De esdoorn groeit het liefst in de halfschaduw, want in de felle zon kunnen de bladeren verbranden. De plant kan ook overleven tijdens de koude wintermaanden. Zorg er dan wel voor dat de kluit niet te vochtig wordt, dit kan voor schade zorgen. De plant vertoeft het liefst in een licht zure en humusrijke grond.
Bij het aanplanten van japanse esdoorns kunt u het beste gebruik maken van luchtige turf met potgrond. Deze grond zal dan licht zuur zijn en zal goed waterdoorlatend zijn.
Zorg ervoor dat je de esdoorn's hoofdwortels niet te diep plant. Zorg er tevens voor dat er weinig concurrentie is van andere planten in de buurt zodat hij vrij kan doorwortelen. Plant je de esdoorn in een pot, dan zorg je voor een voldoende grote pot met drainage-gaten zodat het water niet blijft staan.
Een Japanse esdoorn is geen moeilijke plant, zolang zijn standplaats aan een paar basisvoorwaarden voldoet. Zorg voor een goed doorlatende, humusrijke en lichtzure grond: bij het aanplanten maak je de grond goed diep los, en meng je best een ruime dosis turf of heidegrond mee in de plantput.
Nee, de volle zon is niet echt geschikt voor deze plant. De bladeren zijn flinterdun (wat deels de reden is van hun prachtige kleuren) en zijn daarom ook gevoelig voor verbranding. Het liefst staat de Japanse Esdoorn op een plek met wat gefilterd licht door bladeren van andere bomen.
De Japanse esdoorn is veeleisend als het gaat om bemesting. Twee keer per jaar een handvol koemestkorrels of andere droge varianten houdt de plant op de been.
De Japanse esdoorn is fraai als solitair. Of combineer met rotsheide (Pieris), hartlelie (Hosta) en klokjesbloem (Campanula portenschlagiana) als bodembedekker.
Een volwassen Acer Palmatum kan makkelijk een wortelgestel hebben van 3 meter breed en bijna een meter diep.
Een esdoorn die goed gesetteld is kan behoorlijk wat droogte verdragen maar zeker de eerste jaren moet je heel goed opletten dat je plant niet uitdroogt want dan is het finito.
Ze staan graag op een plekje in de halfschaduw, echter wordt volle zon ook verdragen mits de bodem voldoende vochtig is.
Ze zijn wel wat vorstgevoelig. De boom-in-wording houdt van een vochtige redelijk voedselrijke en luchtige bodem. Ze kunnen niet tegen overstroming. Wil je van je Esdoorn zaailingen af: zorg dan dat je ze zo snel mogelijk verwijderd, na twee jaar is het een stuk moeilijker ze te verwijderen.
Vanaf € 37,80. Voeg toe aan favorieten Bekijk beschikbare maten met bijbehorende prijzen. Omschrijving: De Gewone Esdoorn kan een vrij grote boom met een dichte kroon worden en biedt dan veel schaduw in uw tuin of op uw landgoed.
De gewone esdoorn kan een hoogte bereiken van wel 30 of 40 meter en groeit in het begin zeer snel. Na vier jaar is de boom ongeveer drie meter hoog. De esdoorn kan wel 500 jaar oud worden. Toch hoeven ze nauwelijks te worden gesnoeid, mits de ruimte toereikend is.
Rode Esdoorn: De meest populaire sierboom
Let wel dat ze na 10 tot 20 jaar groot uitgroeien, meestal variërend van 6 tot 15 meter. In Amerika worden ze nog hoger. Deze boom heeft voldoende ruimte nodig voor zijn dicht en breed verspreide wortelsysteem.
Wanneer esdoorn snoeien
Snoeit u in het voorjaar dan kunnen de wonden gaan 'bloeden'. Knip dus nooit in de late winter (na de Kerst) of in het voorjaar takken af. Snoeien kan het best gebeuren in de periode juli-augustus. De boom is dan aan de groei en snoeiwonden zullen dan snel overgroeien.
Vooral Japanse esdoorns met een fijn blad zijn gevoeliger voor wind, meestal hebben ze het meeste last van de wind uit het oosten. Deze is vaak droog en schraal en daar kunnen de fijne bladeren niet goed tegen. Een (zuid)westenwind is vaak vochtiger en minder schadelijk.
Deze esdoorn groeit langzaam en wordt in Nederland vaak niet groter dan zo'n 2 meter. De schors is vaak grijsbruin. Sommige Acer palmatums hebben het hele jaar paars of rood blad.
En ja, je kunt de Japanse esdoorn verplaatsen, het is echter niet zonder risico. De Japanse esdoorn is een bijzondere en gevoelige stuik/boom die niet van veranderingen houdt. Dus als het even kan ,laat de esdoorn dan staan waar hij staat. Verplaatsen betekent, gat graven en de kluit uitgraven.
Kleiner houden is overigens geen enkel probleem. De bladeren worden, afhankelijk van de soort, tussen de 4 en 12 centimeter groot en hebben lange, spitse vingers. Ze zijn inheems in grote delen van Japan. Omdat ze relatief klein blijven groeien ze daar vaak op schaduwrijke plekken onder grotere bomen.
Het snoeien van de Japanse esdoorn doet u alleen als er takken afsterven of als u de vorm van de heester wilt veranderen. In de zomer (juli/augustus) kunt u de struik modelleren om deze mooi compact te houden. Knip de takken terug naar wens, totdat de struik zijn natuurlijke vorm weer heeft.
De Acer behoort tot de familie van de Sapindaceae, de zeepboomfamilie waar ook de esdoornfamilie bij is ondergebracht. De Japanse esdoorn is uitstekend te combineren met andere planten uit Japan zoals de Rhododendron, Hydrangea, Pieris, Skimmia, Helleborus, Hosta of tuinvarens.
Maak een zo groot mogelijk plantgat, vul dit met zachte turfgrond. Maak de grond goed vochtig en zet daar de Japanse esdoorn in. Duw de grond om de wortels stevig aan, zodat de plant goed rechtop blijft staan, ook bij wind en goed kan wortelen.