Hoelang duurt een slaapregressie? Slaapregressies kunnen 2 tot 6 weken duren. Het goede nieuws is dat de meeste baby's niet door elke slaapregressie gaan die er is tussen de geboorte en 3 jaar. Sommige kinderen hebben er amper last van, anderen zijn er gevoeliger voor.
Een slaapregressie heeft ook niet echt een vaststaand einde. Tijdens een slaapregressie verandert het slaappatroon van je kind immers. Het ene kind is daar sneller aan gewend dan het andere kind. Sommige baby's slapen na een paar dagen alweer goed, terwijl het bij een ander zes weken kan duren.
Hoe lang duurt de slaapregressie bij 4 maanden? Over het algemeen duurt een slaapregressie bij 4 maanden ongeveer 2 tot 4 weken. Hierna slaapt je kindje weer zoals voorheen en is alles (als het goed is) weer rustig en normaal. Maar dan is het wel cruciaal dat je kleintje weet hoe hij zelf in slaap kan vallen!
Wanneer je baby precies gaat rollen kan erg verschillen. De ene baby begint al bij 3-4 maanden, terwijl het bij andere baby's wat langer duurt. Dit is allemaal heel normaal, maak je dus geen zorgen als je baby wat sneller of langzamer is dan anderen.
Dat is de welbekende '5-10 minuten regel', ook wel de gradual extinction of de gecontroleerde uitdoving genoemd.. Hierbij ga je elke 5 minuten terug om je baby of kind te troosten en het aantal minuten voer je stapsgewijs op. `Je laat je baby gecontroleerd huilen.
Vaak ligt stress, angst of aangeleerd 'onhandig' slaapgedrag ten grondslag of bijvoorbeeld wakker worden door bedplassen. Het kind heeft overdag nauwelijks of geen klachten door het slaapprobleem. Slapen, eten, drinken, poepen en plassen zijn basisbehoeften in een mensenleven.
Hoelang duurt een slaapregressie? Slaapregressies kunnen 2 tot 6 weken duren. Het goede nieuws is dat de meeste baby's niet door elke slaapregressie gaan die er is tussen de geboorte en 3 jaar. Sommige kinderen hebben er amper last van, anderen zijn er gevoeliger voor.
Al vanaf 6 maanden kan je baby de eerste tekenen van verlatingsangst en eenkennigheid laten zien. Sommige baby's laten het al wat eerder zien. Je kindje heeft er vaak het meest last van als hij tussen de 8 en 18 maanden is. Meestal zijn de ergste klachten verdwenen als je kind 3 jaar is.
Wanneer je baby of kind in een periode ineens minder goed slaapt net nu je dacht een fijn slaapritme te hebben, kan er sprake zijn van slaapregressie. Dat kan komen doordat je kindje bepaalde mijlpalen bereikt in zijn of haar leven: een soort van mentale sprongetjes. Eigenlijk is het dus een progressie!
Spreek met jezelf (en je partner) af, hoe lang jullie het kind laten huilen. Een richtlijn is minimaal 3 tot maximaal 10/15 minuten.
Zo kan het gebeuren dat je peuter van 2 jaar ineens allerlei capriolen uithaalt in bed, dutjes weigert of 's avonds niet naar bed wil. Hoewel deze slaapregressie de 24 maanden slaapregressie wordt genoemd, kan deze zich ook in de loop van het tweede levensjaar ontwikkelen.
Deze slaapregressie kan zich iets vroeger of juist iets later voordoen, afhankelijk van de ontwikkeling van je baby. De oorzaak van deze regressie is de grove motoriek die vooruitgaat: kruipen en optrekken om te gaan staan. De fysieke mogelijkheden van je kleintje exploderen op het moment, echt alles staat op zijn kop.
Blijf rustig en consequent
Wees duidelijk, rustig en consequent. Kijk en luister goed naar je kind, maar is er niets bijzonders aan de hand geef niet toe aan smeekbedes. Probeer je aan vaste bedtijden te houden. Een kind van twee jaar heeft gemiddeld dertien uur slaap per dag nodig.
Een andere belangrijke oorzaak van slaapproblemen is moeite met inslapen door angsten of piekeren. Bijvoorbeeld doordat je kind veel stress ervaart, zich zorgen maakt of iets naars heeft meegemaakt. Bij kinderen vanaf een jaar of 6 kan er zelfs een angst ontstaan voor het niet in slaap kunnen vallen.
Zorg voor een rustige omgeving en laat hem niet naar beeldschermen kijken vlak voor bedtijd. Misschien wil je peuter nog even spelen, of kan je hem een boekje voorlezen. Zeg op tijd dat het bijna bedtijd is, zodat je peuter weet dat het einde van de dag eraan komt.
Hoewel je kindje 's nachts heel hard gilt, is hij niet wakker. Je hoeft hem ook niet wakker te maken. Je kan hem het beste met rust laten tot hij weer in een goede 'slaapstand' komt. Of op kalme toon praten om te laten weten dat je in de buurt bent.
Sommige baby's huilen zichzelf vaak in slaap, ook als ze 's nachts even wakker worden. Dat kan erbij horen. Is het alleen wat gepruttel, dan kun je het even aankijken. Als het echt huilen wordt, probeer je baby dan in bed te troosten met wat aaien en door er naast te zitten.
Als je kindje oververmoeid is, is het erg onrustig. De eerste stap is dus om je baby te kalmeren. Baker je kindje bijvoorbeeld in, schommel het zachtjes heen en weer of gebruik je zangtalent door een slaapliedje te zingen. Dat biedt de basis om je kindje uiteindelijk weer te kunnen laten slapen.
Ria Blom beschrijft twee methodes in haar boek Regelmaat en Inbakeren. In beide methoden komt dus het aanbrengen van regelmaat naar voren. Regelmaat wil zeggen dat je dingen iedere keer in dezelfde volgorde goed. Daarnaast is eenduidigheid belangrijk: zorg dat je dingen iedere keer op dezelfde plek doet.
Vaak herken je of je baby overprikkeld is: hij valt moeilijk in slaap of wordt juist van elk geluid wakker. Is schrikachtig, extreem alert of huilerig. Je baby wil gedragen worden, of juist niet: elke aanraking is een prikkel teveel en veroorzaakt een ontroostbare huilbui.