Verzorging. U kunt gewoon onder de douche met de beenzak bevestigd op het bovenbeen. Als u dit vervelend vindt, kunt u de beenzak ook even los maken en een stopje of klemmetje op de katheter plaatsen.
De eventuele afscheiding op de katheter kunt u verwijderen met water. Met een verblijfskatheter kunt u gewoon douchen. U hoeft niet bang te zijn dat de katheter er tijdens het wassen uit valt. Het is belangrijk dat u uw handen wast, voor en na het loskoppelen of het vervangen van de opvangzak.
Verzorging katheter
U kunt zich gewoon wassen en douchen met de verblijfskatheter. U hoeft niet bang te zijn dat de katheter eruit valt. Het is belangrijk dat u het gebied rond de plasbuis dagelijks goed wast om urineweginfecties te voorkomen. Gebruik hierbij geen zeep.
's Nachts sluit u de grotere urine-nachtzak op de urine-beenzak aan. Deze heeft een inhoud van twee liter, zodat u rustig door kunt slapen. De opvangzak kunt u in een rekje aan de zijkant van uw bed hangen.
U kunt ook gewoon douchen of in bad. Voordat u gaat douchen of in bad gaat, verwijdert u de beenzak en/of de nachtzak. Vervolgens sluit u de katheter (tijdelijk) af met een katheterventiel, welke u dan dicht zet. Wij adviseren u om minimaal 2 liter per dag te drinken.
Spoel regelmatig (minimaal 1 keer per dag) de omgeving rond de katheter af onder de douche. Controleer regelmatig of er geen knik in de slang zit waardoor de urine niet kan aflopen. Met een blaaskatheter hoeft u niet naar het toilet om te plassen. U kunt gewoon naar het toilet gaan voor ontlasting.
Mannen en vrouwen met een katheter kunnen seks hebben.
Het wisselen van de verblijfskatheter
Hoe lang de katheter kan blijven zitten is afhankelijk van het materiaal. Voor het wisselen van de katheter heeft u een afspraak meegekregen. Een verpleegkundige van de polikliniek urologie of uw huisarts (als u niet onder behandeling bent van de uroloog) wisselt de katheter.
Het inbrengen van de katheter is niet pijnlijk, maar kan wel een onaangenaam gevoel geven. Vervolgens wordt de ballon via het slangetje langzaam met water gevuld. Het inbrengen van de katheter duurt ongeveer tien minuten. Daarna heeft u een gesprek met de verpleegkundige.
Na het inbrengen van de katheter dient er gedurende 24 uur een urinezak aangesloten te zijn, zodat u kunt controleren of de urine helder blijft en goed afloopt. Plaats wel een kraantje ertussen en zet deze open. Zet het kraantje na deze 24 uur dicht en haal de urinezak er overdag af.
Recent onderzoek* wijst uit dat mensen die katheteriseren gemiddeld 2,7 keer per jaar te maken krijgen met een blaasontsteking. Kunt u een blaasontsteking of urineweginfectie voorkomen? Niet altijd, maar u kunt er zelf wel wat aan doen om de kans op een infectie te verkleinen.
Als u een katheter heeft is het belangrijk dat u goed drinkt, minstens 2 liter vocht per dag. Zo produceert u voldoende urine, worden de afvalstoffen met de urine uit uw lichaam afgevoerd en verminderen blaaskrampen en verstoppingen van de katheter.
Binnen 6-8 uur moet u weer zelf kunnen plassen. De eerste keer kunt u op het toilet plassen. Daarna plast u in de urinaal (fles).
De urine die uit de blaas komt, wordt opgevangen in een urinezak. Overdag kunt u hiervoor een dagzak gebruiken, voor de nacht is er een nachtzak. De urinezak kunt u om de zeven dagen vervangen voor een nieuwe zak in verband met mogelijke nare luchtjes.
Om een goede blaasfunctie te bevorderen kunt u het kraantje op de katheter gebruiken. Als u aandrang krijgt (en anders in ieder geval maximaal om de vier uur), gaat u naar het toilet om uw blaas leeg te laten lopen via de katheter. 's Nachts kunt u de nachtzak aankoppelen voor een ongestoorde nachtrust.
Door het handmatig leegtrekken kunnen gerimpelde ballonrandjes (zie foto) ontstaan waardoor het uittrekken van de katheter gevoelig of pijnlijk kan zijn voor de patiënt.
De opvangzak moet dag en nacht lager hangen dan de blaas en deze mag niet op de grond liggen. Zorg er voor dat het kraantje nergens tegenaan komt. De kans op infecties wordt dan kleiner. Voor de nacht kunt u de nachtzak aan de dagzak koppelen.
Het voorkomen van frictie en/of tractie op de verblijfskatheter is belangrijk. Door de katheter goed te fixeren, blijft de bewegingsvrijheid behouden maar wordt beschadiging aan de urethra en blaas voorkomen.
Zuchten kan helpen voor ontspanning, om de katheter verder in te brengen. Wanneer de urinestroom stopt, kunt u de katheter voorzichtig een stukje terugtrekken, meestal komt er nog wat urine. Herhaal dit zodat er geen urine in de blaas achterblijft.
De katheter zit goed als er urine uitloopt en mag verwijderd worden als er geen urine meer uitkomt. Hoe u dit allemaal precies moet doen en waar u rekening mee moet houden zal met u geoefend worden tijdens de instructie.
Als er urine langs de katheter naar buiten lekt:
de katheter doorspoelen. de katheter weer op de juiste plaats brengen. een nieuwe katheter inbrengen.
Denk eraan dat na de handeling de voorhuid weer wordt terug geschoven. Vrouwen reinigen tenminste eenmaal daags de geslachtsdelen zorgvuldig, evenals de katheter zelf. Indien er veel afscheiding langs de katheter komt raden wij u aan dit frequenter te doen.
Na het inbrengen van de blaaskatheter kunt u last hebben van een branderig gevoel in de plasbuis, het gevoel dat u moet plassen of blaaskrampen. Dit verdwijnt meestal na enkele dagen.