Tussen 4 en 6 uur 's morgens braken er op vele plaatsen de dijken. Vooral de noord- en oostkant van de Oosterschelde (Stavenisse, Ouwerkerk, Nieuwerkerk), van de Grevelingen (Oude-Tonge en Nieuwe-Tonge) en van het Hollandsch Diep (Schuring en 's-Gravendeel) werden zwaar getroffen.
De storm met windkracht 10 kwam op zaterdagavond 31 januari 1953 bij de Nederlandse kust aan. In Zeeland lag het hoogtepunt van de storm om 22.00 uur, in IJmuiden om 01.00 uur en in Den Helder om 04.00 uur. De zware noordwesterstorm zorgde samen met springtij voor een springvloed.
Door een storm in combinatie met springvloed, kunnen de Nederlandse dijken op 1 februari 1953 de zee niet langer tegenhouden. De dijken breken door en een deel van Nederland loopt onder water. Oma was toen 9 jaar en vertelt haar verhaal. Nederland is een laag land.
Tijdens de Watersnoodramp van 1953 kwamen 1836 mensen om. Het betekende voor velen een verlies van dierbaren. Een gemis dat niet te bevatten is.
Toen er nog geen dijken waren, maakten mensen terpen om op te wonen. Zo waren ze beschermd tegen het water. Nederlanders weten goed hoe ze zich tegen het water kunnen beschermen, maar ook hoe ze het water kunnen gebruiken. Dorpen werden vroeger gebouwd aan de oever van een rivier.
De helft van Nederland zou onder water lopen zonder ons fascinerende landschap van sloten, kanalen, meren, rivieren, windmolens, polders en dijken.
WEST-BRABANT - De fatale watersnood van 1953 is alweer 65 geleden Maar dat wil niet zeggen dat de geschiedenis zich niet kan herhalen. ,,Mijn grootste zorg is dat mensen tegenwoordig niet langer de noodzaak zien om de strijd tegen het water te blijven voeren.''
Maatregelen na de ramp
Op ongeveer 500 plaatsen waren er gaten in de dijken gekomen. Na de ramp is het herstel van de dijken meteen begonnen. Nog dezelfde nacht zijn ze de gaten gaan dichten met zandzakken. De grote gaten die niet goed gedicht konden worden met zandzakken werden gedicht met caissons.
De Watersnoodramp van 1953 is de grootste natuurramp in de Nederlandse naoorlogse geschiedenis. Wanneer na een zware noordwesterstorm de dijken bij Zeeland, Zuid-Holland en Noord-Brabant doorbreken komen meer dan 1800 mensen om het leven. Zaterdagmiddag, 31 januari 1953 steekt er een stevige wind op.
De Watersnoodramp die Nederland in de nacht van zaterdag 31 januari op zondag 1 februari 1953 trof, kostte 1836 mensen het leven.
De explosie van Texas City is één van de grootste rampen ooit veroorzaakt door de mens. Het begint met het Franse vaartuig, de 'SS Grandcamp'. Die lag gedokt in de haven van Texas City met een grote lading ammoniumnitraat en enige munitie voor kleine wapens.
In de provincie Zuid-Holland kwamen in totaal 686 mensen om het leven. Het eiland Goeree-Overflakkee staat hier bovenaan de lijst met 481 slachtoffers. In Noord-Brabant bedroeg het aantal slachtoffers 254. Elders in Nederland waren nog eens 22 slachtoffers te betreuren.
Ongeveer 59% van het Nederlandse landoppervlak loopt een overstromingsrisico: 26% ligt onder zeeniveau, 29% kan overstromen als rivieren massaal buiten hun oevers treden en 4% ligt buitendijks. Gezien de potentiële gevolgen behoren overstromingen tot de ergste rampen die Nederland kunnen treffen.
Bij Kruiningen, Kortgene en Oude Tonge werden als eerste gaten in de dijken geslagen. Bij Stavenisse braken kort na elkaar verschillende dijken. Over grote lengte werden verschillende dijken beschadigd. Ook bij Fijnaart, Heijningen en Willemstad in Noord-Brabant hielden de dijken het niet.
Deze aanpak heeft ertoe geleid dat Nederland anno 2009 de veiligste delta van de wereld is. De veiligheidsniveaus zijn hier nu zo hoog dat de kans dat grote delen van bedijkt Nederland overstromen, kleiner dan 1/1.250e per jaar is.
Tijdens de ramp overstroomde een gebied van ongeveer 150.000 hectare in de provincies Zeeland, Zuid-Holland en Noord-Brabant. In dit gebied woonden toen circa 600.000 personen. In totaal zijn 1836 mensen om het leven gekomen, waarvan 865 in Zeeland, 677 in Zuid-Holland, 247 in Noord-Brabant en 7 in Noord-Holland.
In april 1953 waren nog elf dijken niet gedicht. Op 6 november, zeven maanden na de Ramp, werd het laatste gat bij Ouwerkerk op Schouwen-Duiveland gesloten. Lang voor de Watersnoodramp van 1953 hadden dijkenbouwers het zogenaamde 'Deltaplan' bedacht. Dat was een plan om de zeearmen in Zuidwest-Nederland af te sluiten.
Overstromingen in Nederland zijn een reëel gevaar
Nederland is een delta, grote delen van ons land liggen hierdoor onder de zeespiegel. Grote rivieren zoals de Rijn en de Maas stromen door ons land naar de Noordzee. Overstromingen in ons land ontstaan niet alleen vanuit de zee, maar ook vanuit rivieren.
Het korte antwoord: ja, dat kan. Maar de kans is wel bijzonder klein. Nederland heeft de best beveiligde delta ter wereld. "De waterkeringen in Nederland zijn uitgerekend op een storm die eens in de 10.000 jaar kan voorkomen", zegt specialist waterveiligheid van Rijkswaterstaat Harold van Waveren.
De overstromingsgevoelige gebieden van Nederland: 59% van het landoppervlak van Nederland (dus excl. Waddenzee, IJsselmeer en ander open water) is gevoelig/kwetsbaar voor overstromingen. Deze cijfers zijn tot stand gekomen in samenwerking tussen PBL en Rijkswaterstaat-Waterdienst.
Als de dijken breken: de gevolgen
Maar de evacuatie verloopt chaotisch en snelwegen lopen muurvast. Het gevolg? In Nederland verdrinken 25.000 mensen en meer dan 100.000 mensen worden vermist. De levens van nog veel meer mensen zullen nooit meer hetzelfde zijn.
De gele en oranje delen van Nederland bevinden zich ruim boven het gemiddelde zeeniveau (> 12 meter NAP) en zijn niet kwetsbaar voor overstromingen. Het hoogste punt van Nederland ligt op de Vaalserberg in Zuid-Limburg op 322 meter boven NAP.
Als dat scenario zich herhaalt en de kust niet beter beschermd wordt, dan zijn Flevoland, Noord-Holland en Zuid-Holland verleden tijd. Ook de westelijke helft van de provincie Utrecht, delen van Zeeland, Friesland en Groningen en het westen van Brabant bestaan dan niet meer.