Het is belangrijk voor de merrie-veulenband om de eerste dag binnen te blijven. Het veulen mag een dag later naar buiten, als het tenminste niet te koud is. Het leukste moment!
Voor paarden die hoge prestaties leveren, ligt de optimale omgevingstemperatuur tussen de 10 en 15 graden. Voor veulens wordt 15 tot 20 graden aanbevolen. De Sectorraad Paarden heeft een protocol extreme weersomstandigheden opgesteld (zie bijlage).
Als een veulen permanent buiten blijft, is het belangrijk en noodzakelijk dat het kan schuilen. Dat het veulen minstens een plekje heeft waar het droog is. Paarden kunnen beter tegen de koude dan tegen de warmte, maar door regen en sneeuw verliest ook een wintervacht zijn weerstand.
De eerste levensuren van het veulen
Na 4-5 minuten komt het veulen in borst-buikligging. Na ongeveer 30 minuten probeert het veulen te gaan staan en na 60 minuten kan het veulen meestal staan. (Paarden zijn kudde- en vluchtdieren, dus moeten de veulens al snel na hun geboorte op eigen benen kunnen staan.)
Na de geboorte van het veulen
Gezonde veulens beginnen te bewegen binnen een aantal minuten na de geboorte. Met ongeveer 30 minuten proberen ze te gaan staan en na ongeveer 90 minuten zal het veulen al gaan drinken bij de moeder.
De sterkte van het kraakbeen en de pezen wordt in de eerste twee levensjaren bepaald. Het is dus van groot belang dat jonge paarden zich vrij kunnen bewegen. Naast het op ontdekking gaan, spelen en drinken, slaapt het veulen ongeveer 50% van de dag, terwijl zijn moeder over hem waakt.
Ze liggen languit op hun zij en alles rust op de grond.De benen liggen hierbij gestrekt. Paarden die niet in deze houding kunnen/gaan liggen, zullen dus nooit in een REM-slaap kunnen komen. Vaak gaat er een lichte slaap aan deze diepe slaap vooraf.
Een goede lichamelijke conditie is van belang voor een vlotte geboorte en een sterk veulen. Over het algemeen kun je tot drie maanden voor de bevalling nog doorrijden.
Over het algemeen kun je wel stellen dat je het veulen liever niet van de moeder moet scheiden voor het vier maanden oud is. Beter is te wachten tot een leeftijd van vijf of zes maanden. Soms kun je niet zo lang wachten, bijvoorbeeld omdat een laat in het seizoen geboren veulen met leeftijdsgenoten in een koppel gaat.
Voor jonge veulens ligt de normale lichaamstemperatuur gemiddeld iets hoger: Voor een pasgeboren veulen ligt de normale lichaamstemperatuur tussen de 38.5 -39.5 graden Celsius. Voor een veulen tot 1 maand ligt de normale lichaamstemperatuur tussen de 37.2 en de 38.9 graden Celsius.
Als alles goed gaat en je merrie netjes drachtig is geworden, begint het lange wachten op het veulen pas. Grote paarden dragen gemiddeld 330 dagen (11 maanden).Minipaarden staan erom bekend dat hun draagtijd korter is.Sommige minipaarden bevallen al rond de 300 dagen van een gezond veulen.
Net als bij mensen heeft het ene paard het sneller koud dan het andere paard. Koudbloeden kunnen vaak beter tegen de kou, maar ook dat verschilt per paard. De thermoneutrale zone (de temperatuur waarbij een paard zichzelf op temperatuur kan houden) is afhankelijk van de vacht van het paard.
Wanneer een paard het echt koud heeft staat hij te rillen. Hij doet dit om de spieractiviteit op gang te brengen. Hierdoor gaat de kerntemperatuur weer omhoog. Controleer je paard met behulp van een thermometer op temperatuur.
Als je paard het echt koud heeft staat hij te rillen. Hierdoor brengt hij spieractiviteit op, door dit te doen gaat de kerntemperatuur weer omhoog.
Het is heel belangrijk dat een veulen de eerste melk - biest - krijgt. Niet alleen zit die energie- en eiwitrijke melk vol met afweerstoffen die het veulen hard nodig heeft, maar de biest heeft ook een afdrijvende werking.
Over het algemeen ziet men een paard dat de 15 jaar is gepasseerd als een paard van oudere leeftijd. Is het paard ouder dan 20 jaar dan noemt men dit paard bejaard.
Training van een drachtige merrie
Naast goede voeding is het ook belangrijk dat de merrie voldoende voldoende beweging krijgt. Een goede lichamelijke conditie is van belang voor een vlotte geboorte en een sterk veulen. Over het algemeen kun je tot drie maanden voor de bevalling nog doorrijden.
Een drachtige merrie draagt één veulen; de zeldzame tweelingdrachten verlopen vrijwel altijd problematisch.Om te bepalen of de dekking of inseminatie is gelukt en de merrie drachtig is, is het meestal voldoende om op te letten of de merrie opnieuw hengstig wordt.
De eerste 24 uur elke 2 uur voeren.Daarna elke 4 uur.Na een week kan de nachtvoeding worden overgeslagen. De eerste 5 weken consumeert het veulen ongeveer 23% van zijn lichaamsgewicht per dag aan melk, daarna ongeveer 20% van zijn lichaamsgewicht.
Laat iemand voorop lopen met de merrie en loop zelf met het veulen achter haar aan. Als het veulen moet gaan stappen, geef je een beetje druk met het koord achter zijn benen. Tegelijkertijd geef je een kort commando bijvoorbeeld 'stap' of 'vooruit'. Beloon het veulen met je stem als het een stapje zet.
Conclusie: Hoe voed je een veulen op? Een veulen voed je dus rustig en met beleid op. Nadat je het diertje aan de moeder hebt laten wennen kan je beginnen met het vertrouwen winnen van het veulen. Als dat goed gaat kan je hem aan het halster laten wennen en later leren om mee te stappen.
Aangenomen dat een volwassen paard 500 kg weegt, zal een 6 maanden oud veulen ongeveer 230 kg wegen; bij 12 maanden 65% (325 kg) en bij 22 maanden 90% (450 kg) van zijn uiteindelijke gewicht hebben bereikt. Gewichtstoename Gewichtstoename per dag van een veulen van een veulen met een uiteindelijk gewicht van 500 kg.
Geef je paard meerdere malen per dag kleine porties, niet meer dan 0,5 kg per maaltijd. Een advies voor een hoeveelheid krachtvoer is niet zo gemakkelijk te geven, omdat de behoefte erg kan wisselen en er veel formaten veulens zijn.
Een veulen moet 2 tot 3 liter biest opnemen in de eerste 8 uur om ervoor te zorgen dat het voldoende afweer heeft tegen infecties. Een gezond veulen drinkt meerdere keren per uur bij de merrie. Als de uier te vol blijft, is dat een teken dat het veulen mogelijk te weinig drinkt.