Het crematieproces
De duur van de crematie hangt af van het soort oven, het gewicht van de overledene en de kist. Gemiddeld duurt het verbrandingsproces 55 minuten tot anderhalf uur, maar het kan ook korter of langer duren.
Veel mensen vragen zich af hoeveel dagen na overlijden de uitvaart is. Wettelijk gezien moet de begrafenis of crematie uiterlijk op de zesde werkdag na overlijden plaatsvinden. Dit is vastgesteld in de Wet op de lijkbezorging (Wlb).
Waarom wordt as niet meteen vrijgegeven? In Nederland wordt na een crematie niet meteen het as vrijgegeven. Hiervoor is een vaste periode van 1 maand vastgelegd in de As-wet. Een reden hier van is dat de overheid hierdoor nog een maand de mogelijkheid heeft het as te onderzoeken.
Cremeren is het proces waarbij een overleden lichaam wordt verbrand. Het verbranden van het lichaam doet voor diegene geen pijn, je voelt er dan niks meer van want alleen je lijf is er nog.
Hier bestaan geen regels voor. Om een overledene wel of niet thuis op te baren is een vrije keuze. Ook om hem 's nachts alleen te laten. De meeste mensen laten een overledene niet alleen in huis en zorgen voor een wake; dat is een kwestie van gevoel.
In principe mag je alle makkelijk verteerbare voorwerpen meegeven in de kist. Ook tekeningen van kinderen, brieven, bloemen en foto's (zonder fotolijstje uiteraard!) mogen mee. Daarnaast vinden veel kinderen het fijn om een lievelingsknuffel mee te geven aan een overleden persoon.
Het wit-grijze poeder is de as
Wat men uit de crematieoven haalt na crematie, is een menselijk lichaam maar dan enkel de botten. De vermaling van deze botten of beenderen, zorgen voor het wit-grijze poeder dat we kannen: as.
Voor een lijk in een kist helemaal verteerd is (verdwenen is), moet u aan tientallen jaren denken. Soms kun je na honderden jaren nog skeletten of delen van skeletten op een oude begraafplaats vinden. Soms is na 20 of 30 jaar alles helemaal weg.
Eén van de stoffen die het makkelijkst vergaan, zeker wanneer het over 100% katoen gaat. In een (georganiseerd) composteringsproces zou het materiaal ongeveer na 1 week tot 5 maanden verdwenen moeten zijn.
Bij het cremeren wordt de kist in een crematieoven geplaatst. De kist vergaat daarbij door de hitte. Voorafgaand aan een crematie is er vaak een uitvaartdienst of een kerkdienst, maar het hoeft niet. Na het afscheid brengt de uitvaartondernemer de kist naar de ovenruimte, waar de uiteindelijke crematie plaatsvindt.
De hoeveelheid as die resteert na een crematie bedraagt gewoonlijk tussen de 2,5 en 3,5 kg.
Het dragen van bijvoorbeeld felle kleuren, opvallende prints en sieraden of sportkleding is af te raden. Een donkere, neutrale rok of jurk met donkere panty is voor dames een veilige keuze. Voor mannen is een net colbert met een donkere (spijker)broek zonder gaten of andere opvallende kenmerken gepast.
De weke delen van een lichaam zoals ogen en ingewanden zijn na enkele weken of maanden weg. Het spierweefsel (zeg maar het vlees) gaat veel en veel langzamer. Dat komt omdat er in de grond vrij weinig zuurstof doordringt, waardoor er een langzame stofwisseling en langzaam ontbindingsproces is.
U mag een overledene niet eerder dan 36 uur na overlijden laten begraven of cremeren. En niet later dan 6 werkdagen na overlijden. Het weekend en feestdagen zijn geen werkdagen.
Voor een crematie wordt de oven voorverwarmd tot zo'n 800 graden Celsius. Tijdens de verbranding loopt de temperatuur op tot zo'n 1100 graden Celsius. Een crematie duurt gemiddeld zo'n vijf kwartier. Na de verbranding worden de as van de overledene en andere overblijfselen (identificatiesteentje, metalen) verzameld.
Na de verzorging kan men bij een intacte huid van zowel de overledene, als nabestaande of verzorger, iemand zonder problemen aanraken. Voor het sluiten van de ogen, is het vaak al voldoende ogen direct na het overlijden met de vingers dicht te strijken.
Als er wordt gesproken over het schoonmaken na een overlijden of onopgemerkte dood, ligt de nadruk vaak op het risico van bloed overdraagbare ziekteverwekkers. Dit zijn ziektekiemen die in bloed leven en zeer veel ellende kunnen veroorzaken. Sommige van deze ziektekiemen worden bacteriën genoemd en anderen virussen.
Natuurlijk mag iemand de overledene op de mond kussen maar men moet wel rekening houden dat daar veel bacteriën aanwezig zijn. Het is wellicht een vervelend praatje maar direct na het overlijden begint het lichaam met het ontbindingsproces. Die lichaamssappen moeten weg en dat gaat vaak via de mondhoeken.
De weke delen van een lichaam zoals ogen en ingewanden zijn na enkele weken of maanden weg. Het spierweefsel (zeg maar het vlees) gaat veel en veel langzamer. Dat komt omdat er in de grond vrij weinig zuurstof doordringt, waardoor er een langzame stofwisseling en langzaam ontbindingsproces is.
Op het ander lint komen de namen van wie het rouwwerk is. Een derde rouwlint in het midden is ook mogelijk. Wanneer het een crematie betreft wordt er nooit gekozen voor “Rust zacht” omdat dit verkeerd kan overkomen bij de nabestaanden. Er passen 50 tekens (inclusief spaties) op een rouwlint.
Volgens de meeste mensen en religies gaat het zo: als je lichaam sterft, treedt je onstoffelijk ziel eruit, om op weg te gaan naar het hiernamaals of een volgend leven. Een aardig idee, dat het helaas zonder wetenschappelijk bewijs moet stellen – en niet omdat wetenschappers hebben nagelaten ernaar te zoeken…
Weefsel van organen wordt vernietigd, lichaamscellen worden in hoog tempo afgebroken, de huid verkleurt en raakt los. Vet neemt de langste tijd om te verteren, dus billen en dijen zitten er als laatste aan. Na zo'n tien jaar is alleen het skelet nog over.
Per dag doet hij gemiddeld twaalf crematies, maar bezig met de dood of zijn eigen sterfelijkheid is hij niet echt. "Je weet dat er een persoon in de kist ligt, maar je moet er niet te veel bij stilstaan.
Grofweg kan je aanhouden dat massief vuren- of populierenhout 10 tot 15 jaar goed blijft. Eikenhout en tropisch hout 25 tot 50 jaar. Wanneer je kiest voor een fineer houten kist, dat is spaanplaat met een heel dun laagje hout eroverheen, moet je rekening houden met een houdbaarheid van een maand.