Nawoord is maximaal 3 à 4 alinea's. Nawoord staat voor de literatuurlijst en na de conclusie/discussie/aanbevelingen. In het nawoord staat vermeld wat ik heb geleerd. Het nawoord is persoonlijk maar in een professionele stijl geschreven.
Een nawoord is een terugblik op de periode van het schrijven van je scriptie of onderzoek. Je vertelt over je ervaringen en wat je hebt geleerd. In je nawoord kun je tevens mensen bedanken als je dit nog niet hebt gedaan in een voorwoord of dankwoord.
Waar komt het nawoord? Het nawoord komt helemaal aan het einde van de scriptie te staan. Je plaatst het dus na de discussie en eventuele aanbevelingen. Wel moet het voor de literatuurlijst komen te staan, deze moet namelijk makkelijk terug te vinden zijn in de scriptie.
Jouw werkstuk bestaat uit een voorblad, inhoudsopgave, voorwoord, zes tot acht hoofdstukken, nawoord en een bronnenlijst. Elk hoofdstuk is minimaal 30 regels aan tekst. De andere ruimte gebruik je voor de afbeeldingen. Je schrijft het werkstuk in Word met lettertype Calibri, lettergrootte 12.
Het voorwoord van een scriptie komt na de samenvatting, maar vóór de inhoudsopgave. De inleiding is het eerste hoofdstuk van je scriptie en komt meteen na de inhoudsopgave.
Wanneer je over een onderwerp niet zoveel te vertellen hebt, moet je daar geen apart hoofdstuk van maken. Zet het dan bij een ander hoofdstuk. Er moeten 8 hoofdstukken in je werkstuk zitten met in totaal 250 woorden per hoofdstuk. 6.
Slot: meestal is dit de conclusie of samenvatting. Het kan ook zo zijn dat je je eigen mening over het onderwerp moet geven of dat je terugblikt op het schrijven van het verslag. Wat heb je er van geleerd?
Een nawoord schrijf je pas op het allerlaatste moment van je schrijfopdracht, werkstuk, verslag of scriptie. Dat is het moment waarop je goed kunt overzien wat je hebt geleerd en of je de vragen hebt kunnen beantwoorden die je jezelf van tevoren had gesteld.
In het voorwoord beschrijft u waarom u ervoor hebt gekozen over het onderwerp te schrijven, wat u er moeilijk aan vond en wie u geholpen heeft bij het schrijven van uw boek of verslag. Het eerste stuk tekst dat de lezers van uw boek of verslag lezen, is het voorwoord.
Een Epiloog is een toevoeging aan het einde van een literair werk met aanvullende informatie die betrekking heeft op het voorafgaande verhaal. Het kan een interne monoloog zijn van het hoofdpersonage, of een toelichting op de huidige situatie van de karakters uit het verhaal.
In dat geval kun je ook prima een tabel gebruiken. je niet meetellen. Groep 7 minstens 1500 woorden en maximaal 1650 woorden. Groep 8 minstens 2400 woorden en maximaal 2650 woorden.
De inleiding
Een inleiding bestaat uit één of meer alinea's en heeft als functies aandacht trekken van de lezer en het introduceren van het onderwerp.
Inleiding (±150-200 woorden) Hoofdtekst in vraag-antwoordvorm (maximaal 1900 woorden) Afsluitende tekst ('Tot besluit') (±100 woorden)
In de laatste alinea van de inleiding geef je een korte beschrijving van de opbouw van het document en de manier waarop je de centrale vraag gaat beantwoorden. Je maakt de lezer als het ware wegwijs in je document.
Inleiding. In de inleiding laat je de lezer weten hoe het werkstuk is opgebouwd. Dit doe je door eerst te vertellen wat de probleemstelling is die je hebt onderzocht. Daarna noem je stuk voor stuk de deelvragen van je onderzoek, en vertel je in welk hoofdstuk je welke deelvraag gaat beantwoorden.