100 gram komt overeen met 0,1 liter en dat is 1 dl en dat is dan 10 cl en dus 100 ml.
Overig - 1 eetlepel staat gelijk aan:
Water: 15 gram. Kruidenpoeder: 2 gram. Gedroogde kruiden: 5 gram.
De gemiddelde inhoud van een eetlepel is vaak tussen de 10 en 12 milliliter, terwijl er in recepten vaak wordt uitgegaan van 15 milliliter. Bij theelepels moet je uitgaan van een inhoud van 5 milliliter. In recepten wordt altijd uitgegaan van een afgestreken lepel, mits die lepel de juiste inhoud heeft.
1 eetlepel
Bloem is 10 gram. Meel is 10 gram.
Een snuifje zout – in Nederlandse recepten staat meestal 'een snufje' – is precies die hoeveelheid die je tussen je duim en wijsvinger kunt vasthouden. Als je dat uitdrukt in gewicht kom je uit op 0,3 à 0,4 gram zout: héél weinig dus en zeker minder dan een mespuntje: dat zijn al snel 3 à 4 snuifjes zout.
500 gram is hetzelfde als een halve kilo.
1000 milligram is hetzelfde als 1 gram. Leg aan de hand van het metrieke stelsel uit hoe je milligrammen omrekent naar grammen.
Aantal suikerklontjes in de diverse dranken (één suikerklontje weegt 5 gram (20 kcal)) Dranken zonder suikerklontjes (per glas/pakje 200 ml). Wees matig met zoetstof! Dranken met 1 suikerklontje (per glas/pakje 200 ml).
1 cup: 150 gram. 3/4 cup: 100 gram. 2/3 cup: 100 gram.
Antwoord. Heb je een maatbeker? Bij mijn maatbeker stel ik vast dat 300 gram meel ongeveer overeenkomt met een halve liter. Dus 135 gram zelfrijzend bakmeel zal ongeveer 225 ml zijn.
1 theelepel = 2,5 ml of 2 g fijn zout.
1 theelepel (tl) is 5 ml. 1 eetlepel (el) is 15 ml.
Zout brengt smaken in balans
Een snufje zout zorgt er echter voor dat de smaak van de suiker gebalanceerd wordt. Zout wordt dus niet alleen gebruikt om gerechten zouter te laten smaken, maar ook om de andere smaken in een gerecht te onderstrepen.
Het antwoord rond je af. Bijvoorbeeld: Per 100 ml zit er 8,2 gram suiker in.
Eetlepels worden voornamelijk gebruikt als servies voor kommen die in het midden van de tafel worden geplaatst. Een soeplepel heeft een bredere en diepere ovaalvormige kom dan een eetlepel, zodat deze meer vloeistof kan bevatten. Het heeft een vergelijkbare algehele vorm.
De gram is een eenheid van massa en wordt in het Internationale Stelsel van Eenheden gedefinieerd als een duizendste van een kilogram. Het symbool voor gram is G. De kilogram, niet de gram, is de basiseenheid van Internationale Stelsel van Eenheden, ondanks het voorvoegsel kilo voor kilogram.
Als je het over water hebt dan is 1000 gram = 1000 ml. Dus 1 ml water = 1 gram water.