Zaaien en planten Je zaait zo'n 4-5 bonen per stok, op een afstand van 75x75 cm. Voorzaaien is ook een optie; zaai dan 4-5 bonen per potje en plant deze vervolgens uit bij een stok of draad. Houd met stokbonen rekening mee dat je de planten in het begin soms een beetje moet helpen door ze om de stok heen te draaien.
Zaai je boontjes ongeveer 10 cm uit elkaar in rijen. Hou ongeveer 40 cm tussen de rijen. Plaats voor stokbonen om de halve meter 2 stokken tegenover elkaar en naar elkaar toe. De stokken vormen zo een soort tipi.
Zaai per persoon 20 bonen. Bonen zijn eenvoudig om te kweken. Na het zaaien kun je na 10 dagen al een plantje boven de grond verwachten. Let op dat vogels er niet met deze kleine bonenstaakjes vandoor gaan.
Na een week of zeven zie je de eerste bloemetjes.Als de schattige vlinderbloemetjes er eenmaal zijn, komen de boontjes snel daarna. Knip ze van de plant af als ze ongeveer 20 cm lang zijn: dan zijn ze echt het lekkerst: heerlijk knapperig!
Bij stamslabonen houd je een rijafstand aan van 45 cm. Bij stokslabonen moet je 75 cm ruimte tussen de rijen aanhouden.
Je kan per m2 ongeveer 8 tot 10 planten telen. Stokbonen telen inplaats van stambonen heeft als voordeel dat ze minder snel last hebben van schimmel omdat de planten goed kunnen drogen. Zaai bonen pas vanaf half mei buiten of vanaf begin mei binnen en zaai alleen met droog en warm weer.
Sla telen onder bonenstokken
Als je namelijk stokken in rijen zet, dan is de ruimte ertussen leeg. Zaai er wat sla of andijvie zaden, en als dan de bonen te veel licht weg nemen, zijn ze klaar om te oogsten!
Op zandgrond mag je tot 5 cm diep zaaien, op zware tuingrond 2 cm. Zaai steeds in een halve cirkel aan de binnenzijde van de staak om de plant goed te laten hechten, op ongeveer 10 cm afstand van de stok. Zo komt de plant bij het groeien automatisch tegen de staak aan.
Zaai boontjes 2 tot 4 cm diep. In zandgrond kun je iets dieper planten, in kleigrond iets minder diep. Zaai of Plant struikbonen 8 cm uit elkaar en de rijen 40 cm tussen de rijen. Voor stokbonen zet je om de 50 cm een stok die je diagonaal plaatst recht tegenover een andere stok.
Boontjes houden niet van natte grond want dan kunnen de zaden rotten, het zand zorgt voor een betere afwatering. Houd de zaden vochtig maar geef ze zeker niet te veel water. Bij kamertemperatuur kiemen de zaden binnen 1 tot 2 weken.
De naam verraadt het eigenlijk al. Stokbonen zijn klimmende bonen, die met behulp van een stok of touw omhoog kunnen groeien.Stambonen zijn niet-klimmende bonen. De planten worden tussen de 40 en 60 centimeter groot en hebben dan ook geen ondersteuning nodig.
Bij temperaturen boven de 6 graden zijn de bonen vatbaar voor bederf, dus buiten de koelkast kun je ze maximaal twee dagen bewaren. Indien je ze langer wilt bewaren is invriezen aan te bevelen.
Bonen zorgen zelf voor stikstof doordat ze stikstof uit de lucht opslaan in de wortelknobbeltjes (stikstofsynthese). Daarom hebben ze weinig bemesting nodig. Compost van plantaardig materiaal is ideaal. Ook om bonenvliegen tegen te gaan, die afkomen op stalmest.
Lage bonen worden ook wel struikbonen maar vooral stambonen genoemd. De opbrengst van stambonen bedraagt gemiddeld 12 kilo per 10 vierkante meter. Het grootste voordeel van stambonen is het snelle groeien en dus ook snelle oogsten (sneller dan stokbonen die eerst veel stengels en blad moeten maken om te klimmen).
Welk materiaal je ook gebruikt en welke vorm je voorkeur ook heeft: je stokken moeten zeker 2,5 meter lang zijn. Je bonenplanten worden immers zeker twee meter hoog en je moet een deel van de lengte van de stok gebruiken om hem stevig in de grond te plaatsen.
Een bodemtemperatuur tussen 12 en 15°C is ideaal. Kies in elk geval een zonnige plaats in je tuin, want in de zon zullen ze beter groeien en lekkerder smaken. Voor je gaat zaaien, week je de bonen best een nachtje in water om de kieming te bevorderen en de kans op succes te vergroten.
Zaaien en planten
Je zaait zo'n 4-5 bonen per stok, op een afstand van 75x75 cm. Voorzaaien is ook een optie; zaai dan 4-5 bonen per potje en plant deze vervolgens uit bij een stok of draad. Houd met stokbonen rekening mee dat je de planten in het begin soms een beetje moet helpen door ze om de stok heen te draaien.
Rond half juli kan men de laatste bonen in volle grond zaaien.
Bonen zaai je van begin mei tot eind juni. Dan moet het wel warm en droog zijn, want bij kou en regen komen de bonen niet goed op. En laat dat nu net geen garantie zijn in Nederland. Bovendien zijn de jonge zaailingen erg kwetsbaar voor nachtvorst.
De stambonen van de Makkelijke Moestuin zijn lekkere dubbele slaboontjes. Deze soort geeft veel malse sperzieboontjes in trosjes van 4 tot 5 stuks. Oogst de boontjes rond de 10 cm lang: dan zijn ze het lekkerst.
De slaboon wordt ook wel sperzieboon genoemd. Sperziebonen en slabonen zijn dus hetzelfde. Er zijn veel onderlinge verschillen tussen de soorten bonen. Zo is ook de bruine boon (lees meer) eigenlijk gewoon een slaboon.
Normale dosis kalk nodig (1 kg/10 m²):
Vruchtgewassen, zoals: tomaten,komkommer, courgettes, pompoenen, meloenen … Peulgroenten, zoals: bonen, erwten … Kleinfruit, zoals: aarbeien, frambozen, rode bessen, witte bessen, kruisbessen ... Kruiden, zoals: kervel, bieslook, tijm, basilicum, lavendel ...
klimbonen-mix
3 bonen elk 20 cm of aan elke stok. Langs draden, staken of klimrek leiden.