In 2023 vervalt de uitbetaling van de algemene heffingskorting aan de minstverdienende partner, als deze geboren is na 1962. Wij bouwen daarom de regeling sinds 2009 af. Als u of uw fiscale partner niet of weinig verdient, hangt het af van uw leeftijd of u met deze afbouw te maken krijgt.
De hoogte van deze heffingskorting is afhankelijk van de hoogte van uw inkomsten. In 2022 is de maximale arbeidskorting € 4.260 (was € 4.205 in 2021). Vanaf een inkomen van € 36.650 (was € 35.653 in 2021) wordt de arbeidskorting steeds lager. Het afbouwpercentage bedraagt 5,86% (was 6,0% in 2021).
Wanneer je partner geen inkomen heeft en geboren is voor 1963, dan heeft je fiscale partner recht op de uitbetaling van algemene heffingskorting van € 2.888,- per jaar. Alleen de voorwaarde is wel dat jij voldoende belasting betaalt. Jij betaalt belasting over jouw inkomen.
Heffingskortingen zijn kortingen op de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen. Hierdoor betaalt u minder belasting en premies. In dit voorbeeld werken we met fictieve bedragen. U hebt een belastbaar inkomen uit box 1 van € 25.000 (loon).
Uw heffingskortingen vraagt u aan via uw aangifte inkomstenbelasting. Wilt u de korting alvast maandelijks krijgen? Vraag dan een voorlopige aanslag aan. Beide online formulieren vindt u op Mijn Belastingdienst.
In 2023 vervalt de uitbetaling van de algemene heffingskorting aan de minstverdienende partner, als deze geboren is na 1962. Wij bouwen daarom de regeling sinds 2009 af. Als u of uw fiscale partner niet of weinig verdient, hangt het af van uw leeftijd of u met deze afbouw te maken krijgt.
Als je bij iedere werkgever loonheffingskorting aanvraagt, krijg je namelijk te veel korting op je belasting. Je moet dan waarschijnlijk achteraf belasting aan ons betalen.
Goed om te realiseren: deze subsidie wordt al een paar jaar afgebouwd (sinds 2009) en wordt in 2024 afgeschaft. Gelukkig beseft de politiek dat er nog genoeg mensen zijn die al jaren aanrechtgeld krijgen en rekenen op dit bedrag. Daarom wordt de subsidie niet in één keer afgeschaft.
Aanrechtsubsidie in 2021
Door het afbouwen van de regeling, hangt de hoogte van de heffingskorting grotendeels af van het jaar waarin je bent geboren. In 2021 geldt dit het volgende voor de aanrechtsubsidie: Ben je geboren voor 1963? Dan ontvang je het volledige bedrag (in 2021 is dit € 2.837).
Heffingskortingen zijn persoonlijke kortingen. Ook als u een fiscale partner hebt, wordt voor ieder van u apart bepaald of u recht hebt op heffingskortingen.
Je betaalt dus minder belasting over je loon, waardoor jij netto meer overhoudt. Je mag op één inkomen loonheffingskorting toepassen. Als je op meerdere inkomens loonheffingskorting toepast, krijg je teveel korting op je belasting en moet je dit achteraf terugbetalen aan de Belastingdienst.
Als u inkomen hebt, moet u daarover belasting betalen. Maar u hebt ook recht op heffingskortingen. Dat zijn kortingen op de belasting die u moet betalen.
De algemene heffingskorting wordt in 2022 afgebouwd met 6,007% van het inkomen uit werk en woning als dit inkomen € 21.317 of meer is per jaar, maar niet meer dan € 69.398. In 2022 is de algemene heffingskorting maximaal € 2.888. De korting wordt afgebouwd tot nihil.
Tip: pas de korting toe op de hoogste uitkering (of inkomen)
Als u AOW ontvangt, houdt de Sociale Verzekeringsbank (SVB) bij het uitbetalen van de AOW al rekening met de loonheffingskorting. Is het pensioen hoger dan de AOW? Dan is het raadzaam dat u de korting laat toepassen op uw pensioen in plaats van op de AOW.
Wanneer je AOW-gerechtigd bent, heb je recht op een ouderenkorting. Deze korting is inkomensafhankelijk. Bij een inkomen tot € 38.464,- bedraagt de korting € 1.726,-. Voor elke Euro boven de € 38.464,- neemt de korting met 15 cent af.
Uw werkgevers hebben in 1 jaar € 10.800 aan loonheffing ingehouden op uw loon. Uit uw belastingaangifte blijkt dat u in totaal € 10.200 inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen moet betalen. Het verschil van € 600 krijgt u terug. De berekening is dus als volgt: € 10.800 - € 10.200 = € 600 te ontvangen.
Met een laag inkomen heeft u mogelijk recht op steun vanuit de Rijksoverheid en uw gemeente. Bijvoorbeeld met toeslagen, (bijzondere) bijstand, kwijtschelding van gemeentelijke belastingen, of een kindpakket (bijvoorbeeld een tegoedbon voor zwemles). Welke hulp u kunt krijgen hangt af van uw situatie.
Hoeveel mag je bijverdienen zonder belasting te betalen in 2021. In 2021 is het belastingvrije inkomen vastgesteld op €8.750,- per jaar. Op het moment dat je niet meer dan dat bedrag per jaar verdient, hoef je daar geen loon- en inkomstenbelasting over te betalen.
Meestal werk ik met contracten van bepaalde duur, voor een loon dat schommelt tussen de 900 en 1.300 euro.
Het tarief tot een inkomen van 68.507 euro is 37,35 procent. Voor het deel van het inkomen boven de 68.507 euro is het tarief 49,50 procent. Bekijk rekenvoorbeelden op de website van de Rijksoverheid.
Kies jij ervoor om je loonheffingskorting niet te laten toepassen (de loonheffingskorting “uit” zetten)? Dan draag je per maand meer geld af aan de Belastingdienst en verdien je per maand minder, maar krijg je bij de jaarlijkse belastingaangifte in één keer alle teveel betaalde loonheffing terug.
Ga naar de arbeidsrelatie van de medewerker bij wie je de loonheffingskorting wilt aan- of uitzetten. Ga naar het kopje 'Instellingen belasting'. Klik op het plusteken boven het potloodje onder de kop 'Instellingen belasting'. Hier kies je vervolgens de maand wanneer de heffingskorting gewijzigd wordt en klik 'Bewaar'.
Als je de heffingskorting vaker dan één keer aanvraagt, dan kan de belastinginspecteur je een boete opleggen. En die kan flink oplopen. In "bijzondere omstandigheden" moet je zelfs nóg een keer al je belasting betalen, zegt de Belastingdienst. Een dubbele aanslag dus.
Je kunt belasting terugvragen als je meer dan 16 euro aan loonheffing hebt betaald. Je vraagt belasting terug voor elk kalenderjaar waarin je hebt gewerkt. Om het geld ook echt te krijgen, moet je het Aangifteprogramma op Belastingdienst.nl/jongeren doorlopen. Voor ieder jaar is er een apart programma.
Ook 2020 en 2021 zijn interessante jaren voor belastingvrije inkomsten, omdat de heffingskortingen omhooggaan. De belastingvrije voet gaat naar een inkomen van €8.200 tot €8.750. Zonder arbeidskorting liggen deze bedragen ongeveer €600 lager.