Als je kind zich vervelend gedraagt, blijf dan rustig en zeg je kind duidelijk daarmee op te houden. Vertel daarna hoe hij/zij zich wél moet gedragen: 'hou op met vechten; ga leuk met elkaar spelen'. Benader iets dus positief. Geef een compliment als je kind luistert.
Bij peuters is de ontwikkelingsvoorsprong al iets duidelijker te herkennen. Zo is een hoogbegaafde peuter zeer ondernemend, motorisch erg vaardig en zelfstandig. Daarnaast hebben ze een goede ruimtelijke oriëntatie en ontwikkelen ze snel het begrip voor bijvoorbeeld kleuren, cijfers en hoeveelheden.
De meeste baby's tussen de 7 en 12 maanden benoemen hun ouders als “mama” of “dada”. De eerste woordjes (anders dan mama of dada) leren de meeste baby's rond 19 maanden. Tegen de tijd dat je kleintje 2 jaar is, praat hij of zij in zinnen van 2 tot 4 woorden.
De naam 'Triple P' staat voor 'Positive Parenting Program' en is een methode voor opvoedingsondersteuning voor ouders met kinderen van 0 tot 16 jaar. Triple P is een laagdrempelig, integraal programma met als doel emotionele en gedragsproblemen bij kinderen te voorkomen door het aanleren van opvoedvaardigheden.
Het is verleidelijk om “terug te vechten”en straf te geven wanneer je kinderen je kwetsen. Toch is het het juiste moment om te handelen zonder te praten, af te koelen en op een later moment te zoeken naar wederzijds begrip.
Neem contact op met het wijkteam, je huisarts of de jeugdgezondheidszorg in jouw buurt als je je zorgen maakt. Samen kunnen jullie bekijken wat er wel en niet goed gaat in het gedrag van je kind. Ook kunnen jullie er met elkaar achter komen waar het lastige gedrag vandaan komt en waardoor het blijft bestaan.
Volgens de hechtingstheorie hecht een kindje zich meestal net zo makkelijk aan papa als aan mama. Wie het meeste thuis is, speelt dus een belangrijke rol. Maar ook wie het meest gevoelig is voor de signalen van je kindje. De een pikt deze makkelijker op dan de ander.
Het doel van een kindgesprek is om met de leerling zelf te spreken over het leergedrag. Aan de hand van een gespreksformulier stelt de leerkracht in een kort gesprek een aantal vragen, bijvoorbeeld: Welk vak vind je moeilijk en hoe komt dat? Wat zou je zelf anders kunnen doen? Welke hulp zou je nodig hebben?
Aanspreken op gedrag
Wanneer negeren niet werkt, kun je het kind aanspreken op zijn/haar gedrag. Benoem concreet het gedrag dat je graag wel wil zien. Je kunt dit op een duidelijke manier aangeven, zonder boos te worden. Een punt aangeven dat het kind al wel goed doet, kan hierbij ook helpen.
Het ene kind vertoont misschien meer dwars gedrag dan het andere kind. Het is een normaal verschijnsel en hoort bij het opgroeien. Sommige kinderen ontdekken hun eigen wil en zitten midden in een identiteitsontwikkeling. Andere kinderen nemen niet zonder meer aan wat volwassenen tegen hen zeggen.
Het gedrag komt nu eenmaal voort uit neurobiologische veranderingen. “Als tieners tegen hun ouders ingaan of niet luisteren, dan komt dit omdat ze meer aandacht besteden aan stemmen buiten het gezin”, vertelt Menon. Een beetje meer begrip tonen, dus.
Waarom daagt mijn kind mij uit? “Achter uitdagend gedrag – dat vaak zeer irritant is – gaat altijd een behoefte schuil. Je kind heeft op dat moment íets nodig en hij vraagt erom op een ongepaste manier. Een kind kan zich bijvoorbeeld gewoon vervelen en een relletje organiseren is dan een vorm van entertainment.
Als je positief opvoedt, geef je je kind een veilige, stimulerende omgeving om in op te groeien. Je helpt je kind dan op een positieve manier bij het aanleren van gedrag en vaardigheden. Dit doe je met liefde, positieve aandacht en ondersteuning.
Het respecteren van de zelfstandigheid van je kind, het bieden van structuur en het stellen van grenzen horen ook bij het opvoeden. Net zoals het stimuleren van de ontwikkeling van je kind, het begeleiden van hoe je met elkaar omgaat en het bijbrengen van kennis, normen en waarden.
De eicel en de zaadcel kunnen bij elkaar komen als een man en een vrouw met elkaar vrijen. Als twee mensen van elkaar houden en graag een kindje willen, gaan ze met elkaar vrijen.
De echte eerste woordjes
Er zijn ook kinderen die vóór hun eerste verjaardag al met hun eerste woordjes komen. Na het allereerste woordje (vaak 'mama' of 'papa') volgen vaak snel meer woordjes, bijvoorbeeld 'bal' of 'au'. Je kleine ontdekt dat hij door middel van zijn woordjes en geluidjes dingen duidelijk kan maken.
De meeste kinderen leren lopen aan de hand tussen 8 en 15 maanden. Gemiddeld zet een kind zijn of haar eerste losse stapjes rond 14 à 15 maanden. De leeftijd waarop een kind zelfstandig begint te stappen, verschilt enorm. Het is niet abnormaal als je kind pas alleen loopt als hij of zij 18 maanden is.