloedvaten. De andere 10 procent komt door een ongeluk, na een infectie, een tumor, een verbranding of bevriezing. U ligt 7 tot 10 dagen in het ziekenhuis.
Bij zenuwpijn helpen pijnstillers vaak minder goed. Andere medicijnen helpen wat beter tegen de pijn. Bewegen is goed, ook bij pijn. Wordt de pijn erger, stop dan.
Dit kan een vinger zijn, deel van de hand of voet, of de hele hand of voet, of zelfs arm of been. De pijn is ernstig en bizar en heeft alle karakteristieken van neuropathische pijn. Fantoom betekent letterlijk 'spook' of 'hersenschim'. Er is heftige pijn, maar waar die pijn ervaren wordt, daar is geen lichaam meer!
Dit heeft drie redenen: Bescherming van de wond; Zoveel mogelijk stuwing (oedeem) in het onderbeen voorkomen zodat er zich een goede stomp vormt. Dit is belangrijk voor het aanmeten van een tijdelijke prothese, die zo snel gezet kan worden.
Vaak zult u de eerste tijd na de ingreep last houden van pijn. U mag pijnstilling innemen volgens afspraak. Als u eenmaal thuis bent, is het voor uw herstel van belang dat u actief blijft, maar uzelf niet overbelast. Het is daarom belangrijk om goed te luisteren naar de signalen die uw lichaam geeft.
Bij een amputatie wordt een deel van het lichaam afgezet, bijvoorbeeld een teen, voet, been, vinger of arm. Dit gebeurt alleen als er sprake van zodanige weefselschade dat niet amputeren levensbedreigend is. Met een amputatie zult u afstand moeten doen van een deel van uw lichaam.
Zo is ook bij amputaties de kans op complicaties aanwezig, zoals nabloeding, wondinfectie, trombose of longontsteking. Als gevolg van het vaak grote wondoppervlak en het feit dat veelal weefselschade de reden is voor een amputatie, kunnen nabloedingen en met name infecties vaker voorkomen.
Elk jaar zijn er in Nederland ongeveer 3.200 mensen die een amputatie van een arm of been moeten ondergaan. Een amputatie is in de meeste gevallen voor de geamputeerde, maar zeker ook voor zijn of haar directe omgeving een trauma ervaring.
Een amputatie is een operatie waarbij we een lichaamsdeel weghalen. Bijvoorbeeld een arm, een been, een voet, een hand, een teen of een vinger. Soms is amputatie nodig, bijvoorbeeld omdat iemand heel erge pijn heeft door beschadigde zenuwen.
De grote teen is een belangrijk deel van ons lijf. We wikkelen de voet ermee af, waardoor wee kunnen lopen. Hij zorgt voor het evenwicht. Zonder grote teen is het lopen moeilijk.
Hoe wordt een amputatie uitgevoerd? Bij een operatie is het belangrijk dat er een zo goed mogelijke stomp wordt gevormd; stevig en geschikt voor het lopen met een prothese. De ingreep vindt zo plaats dat na de amputatie de huid rond de wond kan worden dichtgevouwen. De chirurg vormt met huidsneden twee huidlappen.
Fantoompijn komt vaak voor: van alle mensen die een amputatie hebben ondergaan, heeft 50 tot 85% last (gehad) van deze vorm van pijn. Vooral direct na de amputatie hebben veel mensen last van fantoompijn, maar de pijn kan ook pas jaren later optreden.
Deze aandoening wordt behandeld door een traumatoloog: een chirurg of een orthopeed, gespecialiseerd in de behandeling van letsel na een ongeval. Het specialisme traumatologie wordt daarom ook wel ongevalchirurgie genoemd. Vaak is er sprake van meerdere, complexe problemen.