U moet hiervoor een verzoek tot verkrijgen van gezag indienen bij de rechtbank. De rechter zal het verzoek alleen bij hoge uitzondering inwilligen, als dat voor uw kind echt nodig is. Nadat het gezamenlijk gezag stopt, moet de andere ouder nog steeds meebetalen aan de opvoeding en verzorging van het kind.
Om als vader of partner het ouderlijk gezag te krijgen, moet u samen een verzoek doen bij de rechter. Dit kan pas als u juridisch ouder bent. Daarvoor moet u het kind erkennen.
Het ouderlijk gezag over uw kind stopt automatisch als uw kind 18 jaar wordt. Het gezag kan ook eerder veranderen. Bijvoorbeeld als er ernstige problemen zijn bij de opvoeding van uw kind. Of als u of uw partner alleen gezag over uw kind aanvraagt na uw scheiding.
De moeder heeft van rechtswege het gezag over een kind. Bij het weigeren van de moeder om medewerking te verlenen aan het aanvragen van gezamenlijk gezag, kan de vader een verzoek bij de rechtbank indienen. Onze advocaat personen- en familierecht bespreekt die procedure aan de hand van een recente uitspraak.
Een vader, die getrouwd is met de moeder van het kind, krijgt automatisch het gezag. Een vader die niet getrouwd is met de moeder, dient echter het kind te erkennen en apart het gezamenlijke gezag aan te vragen. In de praktijk blijkt vaak dat de vader van het kind wel het kind erkend heeft, maar geen gezag heeft.
Omvang omgangsregeling in de praktijk
Anders dan eens wordt gedacht, bestaat er in de praktijk in principe geen 'minimale omgangsregeling'. Dit komt omdat de omvang van de omgang afhangt van alle omstandigheden van het geval.
Als je kind niet meer naar jou toe wil
Op het moment dat jij de ouder bent waar het kind niet meer naar toe wil gaan, zoek dan contact met de andere ouder. Probeer samen tot een oplossing te komen, eventueel met een mediator erbij. In bijna alle gevallen heb je recht op omgang met je kind!
Een kind mag vanaf zijn 12e verjaardag dus niet zelf kiezen waar hij/zij gaat wonen of hoe vaak hij/zij naar de andere ouder gaat. Pas vanaf het moment dat een kind volwassen is, vanaf zijn/haar 18e verjaardag, mag een kind zelf keuzes maken.
U kunt niet zelf een verzoek tot eenhoofdig gezag doen bij de rechtbank. Dat moet een advocaat voor u doen. Wordt het verzoek tot eenhoofdig gezag toegewezen? Dan geeft de rechtbank het gezag aan 1 van beide ouders.
Veelal zal dit ook worden toegekend. De hoofdregel is namelijk dat gezamenlijk gezag in het in het belang van het kind is. Conclusie is dat vaders net zoveel recht op gezag hebben als moeders.
Afhankelijk van de complexiteit van de zaak neemt een aanvraag tot wijziging van het gezag in eenhoofdig gezag tussen de 5 en 10 uur in beslag. Dat betekent dat de totale kosten voor het wijzigen naar eenhoofdig gezag tussen de circa €800,- en €2000,- bedraagt.
Jeugdzorg kan een kind of jongere (tijdelijk) uit huis plaatsen, bijvoorbeeld bij ernstige mishandeling of verwaarlozing. Dit beslist een kinderrechter. Ongeacht of de ouders het daarmee eens zijn. Dit kan een ontzettende klap zijn voor jou als ouder.
Ja, je kunt de vader van je kind het ouderlijk gezag weigeren, tenzij jullie kind uit een wettelijke verbintenis wordt geboren. Dan heeft de vader automatisch ook gezag.
Alleen de moeder heeft het gezag. Wilt u samen het gezag uitoefenen? Dan moet u bij de rechtbank een verzoek tot gezamenlijk gezag indienen. Voorwaarde hierbij is dat u als vader of duomoeder het kind heeft erkend.
Het kind opvoeden en verzorgen
In de wet staat dat u moet zorgen voor het lichamelijke en geestelijke welzijn van uw kind. En dat u het moet helpen om zijn of haar persoonlijkheid te ontwikkelen. U mag het kind niet mishandelen. En u moet de band van het kind met de andere ouder bevorderen.
Recht op omgang met je kind is dus een wettelijk recht voor vaders. De wet geeft aan dat alleen in uitzonderlijke gevallen dit recht van vader op een omgangsregeling kan komen te vervallen. Moeder kan niet zomaar een omgangsregeling van vader weigeren en het kind weghouden bij vader.
De kinderrechter vraagt bijvoorbeeld over waar en bij wie je de meeste tijd wilt wonen. Of hoe en hoe vaak je de andere ouder dan zou willen zien. Of wil je juist bij allebei wonen en wil je ze allebei evenveel zien. Allemaal onderwerpen die de kinderrechter bespreekt met het kind.
Als je tussen de 12 jaar en 16 jaar bent dan moeten jouw ouders luisteren naar jouw mening, maar uiteindelijk beslissen zij dingen als: bij wie je gaat wonen, wanneer en hoe vaak je de ouder ziet waar je niet woont etc. Als je ouders er niet uitkomen, dan beslist de kinderrechter wat goed voor jou is.
Je kunt hiervoor terecht bij jeugdzorg, maar ook het inschakelen van een goede mediator met de juiste specialiteit kan helpen om de neuzen weer in dezelfde richting te krijgen. Gaat het om een ernstige vorm van ouderverstoting, dan is er geen contact meer tussen het kind en één van de ouders.
In principe heeft elke (gescheiden) ouder recht op omgang met zijn kind. Alleen in uitzonderlijke situaties kan een rechter in het belang van het kind bepalen dat een van de ouders geen omgang met zijn kinderen mag hebben.
Het staat je vrij om co-ouderschap te weigeren, al ben je de vader of de moeder. Als je denkt dat co-ouderschap in jullie situatie niet geschikt is, dan is het altijd goed om dat uit te spreken. Het helpt als je met een ander voorstel komt waarvan je denkt iedereen tegemoet te komen.
Een veelvoorkomende omgangsregeling is dat de kinderen gedurende een weekend om de veertien dagen bij de 'niet-inwonende' ouder verblijven. Vaak zijn de kinderen dan ook gedurende de helft van de schoolvakanties bij deze ouder en worden de feestdagen eerlijk verdeeld.
Bij het vaststellen van de omgangsregeling vraagt de rechter hoe hij of zij er tegenaan kijkt. Heeft een kind grote bezwaren tegen omgang met één van de ouders, dan weegt de rechter die bezwaren mee in de beslissing over het al dan niet ontzeggen van de omgang.
Vaak heeft de niet-verzorgende ouder één keer per twee weken omgang. Deze ziet de kinderen meestal ook voor de helft van alle vakanties en feestdagen. In het ouderschapsplan staan in ieder geval de volgende afspraken: hoe de zorg en opvoeding worden verdeeld (ook wel 'zorgregeling' genoemd)