Je kan met jouw netto ontslagvergoeding onder andere sparen, je hypotheek aflossen of beleggen. Sparen is met de huidige spaarrentes niet erg aantrekkelijk, na aftrek van inflatie blijft er weinig tot geen rendement over. Daarnaast moet er zoals beschreven direct belasting betaald worden over de vergoeding.
Wat je kunt doen met je netto ontslagvergoeding
Je kunt het bedrag gebruiken voor scholing. Je kunt het bedrag op een spaarrekening zetten. Je kunt het bedrag beleggen. Je kunt met je vergoeding een deel van je hypotheek aflossen.
Vaak betaalt u 49,5 % over uw ontslagvergoeding. Afhankelijk van de hoogte van het inkomen, betaalt u maximaal 49,5% belasting over uw ontslagvergoeding.
Als u een transitievergoeding ontvangt (bij ontslag via UWV of kantonrechter), heeft u ook nog de mogelijkheid om de bruto transitievergoeding te besteden aan outplacement of een opleiding, waarmee u belasting voorkomt.
De transitievergoeding is een ontslagvergoeding die als bruto bedrag beschikbaar komt. Als u de transitievergoeding gebruikt voor van werk naar werk (outplacement) of scholing, dan betaalt u GEEN belasting.
Hoeveel spaargeld mag je hebben 2021? In het jaar 2021 mag je een heffingsvrij vermogen hebben van € 50.000. Met een partner is het heffingsvrij vermogen vastgesteld op € 100.000.
De gemiddelde ontslagvergoeding die werkgevers bij ontslag met wederzijds goedvinden betalen, is ongeveer € 12.000. De transitievergoeding is het belangrijkste uitgangspunt bij het bepalen van deze vergoeding, maar ook andere afspraken komen regelmatig voor.
Middeling kan voordelig zijn als de belasting over het gemiddelde van 3 jaar lager is dan de belasting over de 3 losse jaarinkomens. Als u niet weet welke 3 jaren u het best kunt middelen, maakt u de berekening voor verschillende periodes van 3 jaar en kijkt u welke het voordeligst uitpakt.
Een ontslagvergoeding wordt bruto berekend. Je werkgever schat je jaarinkomen in en past de geldende regels toe om je een netto vergoeding uit te keren. Afhankelijk van de hoogte van je inkomen, houd je zonder maatregelen te treffen 50 tot 63% van je ontslagvergoeding netto over.
De transitievergoeding wordt berekend over het gehele dienstverband vanaf het begin van de arbeidsovereenkomst. De transitievergoeding bedraagt voor alle werknemers 1/3 maandsalaris per gewerkt jaar, en naar rato voor het overige gedeelte van het dienstverband of als het dienstverband korter dan een jaar heeft geduurd.
De ontslagvergoeding wordt meestal in de maand na het ontslag uitbetaald. Als u kiest voor het ineens uitbetalen van uw ontslagvergoeding, houdt uw werkgever loonbelasting in. U ontvangt de uitkering netto en mag er mee doen wat u wilt, maar u betaalt maximaal 52% inkomstenbelasting over de ontslagvergoeding.
De vergoeding voor arbeidskosten behoort niet tot het loon voor zover zij redelijk zijn en dienen om de kosten te dekken die noodzakelijk zijn voor het nakomen van de verplichting uit de arbeidsovereenkomst.
Heeft u een Stamrecht BV, dan kunt u met regelmaat geld aan uw BV onttrekken. Dat heet een periodieke uitkering. U kunt een periodieke uitkering direct bij het oprichten van de Stamrecht BV laten ingaan, maar u de betalingen ook op een (veel) later moment in laten gaan.
Zowel de hoogte van als de voorwaarden voor de transitievergoeding zijn in de wet neergelegd. Hierin is ook uitdrukkelijk bepaald dat géén recht op een transitievergoeding bestaat als – kort gezegd – een werknemer wordt ontslagen in verband met of na het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd.
Het grootste verschil is dat een transitievergoeding een wettelijk vastgelegd recht is bij verlies van je baan en een ontslagvergoeding komt uit de onderhandelingen met je werkgever bij ontslag met wederzijds goedvinden of na ontbinding door het UWV of rechter.
De transitievergoeding heeft gevolgen voor je pensioen, doordat je geen pensioen meer opbouwt.
Voor vijftigplussers geldt -sinds 1 januari 2020- GEEN hogere transitievergoeding meer. Vijftigplussers ontvangen DEZELFDE transitievergoeding als werknemers JONGER DAN 50 jaar. Dit is 1/3 maandsalaris per gewerkt jaar. Let op: dit is de wettelijke transitievergoeding bij ontslag via kantonrechter en UWV.
Bij ontslag krijgt u een financiële vergoeding van uw werkgever. Dit heet de transitievergoeding. Voorwaarde is dat het initiatief om het dienstverband te beëindigen of niet voort te zetten bij uw werkgever ligt. Dit geldt voor zowel vaste als tijdelijke werknemers.
Middeling kan tot 3 jaar na de definitieve aanslag inkomstenbelasting. Je kunt om middeling vragen vanaf 6 weken na de datum die op je definitieve aanslag staat. Vanaf dan heb je 3 jaar de tijd om middeling van je inkomen aan te vragen.
Heeft toepassing van middeling invloed op toeslagen, zoals zorgtoeslag en huurtoeslag? Nee, je 'toetsingsinkomen' voor toeslagen verandert niet door toepassing van middeling. Middeling heeft daarom geen invloed op toeslagen.
Geld terugvragen via middeling kan als u sterke verschillen hebt in uw jaarinkomens over 3 jaar. U kunt dan belasting terugkrijgen. Daarvoor doet u een verzoek middeling. U berekent eerst of middeling zinvol is.
Tijdens de eerste 2 jaar van uw ziekte of arbeidsongeschiktheid mag u niet worden ontslagen. Hierop zijn enkele uitzonderingen. Bent u langer dan 2 jaar ziek of arbeidsongeschikt? Dan kan uw werkgever ontslag voor u aanvragen bij UWV.
Als een werkgever een werknemer ontslaat, moet de werknemer meestal een ontslagvergoeding meekrijgen. In de volksmond noemen we dit ook wel een oprotpremie of gouden handdruk. Het woord oprotpremie klinkt eigenlijk best wel negatief.
Deze bedraagt: 1/3 maandsalaris per gewerkt jaar voor de eerste 10 jaren, daarna 1/2 maand per gewerkt jaar. Voor 50-plussers geven jaren boven het 50ste levensjaar bij een dienstverband van meer dan 10 jaar: 1 maand per gewerkt jaar.