Als een kind op een IQ-test tussen 121 en 129 scoort, wordt een kind begaafd of ook wel meerbegaafd genoemd. Het betreft hier ongeveer 7% van de kinderen. Kinderen die boven 130 scoren, worden zeer begaafd of hoogbegaafd genoemd.
Het verschil tussen meer- en hoogbegaafdheid is vrij duidelijk. Een meerbegaafde heeft een IQ boven het gemiddelde van 122 IQ punten maar blijft onder de hoogbegaafdheidsgrens van 129 IQ punten. De hoogbegaafde heeft een IQ score van 129 en hoger.
Hoogbegaafden hebben vaak een hoog rechtvaardigheidsgevoel. Jonge kinderen hechten al veel waarde aan beloftes en gaan diepgaandere vriendschappen aan. In de klas is te merken dat deze kinderen veel moeite hebben met 'onrechtvaardige' beoordelingen en straffen.
Hoogbegaafde kinderen zijn zich bijvoorbeeld vaak al veel bewuster van relaties en verwachtingen dan hun leeftijdsgenoten. Bovendien leggen zij de lat voor zichzelf vaak hoog. En/of kunnen alles wat zij denken, voelen en weten, nog niet in woorden uitdrukken.
Veel mensen zien het als een manier om hun hoogbegaafdheid te kunnen bewijzen. Misschien voelt het alsof je dan pas mag vinden en zeggen dat je hoogbegaafd bent. Maar hoogbegaafdheid komt niet altijd naar voren in een IQ-test. Sommige hoogbegaafden scoren zelfs laag op een IQ-test, ook al hebben ze een hoog IQ.
Heel wat hoogbegaafden groeien snel uit hun baan en dan slaat de verveling en onderprikkeling toe. Ze worden lange tijd niet meer uitgedaagd en krijgen last van chronische verveling, demotivatie en soms depressie. Onder je niveau functioneren is lastig, zeker als je hoogbegaafd bent.
Kan uitzonderlijke begaafdheid verdwijnen? Nee. Uitzonderlijk begaafde kinderen groeien op tot uitzonderlijk begaafde volwassenen (zoals hoogbegaafde kinderen dat ook doen overigens). Maar op weg naar volwassenheid kan de hoogbegaafdheid zich “verstoppen”.
Als een kind op een IQ-test tussen 121 en 129 scoort, wordt een kind begaafd of ook wel meerbegaafd genoemd. Het betreft hier ongeveer 7% van de kinderen. Kinderen die boven 130 scoren, worden zeer begaafd of hoogbegaafd genoemd.
Bij hoogbegaafde kinderen houdt dit langer aan, want ze zijn vaak ontzettend nieuwsgierig en willen het liefst de hele dag nieuwe dingen uittesten. Je kind heeft dan ook een brede interesses en vindt zowel auto's, als vulkanen, als …. ga zo maar door, het einde.
Snel kleuren en cijfers herkennen. Een grote woordenschat hebben en lange, samengestelde zinnen maken. Juist heel laat gaan praten, maar wel meteen in volzinnen. Beter kunnen opschieten met oudere kinderen en volwassenen dan met leeftijdsgenoten.
Het ontstaan van hoogbegaafdheid zit hem voor een deel in de genen en voor een ander deel in de opvoeding en het onderwijs (zie ook bij het kopje wat is hoogbegaafdheid). Daarbij is het opvallend dat de invloed van erfelijkheid toeneemt met de leeftijd. De positieve en negatieve kenmerken van hoogbegaafdheid.
Hoogbegaafd kind heeft veel te leren
Het gaat erom dat sommige kinderen duidelijk iets anders nodig hebben dan ze krijgen in het reguliere onderwijs. Als leerkrachten dat gaan herkennen, kunnen ze deze kinderen uitdagen op een manier die bij ze past: door ze op een snelle of meer complexe manier lesstof aan te bieden.
Een gemiddeld intelligentieniveau ligt tussen de 90 en 110. Bij een IQ tot 120 spreekt men van een bovengemiddeld intelligentieniveau en bij een IQ tot 130, spreekt men van een begaafd intelligentieniveau. Een hoogbegaafd kind heeft een IQ dat hoger is dan 130.
"Onderzoek heeft uitgewezen dat intelligentie grotendeels bepaald wordt door onze genen en onze omgeving, maar ook andere factoren kunnen een rol spelen." Om de genetische component voor intelligentie te bepalen, bestudeerden wetenschappers in het verleden al meermaals het IQ van tweelingen.
Dyslexie en hoogbegaafdheid
Kinderen die zowel hoogbegaafd als dyslectisch zijn, zijn vaak te herkennen aan de volgende signalen: Veel spellingsfouten. Wel goed mondeling taalgebruik, maar schriftelijk wel problemen. Negatief beïnvloede prestaties (verveling, faalangst, enz.)
Omdat de berekening van de IQ-score verschilt per test, wordt in de toelatingseis gebruikgemaakt van percentielscores. Om lid te kunnen worden van Mensa moet men aantonen dat men een IQ heeft in het 98e percentiel of daarboven.
Hoogbegaafdheid: de nadelen
Je verveelt je snel als je in een groep zit die langzamer denkt en leert dan jij. Mensen begrijpen je gedachtensprongen en gevoel voor humor vaak niet. Soms voel je je daardoor eenzaam en 'anders' dan je klasgenoten. Je kunt problemen krijgen in het maken van contact met anderen.
We noemen iemand hoogbegaafd bij een IQ van 130 of hoger. Bij kinderen van 0 tot 4 jaar noemen we het vaak nog een voorsprong op de ontwikkeling en geen hoogbegaafdheid. Op die leeftijd is het nog niet aan te tonen. Uit onderzoek blijkt wel dat veel van deze kinderen op latere leeftijd bovenmatig slim zijn.
Net zoals alle leerlingen hebben cognitief begaafde leerlingen – leerlingen die snel en abstract kunnen denken, een sterk geheugen hebben en creatief problemen kunnen oplossen – baat bij onderwijs dat inspeelt op hun leer- en ontwikkelingsbehoeften.
Kenmerken van een ontwikkelingsvoorsprong
Het zijn slimme en snelle denkers: ze kunnen volwassenen erg verrassen. Ze bedenken dingen die jij niet zo snel zou bedenken, halen toeren uit en hebben graag het laatste woord. Ze houden zich bezig met complexe zaken die eigenlijk niet passend zijn bij de leeftijd.
Hoogbegaafdheid is deels erfelijk en deels omgeving gebonden. Erfelijkheid betekent dat de kans groot dat in een gezin meer personen (kinderen, ouders) hoogbegaafd zijn, wat overigens geen garantie is dat die hoogbegaafdheid ook tot uiting komt. Het ontwikkelingsprofiel van hoogbegaafde kinderen kan disharmonisch zijn.
Hoogbegaafden denken simultaan, op meerdere niveau's tegelijk, en kunnen daarom complexe zaken makkelijk ontleden. Ze denken lateraal en nevenschikkend, in beelden, en zijn daarbij zowel analytisch als creatief ingesteld - en daar hoeven ze weinig voor te doen.
Hoogbegaafdheid is een gevolg van één of meer aangeboren bekwaamheden of potenties en interactie met de omgeving. Hoogbegaafdheid bestaat ook door verworven of geleerde en gestimuleerde vaardigheden. Wat aangeboren is moet zich kunnen ontwikkelen en gestimuleerd worden.
Het hoogbegaafde brein heeft een “bedrading” die voor meer emotionele intensiteit kan zorgen. Er is bewijs dat er meer verbindingen zijn tussen het onderdeel in de hersenen waar de emoties worden waargenomen en de prefrontale cortex. Dit zou een verklaring kunnen zijn voor de emotionele intensiteit van hoogbegaafden.
De meest eenvoudige manier om hoogbegaafdheid te testen is middels het meten van het IQ. Dit kan gedaan worden door een IQ test te maken. Uit een IQ test komt een IQ score naar voren. Op het moment dat de IQ score hoger dan 130 is, kunnen we spreken van hoogbegaafdheid.