Blaaskatheter U heeft een katheter gekregen om de urine continu uit de blaas te laten aflopen. Een opgeblazen ballonnetje, aan de punt van de katheter, zorgt ervoor dat de katheter er niet uit kan vallen. De katheter kan tussen de 8 en 12 weken blijven zitten.
Door het handmatig leegtrekken kunnen gerimpelde ballonrandjes (zie foto) ontstaan waardoor het uittrekken van de katheter gevoelig of pijnlijk kan zijn voor de patiënt.
Bij harde ontlasting kunt u de neiging krijgen om te persen en als gevolg daarvan kan er urine langs de katheter lopen. Om uw ontlasting soepel te houden is het ook van belang om genoeg te drinken. De arts of verpleegkundige zal u vertellen of en wanneer de katheter verwisseld moet worden.
Hoe lang de katheter kan blijven zitten, is afhankelijk van het materiaal van de katheter. Vaak wordt de katheter na zes tot twaalf weken verwisseld. Voor het wisselen van de katheter heeft u een afspraak gemaakt.
Zolang u een verblijfskatheter heeft, kunt u niet gewoon plassen. De urine loopt weg door de katheter, zonder dat u het merkt. Met een verblijfskatheter kunt u bijna alles doen wat u gewend was. De urine wordt opgevangen in een opvangzak.
Het inbrengen van de katheter is niet pijnlijk, maar kan wel een onaangenaam gevoel geven. Vervolgens wordt de ballon via het slangetje langzaam met water gevuld. Het inbrengen van de katheter duurt ongeveer tien minuten. Daarna heeft u een gesprek met de verpleegkundige.
In de meeste gevallen kunt u gewoon uw leven blijven leiden met een verblijfskatheter. Toch kunnen er soms probleempjes ontstaan. Vaak kunt u die met een kleine handeling zelf oplossen. Daarom is het handig om te weten hoe u dat doet.
Een verblijfskatheter kan zo'n 4 tot 8 weken blijven zitten. Daarna zal de arts of verpleegkundige, indien nodig, een nieuwe katheter bij u inbrengen. Via de katheter loopt de urine uit de blaas in een urineopvangzak. Zo kan de urine goed afgevoerd worden.
's Nachts sluit u de grotere urine-nachtzak op de urine-beenzak aan. Deze heeft een inhoud van twee liter, zodat u rustig door kunt slapen. De opvangzak kunt u in een rekje aan de zijkant van uw bed hangen.
De Richtlijn V&VN1 geeft aan dat verblijfskatheters 's avonds verwijderd kunnen worden (voor 12 uur 's nachts) met als gevolg een korter verblijf in het ziekenhuis. Daarentegen geven ze aan dat katheters toch veelal 's ochtends verwijderd worden, zodat eventuele retenties overdag behandeld kunnen worden.
De urine-opvangzakken spoelt u na gebruik om met lauwwarm water. De katheter mag er 3 tot 12 weken in blijven zitten, dit is afhankelijk van de soort katheter die u heeft gekregen. Hoe vaak de katheter wordt vervangen, is afhankelijk de soort katheter, steenaanslag en het advies van de arts.
Doorgaans geldt als regel: als er 100- 200 milliliter (ml) urine achterblijft, moet u een keer per dag katheteriseren, bij 200- 300 ml twee maal, bij 300- 400 ml drie keer per dag en zo verder.
De eerste dagen na het verwijderen van de blaaskatheter kan uw plasbuis branderig/pijnlijk aanvoelen, waardoor u wat vaker dan normaal naar het toilet moet. Ook kan de eerste dagen de urine wat troebeler zijn of kan er wat bloed in de urine zitten. Door regelmatig goed te drinken wordt de urine snel helder.
Deze studies lieten vrij consistent zien dat het 's avonds verwijderen van de katheter leidde tot een grote hoeveelheid urine tijdens eerste urinelozing (verschil van 95 ml), kortere tijd tot eerste urinelozing (1 uur verschil), korter verblijf in het ziekenhuis (0,71 dag), en minder rekatheterisaties (2 procent ...
Lukt het niet om spontaan te plassen of blijft er te veel urine achter in de blaas na het plassen? Dan kan u eventueel 1 keer gekatheteriseerd worden. Dit is 1 keer de blaas leeg maken met een katheter.
Procedure: het verwijderen van de verblijfskatheter
Plaats het nierbekken tussen de benen van de patiënt. Laat de ballon af: druk de spuit in het ventiel en laat de ballon spontaan leeglopen in de spuit. Verwijder de verblijfskatheter, klem de katheter af tijdens het verwijderen.
Onaangenaam ruikende urine ontstaat doordat er bacteriën in de urine zitten. Mensen met een katheter hebben altijd bacteriën in de blaas die zich daar normaliter niet bevinden.
Met een verblijfskatheter kunt u gewoon douchen. U hoeft niet bang te zijn dat de katheter er tijdens het wassen uit valt. Het is belangrijk dat u uw handen wast, voor en na het loskoppelen of het vervangen van de opvangzak.
Het grootste deel van de gebruikers van Curan-katheters geeft aan deze als pijnloos te ervaren. Wel kan het zijn dat je het inbrengen en verwijderen van de katheter in het begin onaangenaam vindt, omdat het misschien wat branderig aanvoelt. Jouw plasbuis is namelijk nog niet direct gewend aan de katheter.
Full siliconen katheter
Deze katheter bestaat uit 100% siliconen. De verblijfsduur van deze katheter 8 tot 12 weken is, mits er geen problemen zijn van steenaanslag, verstopping e.d. De katheter wordt gebruikt bij patiënten met een latex-allergie en voor langdurig gebruik.
De blaas van een volwassen mens kan (theoretisch) zo'n 1500 ml urine bevatten, in de praktijk zal bij de meeste mensen de blaas nooit voller dan 800 ml worden (gemiddeld tussen 300-500 ml).
Beide katheters hebben een kanaal om de urine uit de blaas af te voeren en een kanaal om de ballon op te blazen met een vloeistof (vandaar de naam 2-weg katheter). De 3-weg katheter heeft nog een extra kanaal waar vloeistof door heen kan om de blaas te spoelen.
Verzorging. Was dagelijks de insteekopening van de suprapubische katheter met een washandje met lauw water. U mag niet douchen of baden, totdat de hechting is verwijderd. Nadat de hechting is verwijderd, kunt u zich gewoon weer douchen, baden mag wel maar niet te lang.
Als het niet lukt om de blaas goed leeg te plassen, blijft er urine in de blaas achter. Dit heet blaasretentie. Doordat je blaas niet goed doorspoelt, kan er een blaasontsteking ontstaan, die zelfs tot een ontsteking van de nierbekkens kan leiden.
Door het vervangen of verwijderen van de katheter voor aanvang van de therapie is het mogelijk een urinemonster te nemen dat een betere weergave geeft van de verwekkers van de urineweginfectie, de uropathogenen (Raz, 2000).