Je spreekt van een talenknobbel wanneer iemand makkelijk en goed vele talen beheerst in woord en geschrift. Tegenwoordig weten wij dat we iemand met een talenknobbel niet kunnen herkennen aan een grote bult op het hoofd.
Een talenknobbel die je aan de buitenkant van het hoofd kunt zien bestaat niet. Wel zijn er delen van de hersenen gespecialiseerd in taal, maar ze zijn dat vooral in samenspraak met andere gebieden.
Ritme en taal
Amerikaanse onderzoekers hebben namelijk ontdekt dat mensen met ritmegevoel een goed taalvermogen hebben. Zo reageren ze beter op spraakgeluiden dan de hersenen van mensen die geen goed ontwikkeld ritmegevoel hebben. Muzikale training zou dus kunnen helpen om de taalvaardigheid van kinderen te verbeteren.
Nog even over de talenknobbel...
Sommige mensen hebben misschien meer oor of oog voor de taal, maar een knobbel in de hersenen hebben ze niet. De kennis en vaardigheden die te maken hebben met taal, zijn verspreid over meerdere delen in de hersenen die allemaal met elkaar samenwerken.
Maar we hebben goed nieuws voor je: iedereen kan een vreemde taal leren. De manier waarop je op school Engels, Duits of Frans leerde, past misschien helemaal niet bij jou. Voor iedereen is er een manier om makkelijk een taal te leren.
Volgens het Guinness Book of Records zijn de moeilijkste talen het Tabassaran in de Kaukasus omdat deze taal maar liefst 48 naamvallen kent; de Noord-Amerikaanse indianentaal Haida, die met 70 de meeste voorvoegsels ter wereld heeft; Amale uit Papoea-Nieuw-Guinea, de taal met de meeste werkwoordsvormen: meer dan 69.000 ...
In de bovenbouw van havo en vwo heb je verplicht Engels. Je doet ook eindexamen in Engels. Op het atheneum moet je eindexamen doen in een 2e moderne vreemde taal.
Zo is voor Nederlanders Arabisch, Koreaans, Chinees en Japans de moeilijkste talen ter wereld. Het feit dat het schrift van deze talen uit tekens bestaat en niet uit letters maakt het voor ons nog moeilijker om te leren.
Wat is een polyglot? Een polyglot is iemand met een hoge graad van taalbeheersing in veel verschillende talen.
Een polyglot is iemand met een hoge graad van taalbeheersing in verschillende talen. Wanneer iemand zich vlot kan uitdrukken in twee verschillende talen is die persoon tweetalig.
Zonder moeite!
Voorbeelden hiervan zijn: Duits, Engels, Frans en Spaans. Maar als Nederlander kan je ook relatief snel Zweeds en Deens leren. De "makkelijke talen" zijn in gemiddeld 23 weken en 575 lesuren te beheersen.
Je kunt een taal leren door zelfstudie te doen. Door taalboeken te kopen of door een online cursus te doen. Dit heeft voor- en nadelen. Voordeel is dat je het op je eigen moment kunt doen.
Het leren van een tweede taal is moeilijker dan het leren van je eerste taal. Tenminste, als je op latere leeftijd begint. Kinderen die tweetalig opgevoed worden leren beiden talen automatisch. Als je ouder wordt gebeurt er blijkbaar iets met je vermogen om talen te leren.
'1000 woorden zijn de basis'
Zij maakte eerder het frequentiewoordenboek en is verbonden aan het Instituut voor de Nederlandse Taal. "4000 tot 5000 hoogfrequente woorden vormen een groot deel van de woorden die je dagelijks tegenkomt. Als je die kent, dan kan je de taal grotendeels spreken.
Hoeveel woorden kun je überhaupt op een dag leren? Het antwoord is maximaal 40 woorden (volgens gedane onderzoeken). Alleen is het wel zo dat als je 10 woorden leert, je ze 8x moet herhalen. Leer je 20 woordjes, dan moet je ze 30x herhalen.
Wat Nederlands moeilijk maakt
Het gebruik van "te", het gebruik van " er", de- en het-woorden en natuurlijk de woordvolgorde, om er een paar te noemen. Vooral die laatste is voor veel studenten een uitdaging, omdat je bij elke zin goed na moet denken in welke volgorde de woorden moeten staan.
Spaans is een taal waarbij de koppeling van letters aan klanken eenduidig en de woordstructuur makkelijk is (veel lettergrepen met enkel medeklinker-klinker combinaties). Spaans zal dus over het algemeen makkelijker te leren zijn dan Frans.
Op de vraag welk examen het moeilijkst en het makkelijkst waren, kregen we veel verschillende antwoorden. Als moeilijkste examens werden de vakken wiskunde en natuurkunde het meest genoemd, op de voet gevolgd door economie, Nederlands en geschiedenis.
Het vwo is niet veel moeilijker dan havo
De meerderheid vindt het vwo niet veel moeilijker dan de havo, al neemt de moeilijkheidsgraad wel iets toe naarmate je verder komt. Er wordt dieper op de stof ingegaan en je hebt meer inzicht nodig, ondervond Hugo.
Ieder jaar stromen ongeveer 2.500 leerlingen na het havo-diploma door naar het vwo. Gemiddeld slaagt negentig procent van de kandidaten voor het vwo-examen en 88 procent voor het havo-examen. Deze percentages zijn al jaren redelijk constant.