De pijn gaat normaal gesproken na enkele dagen weg, als je lichaam gewend is geraakt aan borstvoeding en je baby efficiënter gaat zuigen. Raadpleeg een deskundige, lactatiekundige of borstvoedingsspecialist als de pijn tijdens de borstvoeding niet na enkele dagen verdwijnt.
Meestal worden pijnlijk tepels veroorzaakt door verkeerd aanhappen aan de borst met als gevolg tepelkloven. Een enkele keer kan het ook veroorzaakt worden door een schimmelinfectie, spruw. Als één van de tepels duidelijk meer pijn doet, is het prettig om met de minst pijnlijke kant te beginnen.
De sleutel tot borstvoeding zonder pijn is correct aanleggen. Richt bij het aanleggen je tepel in de richting van het gehemelte van je baby. Dat zou je baby moeten helpen bij het aanhappen van de tepel en een gedeelte van de tepelhof (de cirkel van donkere huid rond de tepel) eronder.
Na de eerste dagen kan de toeschietreflex door moeders als (zeer) pijnlijk worden ervaren. Meestal neemt deze pijn na de eerste weken steeds meer af. Ook een klein, soms bijna onzichtbaar blaartje op de tepel kan veel pijnklachten geven.
Borstvoeding geven hoort geen pijn te doen. Pijn is een signaal dat je serieus moet nemen. Door de pijn kan de melkstroom verminderen, kan de borst minder goed worden geleegd, heb je meer kans op een borstontsteking en kan je baby te weinig melk binnen krijgen. Het is normaal dat borstvoeden in het begin gevoelig is.
Een baby moet 20 (7 of 10, of 15) minuten aan elke borst gevoed worden. Niet waar! Belangrijk is dat we het verschil maken tussen 'aan de borst liggen' en 'uit de borst drinken'. Enkele voorbeelden: Een baby die 15 Ã 20 minuten aan een kant effectief drinkt, wil de tweede kant misschien helemaal niet meer.
Borsten en tepels komen in verschillende soorten en maten. Een te klein of te groot borstschild kan ervoor zorgen dat kolven pijn doet OF dat je minder melk gaat kolven. Kolven mag geen pijn doen! Bij sommige winkels kan je verschillende kolven proberen onder begeleiding van professionele hulp.
Als er geen melk uit je borsten lekt, leg dan een koud kompres, gekoelde gelpad of zelfs in een doek gewikkelde bevroren erwten op je borsten gedurende tien minuten na een voeding om zwelling te verminderen en pijn te verlichten.
Gebruik één arm om je baby te steunen en met de andere hand ondersteun je je borst, zodat de tepel ter hoogte van zijn neusje komt. Streel met de tepel zacht de bovenlip van je baby. Je baby herkent het signaal en opent in een 'zoekreflex' spontaan zijn of haar mondje. Gun je baby even tijd om actief te gaan aanhappen.
Borstvoeding geven kost bakken met energie. Toch willen heel veel moeders zo snel mogelijk hun gewone leven weer oppakken. Ze gaan gebukt onder slaaptekort en geven zich daar moeilijk aan over. Als jij al geen energie hebt, dan kan je lichaam het ook niet gebruiken voor borstvoeding.
Tenslotte kan je kind ook moeite hebben met drinken aan de borst omdat het pijn doet, bijvoorbeeld na een kunstverlossing, bij een beschadiging aan de kaakgewrichten, een gebroken sleutelbeen, en dergelijke. Pijn bij het drinken kan ook veroorzaakt worden door spruw in het mondje van de baby of op je tepel en tepelhof.
Sommige pasgeboren baby's lijken de borst niet goed aan te kunnen happen, misschien omdat jullie beiden wat meer tijd nodig hebben om borstvoeding onder de knie te krijgen of omdat de baby prematuur geboren is, ongemak ervaart na een moeilijke bevalling of omdat de moeder vlakke of ingetrokken tepels heeft.
Het is belangrijk om vanaf de geboorte je baby de eerste tijd minimaal acht tot twaalf keer per 24 uur te voeden. Hij krijgt dan vaak een beetje colostrum en hij leert zo hoe hij moet drinken nu je borsten nog zacht zijn. Wanneer je baby na de geboorte nog erg slaperig is, kun je hem gerust bij je nemen om te voeden.
Maak je je toch ongerust over je melkproductie of over je babytje, bel dan even met een lactatiekundige. Zo rond dag 3 of 4 krijgen de meeste vrouwen last van stuwing.
Baby's van 8 - 12 weken
U kunt starten met een slaapritueel zodat het duidelijk is dat de dag overgaat in de nacht en dat het tijd is om te gaan slapen. Borstvoeding geeft u op verzoek of om de drie tot vier uur. Ook bij flesvoeding kunt u kiezen voor voeden op verzoek of ongeveer om de drie tot vier uur.
Dit hangt af van het gewicht van je baby, het aantal voedingen en de samenstelling van de gekolfde melk. Een baby drinkt per dag gemiddeld ongeveer 150 ml per kilo lichaamsgewicht. Een baby van 5 kilo heeft dus elke dag 750 ml moedermelk nodig. Als hij zes voedingen krijgt is dat ongeveer 110 ml per voeding.
De meeste moeders, met een volledige melkproductie, kunnen zonder dat hun baby aan de borst drinkt, 6 a 8 keer per dag kolven en hun toch hun melkproductie handhaven.
De zuigkracht is vergelijkbaar met een traditionele borstkolf, maar het grote voordeel is dat je in iedere positie, overal kunt kolven, zonder melk te verliezen uit de pomp. Door het ontwerp kan de melk er wel in maar niet uit druppelen. Zelfs liggend in bed of op de bank kun je prima kolven, volgens Willow.
Vaak gaat een overproductie gepaard met een sterke melkstroom. De baby kan veel lucht binnenkrijgen, zich verslikken en kokhalzen tijdens de voeding. Ook kan er sprake zijn van een onbalans in de lactose-vetverhouding, waardoor de baby meer last kan krijgen van krampen en waterig groene ontlasting heeft.
De tijd die het kost om een borst leeg te drinken is per baby en per moeder verschillend. Bij een wat tragere toeschietreflex of een baby die een minder hoog vacuüm kan opbouwen met zuigen zal een voeding langer duren. De duur van een voeding – tot baby's hun buik 'vol' hebben – kan variëren van 5 tot 45 minuten.
Onthoud: een baby is misschien wel twee uur aan de borst, maar als hij slechts twee minuten werkelijk 'drinkt' (open -> pauze -> sluit- manier van zuigen), zal hij nog hongerig van de borst af komen. Als de baby aan de borst snel in slaap valt, kun je borstcompressie toepassen om de melkstroom op gang te houden.
Hoe weet ik of mijn kind last heeft van tepel-speenverwarring? De baby weet niet wat hij met de borst aan moet: hij kauwt erop, pakt hem vast, steekt zijn tong niet meer uit om de melk te laten toeschieten en wordt al snel erg onrustig. Hij huilt, lijkt de borst weg te duwen, raakt overstuur en overstrekt zich.