Het aflossingsvrije deel van je nieuwe hypotheek mag maximaal 50% van de waarde van je nieuwe huis zijn. Het kan zijn dat je op dit moment een veel groter deel van je hypotheek aflossingsvrij hebt afgesloten. Het deel van de hypotheek dat hoger is dan 50% van de woningwaarde, moet je in maximaal 30 jaar aflossen.
De aflossingsvrije hypotheek heeft geen einddatum en loopt dus ongewijzigd door. Dit is het meest gunstig. De aflossingsvrije hypotheek kan worden verlengd. Er moet een nieuwe hypotheek worden afgesloten.
Je mag je aflossingsvrije hypotheek meenemen als je verhuist naar een nieuwe woning. Maar alleen als de aflossingsvrije schuld niet hoger is dan 50% van de waarde van het nieuwe huis.
Een aflossingsvrije hypotheek hoef je niet af te lossen
Na dertig jaar moet je de hypotheekschuld aflossen. Dat doe je bijvoorbeeld met spaargeld, door een nieuwe hypotheek af te sluiten of door te verhuizen en met de opbrengst je aflossingsvrije hypotheek af te lossen.
Als u een aflossingsvrije hypotheek heeft, loopt u het risico dat de bank deze hypotheek aan het einde van de looptijd niet wil of kan verlengen. Dit risico is groter dan u denkt en zal voor veel huizenbezitters nare gevolgen hebben. Het is daarom verstandig om uw eigen situatie nu al in kaart te brengen.
Wat is het voordeel van een deels aflossingsvrije hypotheek? De maandlasten voor een annuïteitenhypotheek van 100.000 euro (looptijd 30 jaar) zijn: Uitgaande van een hypotheekrente van 1,5 procent betaal je na het afsluiten van de hypotheek: 345 euro. Het geeft dus een verschil van 220 euro per maand.
De looptijd voor een hypotheek bedraagt in de regel 30 jaar en als de bank deze looptijd niet verlengt, dan hebt u een probleem. De bank kan uw woning opeisen, bovendien bestaat er na dertig jaar geen recht meer op hypotheekrenteaftrek.
Is de rente van je aflossingsvrije hypotheek niet aftrekbaar? Dan mag je de aflossingsvrije hypotheek in mindering brengen op je vermogen in box 3. Hierdoor betaal je mogelijk minder belasting over je vermogen. Deze belasting heet vermogensrendementsheffing.
Bovendien geldt op dit moment dat maximaal 50% van een nieuw afgesloten hypotheek aflossingsvrij mag zijn, waardoor je alsnog hoe dan ook al deels op je hypotheek aflost. Dat verkleint de kans dat je met een restschuld achterblijft.
Je hypotheek oversluiten naar een lagere rente kan duizenden euro's voordeel opleveren. Het kost wel geld. Denk aan boeterente om je oude hypotheekrente af te kopen en afsluitkosten voor de nieuwe hypotheek. Oversluiten naar een andere bank is alleen zinvol als je die kosten weer terugverdient.
Als regel kunt u aanhouden dat u maximaal 50% van de marktwaarde van de woning aflossingsvrij kunt lenen. Voorwaarde bij deze hypotheekvorm is dat de waarde van uw huis aanzienlijk hoger is dan het geleende bedrag.
Als je naar een andere koopwoning verhuist, heeft dat gevolgen voor je lopende hypotheek. Gelukkig bieden veel hypotheekverstrekkers de mogelijkheid om je hypotheek mee te nemen. Ze noemen dit de 'verhuisregeling' of 'meeneemregeling'.
De hypotheekverstrekker behandelt het meenemen van je hypotheek als een nieuwe hypotheekaanvraag. Je hypotheek is namelijk gekoppeld aan je oude huis. De hypotheekverstrekker beoordeelt of je voldoet aan de regels en voorwaarden die gelden op het moment dat je het verzoek indient om je hypotheek mee te nemen.
Een hypotheek eindigt normaal gesproken na 30 jaar. U kunt uw hypotheek mogelijk ook verlengen. U kunt dit op elk willekeurig moment of aan het einde van de looptijd aanvragen.
Extra aflossen kan fiscaal aantrekkelijk zijn, vooral als de spaarrente laag en de hypotheekrente relatief hoog is. Als je besluit extra af te lossen, is het verstandig om dat voor 1 januari te doen. Hoe lager je spaarsaldo dan is, hoe minder belasting je betaalt.
In de meeste gevallen is het dus verstandig om uw hypotheek af te lossen als u voldoende spaargeld heeft. Uw spaargeld levert immers bijna niets op, en een besparing is bijna altijd mogelijk.
Woning in box 1 en hypotheek in box 3
Het voordeel van je hypotheek in box 3 zetten is dat je vermogen in box 3 daalt doordat je de hypotheek mee mag nemen als schuld. Zeker als je veel vermogen bezit, bespaar je fors op belasting in box 3. In 2022 tot maximaal 1,71%.
Je bepaalt zelf hoeveel en hoe vaak je geld opneemt (tot maximaal die limiet). Hoe hoog de limiet is, bepaalt de bank op basis van je inkomen en hoeveel overwaarde je hebt. De limiet is echter nooit hoger dan 50 procent van de woningwaarde.
Volgens de wet mag je een aflossingsvrije hypotheek gewoon oversluiten naar een andere bank. Banken zijn hier niet zo happig op. Zij houden de regel aan dat een hypotheek maximaal 50% van de huidige woningwaarde aflossingsvrij mag zijn. In overleg kan dit percentage soms wat hoger zijn.
Bij een hypotheekrente van 1,75 procent is de maximale hypotheek voor een eenverdiener met een bruto jaarinkomen van ongeveer 35.000 euro iets meer dan 160.000 euro. Bij een bruto jaarinkomen van ongeveer 50.000 is de maximale hypotheek rond de 235.000 euro.
Je kunt je lopende hypotheek niet zomaar meenemen. Deze hypotheek is gekoppeld aan je oude huis. De geldverstrekker ziet het verhuizen als een nieuwe hypotheekaanvraag. Dit betekent dat zij opnieuw bekijkt of je het hypotheekbedrag op basis van je inkomen en de waarde van je nieuwe woning wel kunt lenen.
Je hebt een nieuw huis gekocht en je wilt je huidige rentecontract meenemen? Dan geldt het volgende: Je mag het rentecontract meenemen tot de einddatum van de rentevaste periode. Je mag het rentecontract meenemen voor maximaal de hoogte van jouw oude lening.
Huidige hypotheek meenemen
Als je oude hypotheek nog goed aansluit bij je huidige situatie en je toekomstige woning, dan kun je deze in veel gevallen meenemen. Eigenlijk sluit je wel een nieuwe hypotheek af. Je neemt je huidige hypotheekrente, maandlasten en andere voorwaarden dan mee.
Is je oude woning nog niet verkocht en/of betaald? Dan kun je bij de financiering van een nieuw huis al wel rekening houden met de overwaarde. Met een zogeheten overbruggingskrediet financier je de (verwachte) overwaarde.