Al duurt bij de mui het gevaarlijkste moment maar een kwartiertje. "Daarna stroomt het water over de zandbanken heen en neemt de stroming af." Volgens De Kroon kom je niet onder water als je in de mui zit. Het beste kun je je maar gewoon mee laten slepen.
Een mui is gemiddeld 15 tot 30 meter breed en kan tot 100 meter de zee in stromen, met een snelheid tot wel 10 kilometer per uur; dat is sneller dan een olympisch zwemmer! Wanneer kan er sprake zijn van een mui? Het is een vergissing om te denken dat muien alleen met slecht weer aanwezig zijn.
De Reddingsbrigade adviseert zwemmers die in een mui terechtkomen niet in paniek te raken, maar het volgende te doen: 1) Probeer niet tegen de stroming in te zwemmen, maar zwem schuin uit de stroming weg en zodra de stroming minder wordt weer richting de kust. Meestal kan je het zo vrij snel oplossen.
Maar je kan een mui herkennen: er slaan daar geen golven om en er is weinig schuim. Een mui kan tientallen meter breed zijn. Links en rechts van de mui zijn zandbanken, plekken met veel minder stroming. Een zandbank is een plek waarbij de grond hoger is omdat er - verrassing- veel zand ligt.
Een mui ontstaat haaks op de kustlijn tussen twee zandbanken in. Er staat sterke stroming de zee in. Het water tussen het strand en de zandbanken stroomt bij vloed en eb richting de geulen tussen de zandbanken. Omdat dit met veel kracht gaat ontstaat er een sterke stroming die je richting zee kan sleuren.
Zwem met golven in je rug mee, zodat deze je in de richting van het strand sturen. Golven die terugstromen naar zee zijn te vermoeiend om tegenin te zwemmen dus zodra er golven zijn die richting strand gaan, zwem dan met die golven mee terug naar de kust. Bij eb (afnemend water) zijn de muien het gevaarlijkste.
Een mui is een geul in zee tussen twee zandbanken. Als je daar zwemt, trekt de sterke stroming je mee richting zee. Probeer hier niet tegenin te zwemmen, maar zwem mee naar achteren, waar de stroming minder sterk wordt. Je kan dan opzij en vervolgens terug naar het strand zwemmen.
Een draaikolk is een grote draaiende massa water. Deze ontstaat door het getij (eb en vloed) in zeeën en oceanen. Ook kan er eentje ontstaan doordat het water langs een obstakel gaat. Dat kan een sluisdeur zijn, maar ook een strekdam in de rivier, of een plankje dat je door een bak met water haalt.
Omdat door de bovenstroom het water naar het strand toestuurt, moet er ook weer water terugstromen de zee in. Dit gebeurt dan langs de bodem van de zee en deze stroming heet de onderstroom. Deze onderstroom kan bij een sterke zeewind en een stevige branding soms heel gevaarlijk zijn.
Een zandbank kan ontstaan door het storten van zand in zee (bijvoorbeeld van uitgebaggerde havengeulen) maar ontstaat meestal door natuurlijke stromingen. Als een zandbank ontstaat door de branding, wordt het een brandingsrug genoemd.
Wat moet je doen als je in een draaikolk terecht komt? Het beste is om je niet te verzetten, daardoor verlies je alleen maar energie. Je komt namelijk vanzelf weer omhoog. Laat je dus rustig omlaag en dan weer omhoog voeren.
In ons land liggen er tientallen muien voor de kust. Een mui kan wel 200 meter lang zijn. Per dag kan de situatie verschillen: muien verplaatsen zich namelijk. De ene keer liggen er drie op een rij, de andere keer ligt er maar eentje.
Een muistroom is een stroming in het water nabij de kust, die zeewaarts gericht is. De stroming vindt met name plaats in de openingen tussen de zandbanken of de diepere gedeeltes op het strand.
Muien of Zwinnen
Het door de vloed achtergelaten water moet bij eb ook weer terug richting zee. Dit gebeurt via een geul of kuil tussen twee zandbanken in,die een mui wordt genoemd(Zie video). De breedte, vorm en diepte van muien kan sterk van elkaar verschillen: van één tot tientallen meters.
Eén van de meest bekende draaikolken is Old Sow (oude zaag), een draaikolk die niet alleen de grootste op het westelijk halfrond is, maar ook de op één na grootste ter wereld! Je vindt deze draaikolk in de Passamaquoddy Bay, bij de monding van de Fundybaai. Vanaf de kust van New Brunswick is Old Sow goed te zien.
Een studie uit 2013 met satellietgegevens wees uit dat de draaikolk op zijn piek tot meer dan 500 kilometer breed kan worden, waardoor hij breder wordt dan de Grand Canyon lang is.
Op het hele noordelijk halfrond draait het wegstromende water zo linksom, op de zuidpool en het zuidelijk halfrond rechtsom, met de klok mee. Alleen op de evenaar valt de draairichting niet te voorspellen.
Hoe ontstaan golven eigenlijk? De meeste golven ontstaan midden op zee als er een storm waait. De harde wind raast over het wateroppervlak waardoor rimpels in het water ontstaan. Hierdoor krijgt de wind meer grip op het water.
Aflandige wind is de wind die vanaf de kust richting de zee waait. Aanlandige wind komt vaak van zee en neemt dus ook lucht van boven de zee mee.
Een zee is een grote hoeveelheid water, die in verbinding staat met een andere zee of met een oceaan, die ook als zee kan worden aangeduid, zij het dat een oceaan een zelfstandig geheel vormt met een eigen circulatie (zeestroom). Een zee daarentegen, heeft een bodem die bij een continent behoort (continentaal plat).
Je gaat veel te ver de zee in
Wij adviseren altijd: zwem langs de kust, dan kunnen wij je goed in de gaten houden. Hoever ze dan in de zee in moeten gaan? Tot aan je knieën. En dan kan je zwemmen.
"De Noordzee is een zeer gevaarlijke zee", zegt duiker Johan Rycx. "De temperatuur van het water is nu amper 13°C en heel vaak is het koude water de hoofdoorzaak de problemen. Daarbij komen ook nog andere gevaarlijke factoren, zoals de sterke stroming, de wind en ook de verraderlijke stand van de zee, eb of vloed.
Springtij is vooral gevaarlijk in combinatie met een langdurige noordwesterstorm. Dan wordt het water extra fel landinwaarts geblazen en is er gevaar voor watersnood, zoals bijvoorbeeld op 1 februari 1953.