Met de huidmondjes haalt een plant koolstofdioxide uit de lucht. In de bladeren maakt de plant van water en koolstofdioxide een soort suiker, maar daar is energie voor nodig. Die energie krijgt de plant van het licht. Dit proces wordt 'fotosynthese' genoemd en er wordt ook zuurstof bij gemaakt.
De groene bladeren aan planten hebben hele kleine mondjes waarmee ze koolstofdioxide openemen uit de lucht. Als de zon op de bladeren schijnt wordt in het blad koolstofdioxide en water omgezet in suiker en zuurstof. Suiker gebruikt de plant om te groeien, maar de zuurstof heeft het niet nodig.
Een plant maakt bij de fotosynthese (=assimilatie) suikers uit CO2 en water. Bij de ademhaling wordt een deel van die suikers verbrand om energie voor de plant beschikbaar te krijgen. Daarbij komt CO2 vrij. Zo bezien is de ademhaling eigenlijk het omgekeerde van fotosynthese.
Door fotosynthese zetten planten licht om in chemische energie. Daarbij worden CO2 en water omgezet in suikers en komt er zuurstof vrij. De jaarlijkse opname van CO2 door planten wordt becijferd op 123 Gigaton. In het donker nemen planten weer zuurstof op en zetten suikers terug om in CO2 en water.
Zuurstof wordt op aarde door fotosynthese gevormd. Hierbij gebruiken planten en algen hun bladgroenkorrels om lichtenergie op te vangen en daarmee water en koolstofdioxide om te zetten in suiker en zuurstof. Een deel van de suiker wordt afgebroken en omgezet in energie, terwijl de rest opgeslagen wordt om te groeien.
Bij de fotosynthese ontstaat zuurstof. Mensen en dieren hebben zuurstof nodig om in leven te blijven. Ook planten zelf hebben zuurstof nodig. Door de fotosynthese komt er steeds nieuwe zuurstof in de lucht.
Een plant gebruikt 's nachts de suikers die gedurende de dag zijn aangemaakt, omdat er dan geen zonlicht is. Hierbij worden de suikers weer omgezet in koolstofdioxide (CO2) en water (H2O), maar er is ook zuurstof uit de lucht nodig.
Feiten. Alle planten en algen produceren jaarlijks circa 2,7 x 1011 ton zuurstof. Rond 80% van de zuurstof komt van algen in zee; de rest van landplanten. Alle organismen gebruiken ongeveer dezelfde hoeveelheid zuurstof als er wordt geproduceerd.
Planten leven namelijk van een proces dat fotosynthese heet en dat kooldioxide onder invloed van zonlicht afbreekt tot koolstof (de 'C' in CO2 )en zuurstof (de 'O2 ').
Gasuitwisseling vindt in de bladeren plaats via de huidmondjes die in contact staan met de holtes van het sponsparenchym van het blad. Bij de stengels en wortels gebeurt dit door lenticellen. Soms komen in de stengels en wortels ook holten voor, die de gasuitwisseling bevorderen.
Spathiphyllum (Lepelplant)
Alle onderzochte chemische stoffen weet deze krachtpatser uit de lucht te filteren. Ook blijkt dat de Lepelplant (vanwege zijn 'lepelachtige' bladvorm) veel effectiever CO2 om kan zetten in zuurstof dan andere planten.
Via de huidmondjes aan de onderkant van het blad ademt de plant koolstofdioxide in. Uiteindelijk ademt de plant zuurstof weer uit. Fotosynthese is het proces waarmee een plant voedsel en zuurstof maakt. Een plant is het enige levende organisme dat zelf zijn voedsel kan maken.
1. Spathiphyllum. Met stip op nummer 1 staat onze prachtige Lilly de Spathiphyllum.
Een plant in de woonkamer of de keuken, daar kijkt niemand raar van op. In de slaapkamer vind je ze minder vaak. Toch is het een goed idee om planten in de slaapkamer te zetten. Ze fleuren niet alleen de ruimte op, ze zuiveren ook de lucht en dat kan leiden tot een betere slaaprust.
"Ik zou denken aan rond de tien planten in je huis. Een goede luchtzuiverende in je slaapkamer en in de woonkamer twee grote planten met wat stekjes hier en daar. Het maakt je interieur af en het mooi om te zien hoe de natuur werkt."
Er wordt vaak reclame voor de planten gemaakt door te stellen dat ze de lucht binnenshuis zuiveren. Uit nieuw onderzoek blijkt nog steeds dat kamerplanten nauwelijks enig effect hebben op de luchtkwaliteit in huis. Het is bijna jammer dat deze mythe wordt doorgeprikt.
Zuurstofproductie van bomen
Bomen groeien door koolstofdioxide en water met behulp van zonlicht om te zetten in voedzame suikers en zuurstof. Dit gebeurt in groene bladeren en noemen we fotosynthese. Hoe meer bladeren, hoe meer zuurstof een boom produceert. Bomen gebruiken zelf ook zuurstof voor hun stofwisseling.
Van alle planten vangt de boom verreweg het meeste CO2 op. Met meer bomen komt er dus minder CO2 in de lucht. Dat helpt tegen klimaatverandering. Daarnaast zijn bomen ook goed voor je woonklimaat.
De voorraad zuurstofatomen op aarde raakt dus nooit op. De atomen wisselen alleen steeds van plek. Soms zijn ze bijvoorbeeld onderdeel van gasmoleculen als CO2 of van een geoxideerd gesteente, op andere momenten zitten ze als O2 (het zuurstofgas dat we inademen) in de lucht.
Want hoe klein of clean je huis ook is, je kan nooit echt te veel planten hebben. Alleen moeten die zich wel op de juiste plek staan en niet te veel, maar ook niet te weinig, water krijgen.
Welke planten zijn geschikt? Zowat alle planten, behalve de heel sterk geurende kamerplanten. Kies in functie van het beschikbare licht. Fijne luchtzuiverende planten om te hebben in je slaapkamer zijn Ficus elastica, Aloë vera, Sansevieria, Dracaena, lepelplant, graslelie en krulvaren.
Zuurstof verlaat het blad via de bladmondjes. 's Nachts draait het hele proces om. Dan nemen bomen zuurstof op en ademen zij koolstofdioxide uit. Bomen gebruiken 's nachts zuurstof om de opgeslagen suikers te kunnen verbranden en met de vrijgekomen energie kunnen ze groeien.