Het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo) duurt 4 jaar en heeft 4 leerwegen. Die verschillen van elkaar in niveau en hoeveelheid beroepsgericht en theoretisch onderwijs. Het vmbo maakt leerlingen klaar voor een opleiding in het mbo.
Deze opleiding duurt vier jaar en bereidt leerlingen in principe voor op het middelbaar beroepsonderwijs (mbo).
Het belangrijkste verschil tussen basis- en kaderberoepsgericht is het niveau waarop de lesstof wordt aangeboden. Met de basisberoepsgerichte leerweg kun je naar niveau 2 van het mbo. De kaderberoepsgerichte leerweg geeft je toegang tot niveau 3 of 4 van het mbo.
Is je vooropleiding bijvoorbeeld vmbo-kader? Dan kun je je aanmelden voor een mbo-opleiding niveau 3. En is je vooropleiding vmbo-basis, dan kun je je inschrijven voor een mbo-opleiding niveau 2.
Met een diploma van vmbo kader kun je naar niveau 3 of 4 van het mbo. Je volgt zo'n 12 uur per week beroepsgericht onderwijs. De opleiding richt zich dus op de praktijk. Vmbo-gl bereidt je voor op niveau 3 of 4 van het mbo.
Wat is vmbo-kader? Vmbo-kader is voor leerlingen die het liefst kennis opdoen in de praktijk. Deze leerweg bereidt de leerling voor op de vak- en middenkaderopleidingen in het mbo (niveau 3 en 4). Het verschil met de mavo is dat iets minder diep wordt ingegaan op de algemene vakken.
vmbo beroepsgerichte (kader en basis) en vmbo tl-brugklasleerlingen zitten in één combinatieklas; er is een tweejarige brugperiode, dus pas na twee jaar maak je de keuze voor beroepsgericht (basis of kader) of voor theoretisch (tl); je krijgt cijfers op drie niveaus (basis, kader en tl);
Entree opleidingen (MBO Niveau 1)
Een entree opleiding duurt circa 1 jaar. Entree opleidingen zijn gericht op het voorbereiden op de arbeidsmarkt. Na het behalen van de entree opleiding krijg je een niveau 1 diploma. Niet voor alle opleidingen en op alle scholen worden entree opleiding aangeboden.
Het laagste niveau van het voortgezet onderwijs is het praktijkonderwijs. Dit onderwijs is speciaal voor jongeren die het moeilijk vinden om een diploma te behalen in het 'reguliere' voortgezet onderwijs. Het halen van een diploma op vmbo niveau is voor veel praktijkonderwijs leerlingen te hoog gegrepen.
De leerlingen krijgen in de brugklas de volgende vakken: Nederlands, Engels, wiskunde, mens en maatschappij (aardrijkskunde en geschiedenis), mens en natuur (biologie en natuurkunde), lichamelijke opvoeding, kunst en cultuur en dienstverlening en producten (D&P), muziek, cultuur en participatie.
De kaderberoepsgerichte leerweg (kblw) is een opleidingsrichting binnen het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo). Deze richting komt overeen met het voormalige voorbereidend beroepsonderwijs (vbo). Deze leerweg is voor leerlingen die het liefst kennis opdoen door met praktijk bezig te zijn.
De Kader leerweg in het voortgezet onderwijs is een leerroute naar het MBO waarin je veel leert door middel van praktijkonderwijs, de zogenaamde leerhuizen. De Theoretische leerweg is een leerroute naar het MBO waarin je meer theorie krijgt en minder praktijkonderwijs.
Met een diploma in de kaderberoepsgerichte leerweg kunnen leerlingen naar niveau 3 en 4 van het mbo.
Het vmbo kent nu vier leerwegen: twee beroepsgerichte (het oude vbo) de theoretische (oude mavo) en als nieuw element de gemengde leerweg. Deze variant blijkt het minst populair. Nog geen tien procent van de leerlingen kiest hiervoor. Een aantal scholen is er zelfs helemaal niet aan begonnen.
Voorwaarden mbo-niveau 1
Je bent op 1 augustus minimaal 16 jaar. Je kunt geen opleiding mbo-2, mbo-3 of mbo-4 volgen, omdat je niet voldoet aan de toelatingsvoorwaarden voor die opleidingen.
Met het diploma van de kaderberoepsgerichte leerweg of de gemengde leerweg kun je doorstromen naar MBO niveau 3 of 4. Binnen het VMBO is de theoretische leerweg het hoogste niveau. Hiermee kun je ook doorstromen naar MBO niveau 3 of 4.
Kaderberoepsgerichte leerweg
Deze leerweg bereidt je voor op de niveau 3 (vakopleidingen) en de niveau 4 (middenkaderopleidingen) in het mbo.
Vmbo-tl, de theoretische leerweg (mavo); Deze leerweg is het beste te vergelijken met de oude mavo. Met een diploma van de theoretische leerweg kan een leerling naar een mbo niveau 3 of mbo niveau 4 opleiding. Vanuit vmbo-tl kunnen leerlingen, met het juiste vakkenpakket doorstromen naar het havo.
Van klas 2 naar klas 3
a. geen onvoldoenden of b. één 4 of één 5 en de rest 6 of hoger (mits het totaal van de cijfers gemiddeld 6,0 of hoger is) of c. tweemaal een 5 en de rest een 6 of hoger (mits het totaal van de cijfers gemiddeld 6,0 of hoger is) of d.
Leerlingen kunnen tussentijds opstromen naar een hoger niveau of afstromen naar een lager niveau. Hiervoor gelden de regels die de school hier zelf voor heeft opgesteld. Vanaf het derde leerjaar volgen leerlingen een speciaal vakkenpakket. Daardoor wordt het lastiger en meestal onmogelijk om nog te wisselen van niveau.
Leerlingen die deelnemen aan de theoretische of gemengde leerweg kunnen na het behalen van hun diploma doorstromen naar het havo. Ook leerlingen van de kaderberoepsgerichte leerweg kunnen langs deze weg doorstromen naar het havo.
Wiskunde is alleen op het vwo een verplicht examenvak. Heb je als vmbo leerling dyscalculie? Dan kun je een profiel te kiezen waarin wiskunde geen verplicht examenonderdeel is.
Economie is bijvoorbeeld verplicht bij het profiel Economie & Ondernemen. Wiskunde is verplicht bij het profiel Media, Vormgeving & ICT en Mobiliteit & Transport.