Probeer erachter te komen of er misschien een probleem is waardoor je kind niet wil leren, en zoek daar een oplossing voor. Neem contact op met de mentor op school. Bespreek het tijdens een rapportbespreking of maak een aparte afspraak. Het is belangrijk dat je puber zich thuis voelt op school.
Voor intrinsieke motivatie is er nood aan autonomie. Indien een persoon het gevoel heeft dat hij zelf ervoor kiest om iets te doen gaat dit vaak gepaard met echte motivatie. Betrek je kind dus bij het maken van keuzes. Vraag wanneer hij zijn huiswerk gaat doen, i.p.v. te zeggen dat hij het dàn moet doen.
Stimuleer doorzettingsvermogen
Beloon inspanningen van het kind in plaats van alleen het bereikte succes of het resultaat. Geef complimenten en waardering voor de moeite die ze doen. Dit zal je kind helpen om zich positief te ontwikkelen en te blijven proberen ook als ze tegenslagen hebben.
Een gedragsstoornis is een psychische stoornis bij kinderen. Kinderen met een gedragsstoornis vertonen voor langere tijd afwijkend en zeer lastig gedrag. Alle kinderen hebben weleens een periode waarin ze zich opstandig, boos, dwars en agressief gedagen.
We spreken van gedragsproblemen als: een kind zich dwars en opstandig gedraagt, gauw geprikkeld is en driftig wordt, anderen ergert, antisociaal gedrag vertoont (zoals liegen of stelen) of zich agressief gedraagt. het kind, de ouders of de omgeving er nadelige gevolgen van ondervinden.
De symptomen van CD (de normoverschrijdend-gedragsstoornis) zijn ernstiger dan die van ODD. CD is de afkorting voor de Engelse term conduct disorder. In het Nederlands heet dit gedragsstoornis. Deze kinderen laten gedrag zien dat voor hun omgeving niet-acceptabel is.
Samenvatting. * De belangrijkste ziekten van baby's en kinderen en de behandeling ervan overzichtelijk geschreven. * Duidelijke beschrijvinghen van de symptomen om een ziekte snel te herkennen. * Gedegen naslagwerk voor ouders van kinderen van 0-18 jaar.
De leerstof lezen en jezelf daarover vragen stellen is een van de beste manieren om te studeren, zelfs als je op dat moment het antwoord op de vraag niet weet. Dat verplicht ons om actief het juiste antwoord te gaan zoeken in de leerstof, waardoor we het beter zullen onthouden.
De universitaire richtlijn ligt op 40 à 50 uren per week
Op een gewone dag volstaan 8 uur, zoals op een normale werkdag. Althans tijdens het semester. In de examens zelf is het anders. In de examens kan je beter 10 uur per dag studeren.
Bij studenten op een universiteit is het gemiddelde IQ 115. Ook voor deze groep geldt dat er studenten zijn die lager scoren dan het gemiddelde. In de normaalverdeling is heel goed zichtbaar dat er qua IQ een grote overlap is tussen studenten op een universiteit en het middelbaar onderwijs.
We zien vaak dat tieners zich niet meer 'gesteund' voelen door hun ouders, waardoor ze automatisch minder gemotiveerd zijn om dingen voor en met ze te doen. Ook al is je kind al iets ouder, soms heeft hij of zij dat beetje extra aandacht nodig. Wil je iets bereiken? Praat erover om samen tot afspraken te komen!
Wanneer het je niet lukt om binnen 10 jaar na aanvang een diploma hoger onderwijs te halen, moet je de prestatiebeurs (= voorwaardelijke lening) terugbetalen. Alleen wanneer er sprake is van een bijzondere omstandigheid waardoor je niet binnen de diplomatermijn bent afgestudeerd, kan de diplomatermijn verlengd worden.
Hoe lang en hoe vaak pauzeer ik best? Het is goed om korte en lange pauzes met elkaar af te wisselen. Na ongeveer 50 minuten studeren kun je een korte pauze van een tiental minuten nemen. Na twee of drie blokken van 50 minuten studeren neem je dan best een langere pauze.
Een onderzoek aan de universiteit van Illinois uit 2011 heeft aangetoond dat je productiviteit tijdens het studeren na 50 minuten afneemt. Als je je studietaken in blokken van 50 minuten opdeelt en daartussen een totaal andere taak van ongeveer 5 à 10 minuten plant, dan onthou je de leerstof veel beter.
Lees, luister en leer elke dag 15 minuten. Begin en eindig iedere dag met 15 minuten rust en tijd voor jezelf.
ADHD kenmerken
Je kind is hyperactief: zit moeilijk stil, kan niet rustig spelen, kan zich niet lang met één activiteit bezighouden en praat extreem veel. Je kind heeft een slechte concentratie: is snel afgeleid, kan zijn aandacht er niet bij houden en luistert niet naar anderen of valt hen in de rede.