Braadlap duurt ongeveer van 20 tot 40 minuten braden. Biefstuk duurt ongeveer van 1 tot 3 minuten bakken per zijde. Gehakt duurt ongeveer 15 minuten om te bakken of braden. Braadstuk duurt ongeveer 25 tot 30 minuten om te braden voor 500 gram, 15 tot 20 minuten voor 350 gram.
Doe de deksel op de pan en zet het geheel in het midden van een op 100ºC conventioneel voorverwarmde oven en stoof in 3½-4 uur zacht en gaar. Keer tussentijds het vlees een paar keer en controleer of er nog genoeg vocht in de pan zit en vul eventueel aan met een beetje extra water.
Je kunt ervoor kiezen runderlappen kort te bakken (20 tot 30 minuten) of je gaat voor de langere bereidingswijze. Voor de korte bereidingswijze van runderlappen sla je stap 6 over. Kies je voor de langere bereidingswijze laat je het vlees na het kort bakken, nog zo'n twee uur sudderen op laag vuur.
-Voeg zuren aan je vlees toe, zoals (rode) wijn, azijn , bier, tomatenpuree of mosterd. De zuren die hierin zitten zorgen ervoor dat het bindweefsel in vlees wordt afgebroken waardoor het vlees mals wordt.
De bereidingswijze:
Kruid de runderlapjes met peper en zout. Warm de pan op en doe een beetje bakboter in de pan. Laat de pan heet worden. Doe de runderlappen in de pan en bak ze bruin aan.
Zet het vuur niet te hoog: stoofvlees moet zachtjes stoven, en zeker niet koken. Zachtjes pruttelen is oké, maar van koken wordt het vlees taai. Het deksel hoeft niet meteen op de pan, dan krijg je te veel vocht in je stoverij.
Verhit één eetlepel olie, vloeibare margarine of een ander bak- en braadproduct per persoon. Als je margarine gebruikt, laat dan het schuim wegtrekken. Een bak- en braadproduct moet lichtbruin kleuren. Leg het vlees in het hete vet en laat het bruin worden of een korstje krijgen.
Hoe langer je stoofvlees laat garen, hoe malser het wordt. Je moet er echter rekening mee houden dat wanneer je het te lang laat opstaan, het vlees helemaal uiteen gaat vallen. Zo heb je geen stukken vlees meer maar wordt het stoofvlees meer een dikke saus met draadjesvlees in.
Als je het vlees afblust, dan moet het vocht, de saus of bouillon dezelfde temperatuur hebben als het vlees in de pan. Bij koud vocht, sluit het vlees zich af, wordt het minder mals en neemt het weinig smaken meer op. Laat je vlees helemaal onder de bouillon of saus garen. Op deze manier droogt het vlees niet uit.
Doe de bouillon, kruidnagel en laurier in de pan en breng aan de kook. Zet de pan op een klein pitje met een sudderplaatje en voeg het vlees, azijn/wijn en ketjap toe. Als het vlees niet helemaal onder het vocht staat, voeg dan nog wat kokend water toe. Laat het vlees met het deksel op de pan 3 à 4 uur zachtjes stoven.
Hoelang moeten riblappen braden? Riblappen moeten minstens 2 uur braden op laag vuur. Check het vlees daarna en beslis of je het langer laat staan. Hoe langer het vlees suddert, hoe zachter het wordt.
Riblappen zijn van de drie het meest mals omdat ze meer vet hebben dan de sucade- en runderlappen. Het heeft hierdoor meer smaak en wordt dan ook heerlijk zacht. Riblappen zijn perfect voor een pan ouderwets draadjesvlees.
Een zure marinade verzacht de spiervezels in het vlees. Zo kan je met wat citroensap, azijn of yoghurt taaie stukken vlees omtoveren tot bijvoorbeeld deze Midden-Oosters getinte malse hap. Ook tannines doen het goed in samenwerking met vlees.
Runderriblap. Fijne riblappen zijn de meest malse stooflappen van het rund en het snelst te bereiden. Door iets zuurs (bijvoorbeeld azijn of wijn) aan het stoofvocht toe te voegen is het vlees sneller zacht.
Een sucadelap wordt van de schouder gesneden, een riblap uit het eerste deel van de ribben en een runderlap worden van verschillende andere delen gesneden. Poulet zijn in stukken gesneden runderlappen en sommigen zeggen dat deze stukken het best zijn voor oma's hachee, het ouderwetse draadjesvlees.
Wil je zeker genoeg stoverij voorzien, reken voor het onbereidde vlees dan ongeveer een kilogram per vier personen. Dat zou meer dan voldoende moeten zijn. De hoeveelheid bereid stoofvlees per persoon ligt rond de 350 à 400 gram. De hoeveelheid die aangegeven staat in een recept kan verschillen naargelang het gerecht.
Een scheutje wijn, azijn, citroensap of ieder ander zuur (tomaat, tomatenpuree of zelfs rinse appelstroop) zorgt ervoor dat het bindweefsel in stoofvlees malser en zachter wordt. Daarom is het draadjesvlees van jouw oma zo lekker en zo zacht!
Als een stoofpot te dun is, giet dan wat vocht af, kook dit in en voeg weer toe aan de stoofpot. Dit is beter dan het gerecht achteraf binden met bloem of maïzena (zie ook stap 2). Binden kan eventueel ook met ingrediënten die uit zichzelf binden zoals tomatenpuree of cacaopoeder (in Mexicaanse stoofpotten erg lekker).
Stoven is het langzaam garen van vlees in een vloeistof. Je braadt het eerst aan en dan laat je het rustig verder gaar worden in een gesloten pan, op een laag tot matig vuur in bouillon, wijn, cider of bier met groenten en kruiden. De temperatuur van de vloeistof maakt een groot verschil.
Vochtig vlees spettert als het in aanraking komt met hete boter, en door het vocht koelt de boter meer af dan nodig is. Voordat het vlees in de pan gaat is het slim om het even door de bloem te halen. Het krijgt dan een mooie bruine kleur en de bloem bindt later het vocht wat aan het vlees wordt toegevoegd.
Braadlappen bereiden kan op verschillende manieren, maar meestal worden ze gebraden of gestoofd. Braadlappen braden doe in je 20 tot 30 minuten met de deksel schuin op de pan, voor stoven trek je minimaal anderhalf tot twee uur uit.
Olie gebruik je om je vlees of vis op een hoge temperatuur te kunnen bakken. Dit is ontzettend belangrijk wil jij dat perfecte stukje vlees of vis bereiden. Boter gebruik een klein beetje voor de smaak. De vettige structuur en het feit dat boter altijd smaken verbindt, maakt je vlees of vis net even wat lekkerder.
Rood vlees bak je 1 minuut per kant, roze bak je 2 minuten en een doorbakken stuk vlees bak je 3 minuten per kant. Bij vlees per 500 gram is het afhankelijk van de dikte van het vlees wat de bereidingstijd is. Hoe dikker, hoe langer.