Dit moet je weten. Een piloot van een vliegtuig houdt contact met verkeersleiders in luchttorens die vertellen waar gevlogen mag worden. Met die informatie houden piloten een route aan en kunnen de vliegtuigen niet tegen elkaar botsen.
Ongevallen in de lucht kunnen ontstaan, doordat een vliegtuig in botsing komt met een ander object. Denk aan een ander vliegtuig, een drone of een vogel. Ook kan het voorkomen dat de bemanning de controle over het vliegtuig verliest.
“Moderne vliegtuigen zijn uitgerust met geavanceerde radarsystemen die met andere vliegtuigen communiceren en indien nodig instructies geven aan de piloten om de afstand tussen elkaar te vergroten en zo de kans op botsingen weg te nemen.”
Voor vertrek voert de piloot het vertrekpunt en de bestemming in in de 'vluchtcomputer'. De computer weet dan welke 'luchtsnelweg' er genomen moet worden. Dit is het vluchtplan. De piloot geeft dit plan door aan de verkeersleiding en zij beslissen of en wanneer er vertrokken kan worden.
De minimale afstand tussen beide vliegtuigen is circa 3,3 kilometer (1,8 nautische mijl) horizontaal en 0 meter (0 voet) verticaal. De separatienorm is 5,5 kilometer (3 nautische mijl) horizontaal of 300 meter (1.000 voet) verticaal.
AMSTERDAM - Vliegtuigongevallen waarbij een vliegtuig noodgedwongen een landing maakt op het water komen relatief weinig voor, maar hebben vaak dodelijke slachtoffers tot gevolg. Voor inzittenden ligt de overlevingskans bij een noodlanding op water rond de 60 procent.
Op dit moment is het om operationele redenen (lees: veiligheid) nodig dat de cockpit telkens volledig bezet is. Dat geldt ook op lange vluchten, waar de werkdruk op sommige momenten niet zeer hoog is. Daarom moeten er altijd één of twee extra piloten mee, om zo bij toerbeurt in de cockpit plaats te nemen of te rusten.
Wat zijn de meest voorkomende oorzaken van vliegrampen? De meeste vliegtuigcrashes worden veroorzaakt door een ongelukkige samenloop van omstandigheden. In driekwart van de gevallen spelen menselijke fouten een rol, maar ook weersomstandigheden en technische defecten kunnen meespelen.
Hoe hoger je vliegt, des te ijler de lucht. En dat betekent dat je minder luchtweerstand ondervindt en minder brandstof verbruikt. 'Het probleem is dat er op een gegeven moment niet genoeg zuurstof meer in de lucht zit om de motoren goed te laten functioneren', zegt luchtvaartdeskundige Joris Melkert van de TU Delft.
Het is een normale, menselijke reactie die je niet kunt afleren. Je moet alleen leren ermee om te gaan tijdens een normale situatie als vliegen. ' Maar welke angst er ook achter schuilgaat, vliegangst is niets anders dan een buitengewone reactie van het zenuwstelsel op een relatief onschuldige gebeurtenis.
Kijkend naar het ergste wat kan gebeuren - namelijk dat een vliegtuig neerstort - dan is de kans zo'n 1 op 11 miljoen dat dit je overkomt. Ter vergelijking: de kans dat je omkomt door een fataal auto-ongeluk is 1 op 6.000.
Het beste antwoord. Er storten ongeveer 100 vliegtuigen per jaar neer. Dat is vergelijkbaar met 1 vliegtuig dat neerstort elke 3 of 4 dagen. Dagelijks worden er echter ongeveer 90.000 tot 100.000 vluchten uitgevoerd.
Niet allemaal op hetzelfde moment, wel allemaal op dezelfde dag. 230.409 zijn er meer dan welke dag dan ook, sinds het bedrijf in 2006 begon met zijn metingen. Flightradar24 houdt niet alleen gegevens van passagiersvluchten bij, maar ook vrachtvervoer, privéjets en zelfs helikoptervluchten.
,,De wereldwijde vloot telt nu meer dan 29.000 passagiersvliegtuigen. Die zijn ongeveer 38 procent van de tijd in de lucht. Gemiddeld vliegen er dus 11.000 toestellen tegelijkertijd in de atmosfeer.'' Dat is bijna een verdubbeling ten opzichte van tien jaar geleden.
Turbulentie is vervelend voor passagiers maar het vliegtuig zal niet neerstorten. Het grootste gevaar is dat je een flinke smak maakt in het vliegtuig. Daarom moet je je riemen altijd om houden tijdens een turbulente vlucht."
Opstijgen is minder gevaarlijk dan landen
80 procent van de vliegtuigongevallen doet zich voor drie minuten na het opstijgen en acht minuten voor het landen.
Onder meer het aantal ongelukken, het type vliegtuigen waarmee wordt gevlogen en de leeftijd van de toestellen speelden een rol in het onderzoek. Emirates kreeg een score van 95,05 procent van het Jacdec. KLM kreeg 93,31 procent.
In de meeste gevallen bevinden de slaapplaatsen van piloten zich boven de first class. Al ontbreekt het de piloten aan niets in de ruimte, het bereiken ervan is alles behalve comfortabel te noemen. De slaapplaatsen van zijn namelijk alleen te bereiken met een ladder of een verborgen trap.
Welkom in de Overhead Crew Rest (OCR)
De Overhead Crew Rest (OCR) is, zoals de naam al verklapt, boven de cabine te vinden. Aan boord van KLM's 747's, 777's en 787's zijn deze OCR's aan boord te vinden. Voor een vlucht langer dan 10,5 uur is de crew wettelijk verplicht te rusten.
Omdat je werkt tijdens het opleidingstraject, duurt het in totaal zo'n 3 jaar en 3 maanden vooraleer je officieel aan de slag kan als piloot. Wie het kantoorwerk of de lange opleiding niet ziet zitten, kan ook voor de kortere versie gaan met een opleidingstraject van 18 maanden.
Achterin het toestel
Mensen die achterin zitten, hebben een kans van 68% om een vliegtuigongeluk te overleven. Vooraan is dat 62%. In het midden van het toestel ben je het slechtst af: daar is de overlevingskans 'slechts' 61%. De meeste vliegtuigongelukken gebeuren namelijk tijdens het stijgen of landen.
De Boeing 747 heeft een kruishoogte van 10.700 meter, terwijl de Embraer 190 naar 12.000 meter klimt. De Airbus A380 kan zelfs op 13.136 meter overvliegen.
In veel landen wordt de Cessna 182 ook voor militaire doeleinden gebruikt. Het vliegtuig kost slechts 433.500 euro en de bedrijfskosten per uur liggen tussen de 150 en 170 USD.
Als een vliegtuig stijgt of daalt verandert de lucht om je heen sneller dan de lucht in je oren. Als je ooit hebt gevlogen weet je dat dit zwaar oncomfortabel is – maar tijdelijk. Om de druk een beetje te verzachten kun je kauwgum eten, inademen en uitademen terwijl je je mond en je neus dichthoudt, of gapen.