Het verhaal van de friet gaat terug tot in 1680. De inwoners van Namen, Andenne en Dinant hadden er toen de gewoonte om te vissen in de Maas en de kleine visjes die ze er vingen in olie te bakken.
Volgens verschillende bronnen zou friet aan het eind van de 17e eeuw zijn ontstaan. Volgens de Encyclopedie van de friet zouden gefrituurde stukjes aardappel voor het eerst bereid zijn op het Iberisch schiereiland. Theresa van Avila liet de voedzame plant verbouwen in de kloostertuinen van de hervormde karmelietessen.
Van Spanje naar Vlaanderen
Via Spanje kwam de 'patata' aan in Vlaanderen waar ze dit zetmeelrijke product in de hete olie frituurden met als resultaat de 'patates-frites'. Gooi je er een aantal Vlaamse dialecten in dan werd dit woord in de volksmond al snel 'patat friet' genoemd.
Ontstaan Belgische friet
Volgens hem visten de inwoners (vooral de armen) van Namen, Dinant en Andenne in de Maas naar kleine visjes. Maar in de winter bevroor het water en sneden ze aardappelen in de vorm van de visjes en frituurden ze de aardappelen op dezelfde manier.
Zowel patat als friet wordt omschreven als een verkorting van het Franse 'patates frites'. Patat betekent dus 'aardappel' en 'frites' betekent dat het gefrituurd is.
Je mag zowel patat als friet zeggen, maar je voorkeur hangt waarschijnlijk af van waar je woont. In het noorden van Nederland wordt meestal patat gezegd, in het zuiden van Nederland bestel je vaker friet. De Vlamingen noemen de gefrituurde aardappel altijd friet. Met patat bedoelen zij de rauwe aardappel.
Langste friet: Stephan Tyvaert uit Gent bakte in 4 uur tijd een friet, gemaakt van aardappelpuree, van 9 m, 79 cm en 4 mm lengte en een dikte van 2 x 2 cm.
'Friet' is een verkorting van het oorspronkelijke 'patates-frites'. In het Zuid-Nederlandse taalgebied lag een verkorting tot 'patat' niet voor de hand, omdat die term er al sinds de 17e eeuw gebruikt werd voor aardappelen.
Hoewel we aardappelen al eeuwen eten zijn we in ons land pas iets meer dan 150 jaar geleden voor het eerst friet gaan eten. Het eerste portie friet van Nederland werd destijds op de kermis in Breda gegeten. Daarna zijn de gefrituurde aardappelsprieten op steeds meer plekken in het hele land opgedoken.
Het ontstaan van de bruine kleur van friet komt door de Maillardreactie. Deze reactie speelt een belangrijke rol tijdens het verhitten, bewerken en bewaren van levensmiddelen.
Frietjes worden traditioneel gebakken in dierlijk vet (ossenwit en/of paardenvet). Dat zorgt voor die typische smaak en geur, maar is helaas minder gezond doordat het meer verzadigd vet bevat. Daarom worden frietjes tegenwoordig ook in plantaardige olie gebakken, of in een mengsel van de twee.
De naam 'friet' komt van patates frites, Belgisch-Frans voor 'gebakken aardappelen'. De associatie met Frankrijk stamt mogelijk uit de tijd van de Eerste Wereldoorlog, toen Amerikaanse soldaten onze friet leerden kennen in de Franstalige regio van België, en daardoor dachten dat ze in Frankrijk waren.
Britse en Amerikaanse soldaten zouden tijdens de Eerste Wereldoorlog frieten hebben leren kennen aan het Belgische front. Omdat ze overal om zich heen Frans hoorden praten, lanceerden ze de benaming French fries.
Maar wat maakt Belgische friet nou zo lekker? De Belgische friet is gemaakt van een aardappel die speciaal voor het frituren is geteeld. De verse aardappels (bijvoorbeeld een Bindje) worden eigenhandig geschild en gesneden.
Het verhaal van de friet gaat terug tot in 1680. De inwoners van Namen, Andenne en Dinant hadden er toen de gewoonte om te vissen in de Maas en de kleine visjes die ze er bij vingen in olie te bakken.
Het is regionaal bepaald wat men zegt. Boven de grote rivieren is het meestal patat, en onder de rivieren zeggen ze vaak friet.
Friet, frieten, patat, patatten. En aardappelen.
De Belg zegt friet en de Nederlander patat.
In de BN volkstaal is patate, patat het gewone woord voor 'aardappel'; de uit het Belgisch-Frans ontleende verbinding patates frites 'gefrituurde aardappelen', in Vlaamse dialecten uitgesproken als patat friet, wordt in het NN boven de grote rivieren verkort tot patat; zie ook → friet.
Patatje kernoorlog
Voor wie een patatje oorlog niet gewelddadig genoeg is: patat met mayo, curry, saté en ui. Ook bekend onder de naam 'Patat revolutie'. Gaat in Den Haag door het leven als 'Patat ziekenhuis'.
Inmiddels is het frietje niet meer weg te denken uit ons dagelijks leven; we eten per persoon gemiddeld zo'n 40 tot 50 porties friet (van ongeveer 180 gram) per jaar. In totaal hebben we met elkaar al zo'n 57 miljard porties friet verorberd.
Superfriet. Een frietje super is een kleine portie friet geserveerd met mayonaise en een frikandel. Dikwijls wordt een superfriet ook wel een 'supertje' genoemd.
Een patatje oorlog bestaat in de meeste gevallen uit een portie friet met daarover een klodder mayonaise, pindasaus en (vers) gesnipperde uitjes. In het zuiden van het land krijg je er vaak extra curry bij.
Patat is glutenvrij.
Sommige cafetaria's of restaurants bakken in hetzelfde frituurvet niet glutenvrije kroketten of bitterballen. Hierdoor kan er kruisbesmetting ontstaan door het paneermeel van de kroketten (bitterballen) of gepaneerde aardappelkroketjes.
Voor de collega's die vanwege hun cardiovasculaire angststoornis niet regelmatig naar snackbar Trees gaan: een friet waterfiets is een grote friet met daar bovenop twee frikandellen speciaal.