Ook darren kun je wel eens slapend buiten de kast aantreffen. Haalbijen slapen daarbij volgens een dag (wakker) en nacht (slapen) ritme, waarbij ze s 'nachts langere perioden achter elkaar slapen. Thuisbijen hebben zo'n ritme niet. Waarschijnlijk omdat ook hun taken dag en nacht door gaan.
Bijen slapen 's nachts en ook wel overdag. Ze slapen op de raten, zelden buiten, op bloemen of bladeren. Van darren is wel waargenomen dat ze overdag zitten te slapen op blaadjes of takken. Het zijn vooral de haalbijen die 's nachts slapen na hun vermoeiende dagtaak.
's nachts hebben de bijen net als wij geen idee. bij een zwoele nacht kunnen bijen lang doorvliegen, ( in de zomer is gaan ze door tot het laatste licht, en dat is afhankelijke waar je zit tot laat in de nacht.
Als er een dag komt waarbij de temperatuur boven de 9°C stijgt, komen de bijen naar buiten, vliegen uit en ontlasten zich. Boven de 15°C vliegen ze massaal uit en vindt de zogenaamde reinigingsvlucht plaats. Deze vlucht duurt meestal niet langer dan een uur.
Samengevat kun je zeggen dat het volk zich beweegt tussen de polen hartje winter en hartje zomer. Hartje winter hebben de bijen zich teruggetrokken in hun kast of korf en vormen samen een kluit bijen, de wintertros. Ze houden zich dan warm en het volk is in rust.
Bijen komen uit de kast als het warm is dwz ongeveer 18 graden. Als de zon begint te schijnen en het is warm beginnen de bijen te vliegen. Als de temperatuur zoals nu 's avonds daalt naar rond de 15 graden blijven de bijen binnen. Het meest aktief zijn de bijen rond het middag uur.
Bijen hebben ook graag zon. Van regen houden ze helemaal niet. Pas wanneer de grond droog is, trekken ze erop uit. Ook op een hele bewolkte dag, zie je minder bijen dan als de zon schijnt.
Dat is handig, want in een bloem met nectar zit vaak een zogenoemd honingmerk. Dit kleurmerk reflecteert UV-licht, en leidt de honingbij direct naar de nectar. De bij verzamelt het zoete spul en stopt het samen met een lading speeksel in haar honingzak (een speciale maag waar de honing in bewaard wordt).
In eerste instantie vinden bijen en hommels hun nestje terug via het zicht. Ze oriënteren zich op de omgeving voordat ze wegvliegen zodat ze herkenningspunten hebben voor als ze weer terugkomen. Zo zien ze waar ze moeten zijn als ze met voedsel voor hun larven terugkeren naar het nest.
In de haalperiode kan een bij maximaal 800 km vliegen. De nectar wordt tot 13 km van de kast verzameld, het stuifmeel tot 6 km en het water tot 2 à 3 km. Per dag maakt een haalbij gemiddeld 10 vluchten waarbij ze gemiddeld 10 minuten voor nectar en tot een uur voor stuifmeel onderweg kan zijn.
Bijen steken uit zelfverdediging, om hun nest te beschermen of om eventuele prooidieren te doden. Bij een steek ontstaat een kleine huidwonde en wordt er gif in de wonde gebracht, waardoor een insectensteek pijnlijk kan zijn.
Water verzamelen. "Waar de bijen ook druk mee zijn wanneer het warm is, is water halen. Ze halen, met gevaar voor eigen leven, water in slootjes of vogelbadjes en dragen het in hun honingmaag naar het nest. Hier verspreiden ze het over de raten, waar het verdampt in hun nest.
Ze overwinteren als volwassen bij of als rustlarve en soms spinnen ze zelfs een cocon om zich heen om zich extra te beschermen. En dan vertrekken ze, heerlijk ingeduffeld, voor een lange winterslaap. We hadden van hen niets anders verwacht: bijen cocoonen in een nest.
Met behulp van hun lichaamswarmte en trilling blijven ze warm. Alle bijen kruipen samen in een soort bal, waarbij alle hoofdjes naar binnen wijzen. De koningin zit in het midden. Vervolgens beginnen alle bijen te trillen; zo creëren ze warmte.
Bijen zijn koudbloedig en kunnen niet goed tegen kou. Ze kruipen tegen elkaar aan zitten als een bol (tros) opeen gepakt zodat ze lekker warm blijven. Ze wapperen met hun vleugeltjes zodat er warmte ontstaat en eten honing. Want de verbranding van voedsel zorgt voor warmte.
Het dichtmaken van die gaatjes betekent vermoedelijk dat daarin alweer eitjes voor volgend jaar zijn afgezet, dus ook volgend jaar zul je weer uit al die openingen jonge bijen zien komen.
In een nest zijn in de winter een moer en ongeveer 10.000 werkbijen aanwezig; er zijn dan geen darren. In de zomer zijn enkele honderden darren aanwezig en kan het aantal werksters oplopen tot 80.000.
Zij hopen om als eerste te kunnen paren met nog maagdelijke vrouwtjes die juist voor het eerst hun nest verlaten. Vooral mannetjes van bijensoorten die in groepen bijeen nestelen, proberen op deze manier tot een paring te komen.
Nectar: volwassen bijen
Volwassen bijen hebben vooral suikers nodig als brandstof om in beweging te kunnen blijven. Zowel vrouwtjes- als mannetjesbijen drinken daarom nectar. Ze zijn meestal niet zo kieskeurig in de bloemen die ze hiervoor bezoeken.
Waar wespen een grote hekel aan hebben, is de geur van wierrook en de geur van kruidnagels. Zodra je een wierrook stokje aansteekt of je legt een aantal kruidnagels in een bakje met koud water blijven de wespen op afstand. Ze houden absoluut niet van deze geur.
Bijen zorgen niet alleen voor honing. Doordat ze telkens stuifmeel ophalen, zorgen ze voor de bestuiving van bloemen en planten. Door de bestuiving kunnen de bloemen en planten zich voortplanten en blijven er genoeg groeien. De bij is niet alleen belangrijk voor het maken van honing, maar voor onze hele natuur.
De verschillende bijensoorten doen dit weer op verschillende manieren. Sommige soorten, zoals de zandhommel graven bijvoorbeeld een gangetje in de bodem. Andere bijen maken graag nestjes in holle ruimten boven de grond, zoals holle stengels en muurspleten.
Wilde bijen nestelen op heel verschillende plekken, dat verschilt per soort. De meeste soorten wilde bijen maken een nest in (zand)grond, soms gewoon verticaal naar beneden, anderen graven horizontaal in een talud of dijk.
Als de temperatuur nu te laag is en het regent kunnen de bijen zich voeden met de voorraden honing en stuifmeel die ze zelf hebben aangelegd in hun nest. Deze voorraden zijn bedoeld als reserve voor slechte dagen, en voor tijdens de winter.