Soms verwijst het woord 'hartig' naar het Japanse begrip umami. Veel hartige producten bevatten (van nature of toegevoegd) smaakversterkers zoals mononatriumglutamaat die deze umami-smaak veroorzaken of versterken.
Ontdekt in 1908 door de Japanse Kikunae Ikeda – scheikundig professor op een universiteit van Tokio – en afkomstig van het Japanse woord umai ('heerlijk'): umami. Het is de vijfde basissmaak naast zoet, zuur, zout en bitter en wordt al eeuwenlang gebruikt als natuurlijke smaakversterker in de Aziatische keuken.
Umami verhoogt de speekselafscheiding en versterkt de zoute en zoete smaken. Umami komt van nature in veel etenswaren voor die vrij veel glutamaat bevatten, zoals tomaten, champignons, vlees, erwten, belegen kaas en zeewier.
Zout, pittig, zuur, vet, umami, bitter en zoet zijn de zeven smaken die je wilt gebruiken in de keuken.
Een umami-smaak wordt veroorzaakt door het stofje glutamaat, dat ook een zoete smaak kan versterken. Glutamaat komt van nature voor in tomaten, paddenstoelen, ansjovis, sojaproducten, oude kaas, vlees, kombu en meer.
De naam komt voort uit twee Japanse woorden, namelijk umai (Japans voor heerlijk) en mi (Japans voor smaak). Samen vormen deze umami, ofwel 'smaak van heerlijkheid' of 'heerlijke smaak'. Dit omdat de meeste ingrediënten die een hoge hoeveelheid umami bevatten veelal als 'heerlijk' worden ervaren.
Dan blijkt dat we al veel klassieke combinaties hebben met umami. Bijvoorbeeld zuurkool met rookworst, mosterd en jus.” Vooral chefs die geïnspireerd zijn door de Oosterse keuken, gebruiken inmiddels producten met deze smaak. Sommige restaurateurs verwerken umami zelfs in hun bedrijfsnaam.
Deze zogenaamde primaire smaken zijn zoet, zuur, bitter en zout. Alles wat je proeft in je mond is een combinatie van die vier. Zo smaakt een grapefruit bijvoorbeeld zoet en ook een beetje zuur en bitter; olijven vooral zout en bitter enzovoorts.
Je tong proeft dus vijf smaken, maar er zijn ontelbaar veel geuren die onze neus kan ruiken. Je neus is veel gevoeliger dan je tong en is heel belangrijk bij het proeven. Houd je neus en ogen maar eens dicht als je iets eet, je proeft dan veel minder goed.
Grapefruits en pomelo's, witlof, artisjokken en rucola, koffie en cacao zijn voorbeelden van voedingsmiddelen met bitterstoffen.
Daarvoor beschikken we over smaakpapillen. Dit zijn groepjes cellen op de tong en achterin de mondholte waarmee we 5 basissmaken kunnen waarnemen: zoet, zuur, zout, bitter en umami (hartig). Een belangrijke voorwaarde is wel de aanwezigheid van speeksel. Een uitgedroogde tong en mond nemen geen smaken waar.
Umami - De vijfde basissmaak
Umami is de vijfde en nieuwste basissmaak. De vier andere basissmaken zijn zout, zuur, bitter en zoet, en die worden al duizenden jaren als basissmaken gezien.
Het proeven van pittig of 'heet' eten heeft niets te maken met de smaakpapillen. Deze sensatie wordt veroorzaakt door andere receptoren, die pijn registreren. Het is een misverstand dat je zoet alleen maar aan de voorkant van je tong proeft en bitter achteraan. Iedere smaakppapil op je tong kan elke smaak waarnemen.
Overal op je tong proef je zoet, zuur, zout, bitter en umami, sinds enkele jaren de vijfde smaak. Het is dus niet zo dat je zoet op het puntje van je tong proeft en bitter aan de zijkant. Overal op je tong liggen smaakpapillen en die kunnen alle smaken waarnemen, want één papil bevat alle smaakreceptoren.
Andere smaakmakers die umami toevoegen aan je gerechten, zijn: sojasaus, miso, wasabi, gember, matcha en yuzusap.
Amerikaanse onderzoekers hebben ontdekt dat de mens naast de basissmaken zoet, zuur, zout , bitter en umami, een zesde smaak kan onderscheiden. Het gaat om koolhydraten die we aantreffen in brood, aardappelen, pasta en rijst.
Umami wordt vooral geassocieerd met de Oosterse keuken. Daar worden veel gerechten gebruikt die een duidelijke umami-smaak hebben. Denk bijvoorbeeld aan gerechten met zeewier en visgerechten, zoals sushi; soepen, zoals misosoep of ramen; en producten op basis van gefermenteerde soja in de vorm van tofu of tempeh.
Pittig eten is goed voor je stoelgang. Pittig eten wordt al jaren geassocieerd met allerlei ellendige wc-bezoeken, maar wetenschappelijk bewijs voor een verband tussen de twee is er niet. Sterker nog, dit onderzoek laat zien dat de capsaïne in pittig eten (hebben we 'm weer) juist de stoelgang bevordert.
De kleine adertjes in je huid verwijden in een poging de hitte kwijt te raken. Dat is waarom je gezicht, nek en borst rood worden. Veel van deze effecten die schadelijk voor je zijn bij een grote inname van extreem hete pepers, kunnen juist goed zijn bij minder hete pepers of kleinere hoeveelheden.
Pittig eten prikkelt de slijmvliezen, de zenuwuiteinden en de spiercellen van de keel, maag en darmen. Zo komt er bijvoorbeeld ook veel slijm los. Sommige mensen kunnen hierdoor last krijgen van een geïrriteerde maag of darmen, maar dit is verder niet schadelijk!
Je gebruikt vetsin in hele kleine snufjes. Uit onderzoek is gebleken dat het optimale smaakresultaat wordt bereikt bij 0.3% vetsin in een gerecht. Een klein snufje dus. Als je meer gebruikt wordt het niet extra lekker, maar juist viezer.
Hoe iets proeft en voelt in uw mond is nu extra belangrijk. Mensen die slecht ruiken of proeven kiezen vaak liever voor gebakken eten dan voor gekookte groenten en stamppot. U kunt drinken met koolzuur proberen.
Een metaalsmaak in je mond:
Je kunt van de metaalsmaak afkomen met pepermuntjes of kauwgom of door metalen bestek te vermijden, niet te roken of door te experimenteren met verschillende voedingsmiddelen die de metaalsmaak na het eten verminderen.