Speciaal vocht uit de bloed- en lymfevaten voert afval en bacteriën weg, zodat er geen infectie ontstaat. Dit goedje heet wondvocht en is doorgaans dus een teken van goede genezing. Toch is er ook een keerzijde: té veel vloeistof kan je verwonding zacht maken en het genezingsproces in gevaar brengen.
Wanneer de bedekkende opperhuid direct na het sluiten van de wond weer de volle dikte bereikt, is nog goed te zien dat het onderliggende weefsel nog rood, dik en stug is. Het granulatieweefsel dat de lederhuid vervangt, moet nog verder uitrijpen tot een dun, soepel en wit bindweefsel.
Alle voordelen van het vochtig houden van je wond op een rijtje: Een nat milieu bespoedigt het genezingsproces. Door het vocht groeien je cellen sneller, waardoor de kapotte huid dus ook sneller weer vernieuwd wordt; Een natte wondgenezing gaat korstvorming tegen.
Een wond is beschadigd lichaamsweefsel. Een rode wond is een oppervlakkige of diepe, open wond die aan het helen is, zoals een schaaf- of brandwond. Een gele wond heeft veel wondvocht. Een zwarte wond duidt vaak op afgestorven weefsel.
Een vochtig wondmilieu houdt in dat de wond vochtig blijft, terwijl de wondranden en omliggende (gezonde) huid droog zijn. Dit kan men creëren met behulp van zogenaamde speciaal wondverbanden. Een speciale wondverband absorbeert het overtollige wondvocht, maar behoudt op de wond een juiste hoeveelheid wondvocht.
Neem contact op met uw huisarts bij één of meer tekenen van een infectie: als er troebel witgeel vocht (pus) uit de wond komt; als de wondranden roder, dikker en warm worden of meer pijn doen; als u zich ziek voelt of koorts krijgt.
Bij natte wonden is er sprake van een vochtig wondgebied. Bij een vochtige natte wond droogt de wond niet uit en wordt er geen korst gevormd. Wanneer er sprake is van grotere acute wonden of chronische wonden verloopt de genezing sneller als de wond vochtig blijft.
Speciaal vocht uit de bloed- en lymfevaten voert afval en bacteriën weg, zodat er geen infectie ontstaat. Dit goedje heet wondvocht en is doorgaans dus een teken van goede genezing. Toch is er ook een keerzijde: té veel vloeistof kan je verwonding zacht maken en het genezingsproces in gevaar brengen.
Bij de rode wond is de wondbodem bedekt met een korrelige, vochtig glanzende, helderrode weefsellaag. Een rode wondbodem is een goed teken. De wond kan dan meestal goed genezen. Deze wondbodem moet worden beschermd en mag niet uitdrogen.
De genezing versnellen
Een kleine, oppervlakkige wond kun je dun insmeren met een wondzalf. Ook in dat geval creëer je een vochtig milieu waarin de wond sneller heelt. En vaak ook mooier, omdat een zalf aanzienlijk kan helpen bij het verminderen van littekens.
Wij hebben het antwoord: het genezingsproces duurt bij kleine wonden meestal tussen de 24 en 72 uur. Wondgenezing bestaat uit 5 verschillende fasen. In de eerste fase, wanneer de wond ontstaat, zorgt de bloedstolling voor een tijdelijke afsluiting van de wond.
Droog houden
Heeft de huisarts de wond gehecht of geplakt? Dan moet u de wond 12 uur drooghouden. Is de wond in het ziekenhuis gehecht? Dan moet u de wond 24 uur drooghouden.
Door de operatie kan er zwelling ontstaan rondom de wond, waardoor het wondgebied ook wat harder aan kan voelen. Er kan ook wondvocht in de wondholte lopen. Dit wordt seroomvorming genoemd en is geen reden tot ongerustheid. Het kan enige tijd duren voordat de zwelling en het vocht helemaal zijn verdwenen.
Doordat de cellen in de basale laag zich voortdurend delen en deze uiteindelijk aan de bovenkant afschilferen, vernieuwt de opperhuid zich ongeveer één keer per maand. Het vermogen tot aanmaak van nieuwe cellen in de basale laag, maakt dat de huid bij een verwonding vrij snel dichtgroeit.
De laatste fase heet de rijpingsfase of remodellering. Het granulatieweefsel heeft de top bereikt. Het nieuwe weefsel is nog erg kwetsbaar. Daarom moet dit uitrijpen tot een dun, soepel en wit bindweefsellitteken.
Een goede vochtbalans is van belang bij de genezing van wonden. Een droge huid verkleint de kans op wondgenezing. Bij grote open wonden is er ook sprake van verlies van wondvocht. In beide gevallen is het belangrijk om voldoende te drinken om het aan te vullen.
Deze gele wond duidt erop dat de tweede huidlaag (de dermis) beschadigd is. In de meeste gevallen heelt dit vanzelf weer. Als er sprake is van pusvorming, heb je misschien een ontstoken wond. De gele wond moet dan gereinigd worden met een antibacterieel middel, zoals een wondspray.
Genezing gaat minder snel als de wond ontstoken raakt
Bij een ontsteking is de plek rood, pijnlijk en warm en er komt vocht of pus uit. De verwonde persoon kan zelfs (lichte) koorts hebben. Een ontsteking ontstaat door vuil en bacteriën.
Hydro- actieve verbanden
Deze verbanden kunnen veel wondvocht opnemen. Hierdoor worden de eiwitten en groefactoren in de wond vergroot. Er wordt een vochtig milieu gecreëerd, het reinigt de wond en er is volledig elastisch contact met de wondbodem. Vaak worden deze verbanden ingezet bij vochtige tot zeer natte wonden.
Het bevat water en daarin opgeloste stoffen, cellen of resten van cellen. In het geval van bloed kan het gaan om bloedplasma, bloedcellen en/of bloedplaatjes. Exsudaat kan helder vloeibaar zijn maar ook bloederig of pussend.
Er zijn verschillende oorzaken waarom een wond niet goed geneest. De wond kan bijvoorbeeld erg groot zijn of vervuild. Het kan dan dat er hulpmiddelen nodig zijn om het proces voorspoedig te laten verlopen. Als een wond niet binnen een maand geneest, dan is er sprake van een chronische wond.
Als er maar overtollig vocht uit je wond blijft sijpelen, kan dit wel duiden op een ontsteking van de operatiewond. Ontstoken operatiewonden vragen om meer verzorging en kunnen extra pijnlijk zijn. Het is daarom verstandig om overtollig (geel) wondvocht na een operatie direct aan te pakken.
Maak de wond voorzichtig droog door met een doekje of kompres op de wond te deppen. Bedek de wond met een steriele pleister of een steriel verband. De pleister (of het verband) houdt de wond vochtig, hierdoor geneest de wond sneller.
In principe moet je daarom verband dagelijks verschonen. Zeker in het begin en bij een wond die nog niet helemaal dicht is. Heeft zich overal op de wond al een korst gevormd, dan zou je om de dag of drie keer per week kunnen verschonen.
Meestal wordt een doorsnee van 3 of 4 mm gebruikt. Er ontstaat een klein wondje die met een (druk) verbandje wordt verbonden of indien het erg nabloedt wordt dichtgebrand. Dit dichtbranden gebeurt met een elektrische naaldje of bolletje; hier voelt u niets van omdat de huid nog verdoofd is.