Vaak gebeurt dat in het voorjaar en afhankelijk van het
Je hoeft niet alle aardappels tegelijk uit de grond te halen, je kunt prima naar behoefte oogsten. Je kunt de aardappels ook in de grond laten zitten, ondergronds blijven ze namelijk best goed.
Als je de aardappelen te laat oogst, kan dit verschillende gevolgen hebben. Ten eerste kunnen de knollen te groot worden en daardoor minder lekker zijn. Bovendien kunnen de knollen gaan rotten of ziek worden als ze te lang in de grond blijven zitten. Het wordt daarom aanbevolen om de aardappelen op tijd te oogsten.
Controleer bij het rooien of de aardappelknollen goed te verwijderen zijn en of de aardappelschil stevig aanvoelt. Zitten ze nog zeer vast, is het te vroeg om te oogsten. Rijpe aardappelen worden zorgvuldig opgegraven zonder ze te beschadigen.
Het kabinet wil dat de aardappelen (en ook en reeks andere gewassen) voor 1 oktober uit de grond zijn, zodat boeren vervolgens zogeheten vanggewassen kunnen planten. Uit onderzoek blijkt namelijk dat hoe eerder dit wordt ingezaaid, hoe effectiever er stikstof uit de bodem wordt gehaald.
Aardappelen op zand- en lössgrond moeten voor 1 oktober geoogst worden en vervangen door een zogeheten vang-gewas dat veel stikstof opneemt. Laten boeren de aardappelen langer in de grond, dan mogen ze het jaar erna minder stikstof gebruiken.
De meeste vroege en middelvroege aardappelen kunnen in juli/augustus geoogst worden. Halflate of late rassen oogst je vervolgens in september of oktober. Dit is per ras verschillend.
Algemeen voorschrift is dat in Nederland slechts 1 keer in 3 jaar (1:3) op hetzelfde perceel aardappelen geteeld mogen worden (geen teelt van aardappelen in de 2 voorafgaande jaren).
Ja hoor eet ze gerust, maar snij de uitlopers wel ruim uit. Dan voorkom je dat je solanine binnenkrijgt. Op plaatsen waar uitlopers groeien, zit namelijk de natuurlijke gifstof solanine. Solanine ontstaat onder invloed van licht in de schil en uitlopers van aardappelen.
Maak de aardappelen licht vochtig. Wanneer de eerste scheuten uit de aardappelen komen kan je deze planten. Je kunt ook (voor de zekerheid) wachten tot de scheuten langer zijn geworden.
Bij de vroege aardappelen mag je al tevreden zijn met een oogst van 900 gram per plant, terwijl de late variëteiten tot 2,5 kg per plant kunnen voortbrengen. Hou dus rekening met welke pootaardappelen je aankoopt.
Je zou ook een aardappel uit de supermarkt kunnen gebruiken maar deze zijn meestal behandeld met een product waardoor ze niet snel kiemen en dus ook geen grote plant zullen geven. Om een aardappel voor te kiemen zet je ze in kiembakjes of eierdozen met het stompe eind, waar de ogen zitten, omhoog.
Als je nu in het eerste vak aardappelen kweekt, zet je daar volgend jaar je peulgewassen. En op de plek waar eerst de peulgewassen stonden, zet je vervolgens de koolgewassen. Zo schuiven alle groenten een vak op.
“Leg de aardappelen in het krat tot de laag 15 tot 20 centimeter hoog is. Laat de aardappelen in het krat nog 1 à 2 dagen op een luchtige plek drogen, bijvoorbeeld onder een afdak.”
Aardappelen zijn erg gevoelig voor vorst. En zeker de reeds gevormde kiemen. Zij hebben voor de wortelvervorming en de verdere uitgroei bovendien veel warmte nodig en die mogen wij in ons klimaat midden april niet verwachten. Veiliger is het dus nog de kiemende aardappelen nog een weekje langer in hun kistje te laten.
Deze vroege soort gaat eind maart de grond in. Midden soorten: Aardappelen van dit type worden na 100 dagen geoogst. Deze soort plant je in april. Late soorten: deze vereisen natuurlijk de langste groeiperiode en worden na 130 dagen in de late herfst geoogst.
Laat je aardappelen na de oogst drogen op een luchtige, droge en donkere plaats. Leg ze in bakken die de lucht doorlaten. Zakken zijn goed om aardappelen te vervoeren, maar minder goed om ze in te bewaren. Controleer de eerste maand een paar keer op de aanwezigheid van rotte knollen, want die steken de rest ook aan.
Aardappelen met uitlopers zijn wel taaier en bevatten minder vitaminen dan aardappelen zonder uitlopers. Om uitlopers zo lang mogelijk te voorkomen kun je ze best op een koele, donkere en droge plaats bewaren. Ga je de aardappel met uitlopers toch niet meer opeten? Plant hem dan om nieuwe aardappelen te kweken.
De meeste aardappels poot je in april en mei en oogst je vanaf eind juli. Vroege, zoals die van ons, stop je al half maart in de mix en kun je al in juni oogsten.
Wil je grotere aardappels, dan oogst je pas als de plant geel wordt en afsterft: bij vroege aardappels is dat rond eind juni, bij latere in juli of augustus. Aardappels oogsten: altijd leuk! Pas op dat je bij het oogsten de aardappels niet beschadigt want dan kun je ze niet meer bewaren.
De opbrengst per plant varieert tussen de 1 en 2 kg, afhankelijk van het ras en de oogsttijd. Vroege aardappelen leveren gemiddeld 900 gram per plant, terwijl late rassen tot 2,5 kg per plant kunnen produceren.
Pootaardappelen zullen tussen de 15 a 25 gram per stuk wegen.
Hoe vaak moet je aardappelen in de moestuin water geven? Aardappelen hebben niet super veel water nodig. Wanneer het erg warm is kun je de aardappelen 1 keer per week water geven.Is het niet super warm dan is een keer per 2 weken voldoende.
Eerder oogsten betekent dat ze niet groot genoeg zijn om friet van te maken. "De aardappelen zijn dan niet lang genoeg, de droge stof die er dan nog in zit zorgt voor slappe friet, dus je kunt gewoon geen kwalitatieve producten oogsten."
Gebruik stro en vliesdoek om jouw geoogste aardappelen optimaal te beschermen tegen de weersomstandigheden. In het geval van vorst wordt het aangeraden om aanvullend folie gebruiken.