De meest eenvoudige manier is om de zonnepanelen te meten met een EazyPV PV-installatietester. Met deze meter kun je eenvoudig de apparatuur inspecteren door het op de uniforme connectoren aan te sluiten. Met dit ene apparaat meet je namelijk alle installatie parameters.
De manier om te controleren of een zonnepaneel echt kapot is, is door de zonnepanelen te laten inspecteren met een elektroluminescentie camera. Ze laten stroom door het mogelijk defecte zonnepaneel lopen, waardoor het zonnepaneel als het ware licht uitzendt. Doormiddel van een infraroodcamera's wordt dit vastgelegd.
De gemakkelijkste methode om de opbrengst van de zonnepanelen te meten is om de omvormer te gebruiken. Bij iedere zonnepanelen-installatie hoort een omvormer. Dit kastje kan de energie die wordt opgewekt omzetten in stroom.
Dit hebt je nodig:
Een CAT III multimeter.
Stel u heeft een omvormer en u wilt meten welke wisselspanning eruit komt. U neemt hiervoor een multimeter, stelt deze in op wisselspanning meten en zet het meetbereik op zeg 500-1000 volt. Heeft u een zuivere sinus omvormer, dan gaat dit over het algemeen goed: u meet een wisselspanning van om nabij 220-230 volt.
Stel u heeft een omvormer en u wilt meten welke wisselspanning eruit komt. U neemt hiervoor een multimeter, stelt deze in op wisselspanning meten en zet het meetbereik op zeg 500-1000 volt. Heeft u een zuivere sinus omvormer, dan gaat dit over het algemeen goed: u meet een wisselspanning van om nabij 220-230 volt.
Op 264,5V netspanning moeten automatische scheidingssystemen (zoals in PV omvormers) zich onmiddellijk afkoppelen van het net. Indien de gemiddelde maximale netspanning, gemeten over 10 minuten, meer dan 253,0 V bedraagt, moet er eveneens afgekoppeld worden.
Zonnepanelen produceren gelijkspanning. Op de datasheet staat precies hoeveel, maar uit een gemiddeld 60 cellen paneel van 165 cm x 100 cm komt ongeveer 40 Volt.
De omvormer kan verkeerd zijn aangesloten of verkeerd zijn ingesteld, dit kan het functioneren van de omvormer negatief beïnvloeden. Omvormers moeten verplicht verbonden zijn met de wisselspanning, dit zorgt ervoor dat de omvormer tijdens onweer niet stuk kan gaan.
De min en plus kabels
Aan de zonnepanelen zit een min stekker en een plus stekker. De min en de plus van ieder paneel worden met elkaar geconnect. Aan de einde van de strings blijven dus twee stekkers over. Aan een kant blijft de min over en aan de andere kant de plus.
Met de gratis Omnik app Solar View kunt u eenvoudig uw PV gegevens checken. Als u de app voor uw eigen installatie wilt gebruiken, zult u zich eerst moeten registreren op de Omnik webportal. De app wordt ondersteund door Apple en Android.
Eén zonnepaneel levert in een maand in de winter gemiddeld 2-5 kWh op. Met 15 zonnepanelen kan je een elektrische auto van Amsterdam naar Maastricht laten rijden. Of 30 keer de wasmachine of vaatwasser laten draaien, of 60 uur stofzuigen. Tijdens een zonnige winterdag kan de opbrengst ook ineens pieken.
Je zonnestroomsysteem haalt dan niet de maximale opbrengst. Reken op een vijfde of een zesde deel daarvan. Maar toch, ook in de winter wekken je zonnepanelen stroom op door de lichtinval op de panelen. Minder zonuren en een laagstaande zon zorgen dus voor een lagere opbrengst.
Na een extreme storm met bijvoorbeeld sterke winden of een stevige hagelbui is het mogelijk dat een zonnepaneel beschadigd raakt. Indien er een vermoeden is van eventuele beschadiging, dient dit zo snel mogelijk bevestigd te worden door een installateur en verwijderd of vervangen te worden.
Hitte en zonnepanelen: niet aanraken zonder handschoenen!
De opbrengst van panelen kent een zogenaamde 'negative temperatuurcoëfficiënt'. Dat wil zeggen: hoe heter ze worden, des te minder is de opbrengst.
Wanneer hier rekening mee wordt gehouden blijft het kabelverlies ruim onder de 1%. De kabel van de omvormer naar de meterkast moet bij voorkeur ook niet langer zijn dan 20 meter.
Indien elektrische apparaten verschillende soorten stroom krijgen zoals het geval is bij zonnepanelen, zou dit ernstige schade toebrengen. Daarom stoppen de zonnepanelen ook met werken bij stroomuitval.
De stroom van je zonnepanelen gaat eerst naar de omvormer en wordt daar omgezet in bruikbare stroom. Die loopt naar de groepenkast (die in de meterkast zit) en wordt van daaruit verdeeld naar de apparaten in huis die op dat moment stroom nodig hebben. De stroom die 'over' is, stroomt door naar het elektriciteitsnet.
Als je de netspanning wilt meten, steek je de meetstiften in beide stekkergaten van het stopcontact.Aan de hand van het oplichtende led-lampje lees je de hoogte van het spanningsverschil af op de meter.
Hoeveel kWh per Wp is afhankelijk van het aantal zonuren. In Nederland moet je de hoeveelheid Wattpiek met 0.85 vermenigvuldigen om het aantal kWh wat een paneel opwekt te achterhalen. Standaard zonnepanelen hebben een vermogen van rond de 370Wp. Een gemiddeld zonnepaneel wekt dus zo'n 315kWh per jaar op.
In wijken met veel zonnepanelen kan het voorkomen dat op zonnige dagen zonnepanelen tijdelijk uitschakelen. Dat komt omdat er op dat moment te veel stroom tegelijkertijd op het elektriciteitsnet komt, waardoor de spanning te hoog wordt.
Zo staat er op de site van milieucentraal.nl het volgende: 'Een centrale omvormer moet je na ongeveer 12 jaar vervangen', terwijl 'micro-omvormers wel zo'n 25 jaar meegaan'.
Tijdens een stroomstoring kun je geen gebruik maken van je zonnepanelen. Dat komt omdat de omvormer zonder stroom de opgewekte zonne-energie niet kan omzetten naar gelijkstroom. Dit gebeurt binnen 0,2 seconden na de spanningsuitval.