Een baby kan de ene dag hongeriger zijn dan de andere, of 's avonds telkens kleine beetjes willen drinken. Met een hongerige baby wordt hier bedoeld: een baby die onverzadigbaar lijkt. Je baby is onrustig en wil al snel na een voeding weer de borst of een fles.
Als je kindje huilt direct na de voeding, kan het zijn dat hij last heeft van zijn buik en geen honger. Je herkent dit aan trappelende voetjes, onrustig zijn en het lichaam strekken. Na 3 maanden zijn bij de meeste baby's de krampjes over. Wat kan helpen tegen darmkrampjes, is de tijd nemen bij de voeding.
Een gezonde baby heeft zijn eigen voedingsritme en laat het merken wanneer hij honger heeft. Door in te gaan op zijn signalen voldoe je aan zijn behoefte. Dit heet voeden op verzoek. Met deze manier van voeden stimuleer je, in het geval van borstvoeding, je melkproductie.
Typische hongersignalen
Hij zal eerst rustig en alert zijn en zijn ogen snel bewegen. Hij gaat op zoek door zijn hoofdje te draaien en zijn mondje te openen, als je zijn mondhoek met je schone vinger aanraakt. Hij kan gretig op zijn handjes gaan sabbelen en met zijn lipjes gaan smakken.
Raakt het gezichtje de borst niet, dan zal de baby zijn handjes gebruiken om zich wat af te zetten om een beter zicht op de tepel te krijgen. Vervolgens zal hij met zijn handjes op zoek gaan naar de tepel. Zodra het handje de tepel gevonden heeft, gaat de baby soms eerst op het handje sabbelen om wat tot rust komen.
Te veel voeding, dit zijn de signalen
Je baby onrustig drinkt en zich vaak verslikt. Er regelmatig melk terug komt via de mond van je baby. Je baby buikkrampen heeft en veel huilt. Je baby huilt omdat hij nog wil zuigen.
Vaak gaat een overproductie gepaard met een sterke melkstroom. De baby kan veel lucht binnenkrijgen, zich verslikken en kokhalzen tijdens de voeding. Ook kan er sprake zijn van een onbalans in de lactose-vetverhouding, waardoor de baby meer last kan krijgen van krampen en waterig groene ontlasting heeft.
Hij voelt dus heel goed wanneer hij vol zit en geeft dit meestal zelf ook aan. Je kan je dit merken, doordat je baby: Je tepel loslaat. Langzamer gaat drinken, met meer of langere pauzes tussen het slikken.
Hongersignalen: • Zuigbewegingen • Tong uitsteken • Met tong over lipjes likken • Lipjes tuiten/plooien • Draaien met het hoofdje • Sabbelen op handje/vingers • Na wakker worden uitgebreid gapen • Na wakker worden schoppen met beentjes.
Houd je baby na het voeden minimaal twintig minuten rechtop. Laat je baby vaker kleine porties eten of drinken. Als je je baby flesvoeding geeft, kun je hem tijdens een voeding iedere drie minuten laten boeren.
Over-interventie door ouders: wanneer baby's in slaap vallen zijn ze vaak onrustig, hun ademhaling is snel, ze bewegen hun armen en benen soms met schokjes, maar dit is normaal, het is belangrijk om baby's zelf in slaap te laten vallen zonder interventie.
Hongerige baby
Voor hongerige baby's bestaan er flesvoedingen met toevoegingen als rijstebloem. Rijstebloem kun je ook zelf toevoegen aan een standaard flesvoeding. Dit is een vorm van bijvoeding en mag je baby vanaf 4 maanden hebben. Van rijstebloem kun je een papje maken.
Symptomen van (verborgen) reflux herkennen bij je baby
Kokhalzen. Spugen. Overstrekken (het aanspannen van de rugspieren en het achterover drukken van het hoofdje) Slechte nachtrust.
Dit gebeurt vaak weer als je baby ongeveer 6 maanden oud is. De meeste baby's slapen dan acht uur per nacht achter elkaar, bijvoorbeeld van 23.00 uur tot 7.00 uur. Over het algemeen zijn nachtvoedingen dan niet meer nodig. Vanaf ongeveer 9 maanden kan je baby van 19.00 uur tot 7.00 uur doorslapen.
Forceer je kind niet om een fles leeg te drinken. Een kind van 4 kg drinkt gemiddeld 440 à 750 ml flesvoeding per dag. Dit kan over de dag verdeeld worden volgens het ritme van je kind. Dit kunnen 8 porties zijn van 55 à 95 ml per fles of 7 porties van 60 à 110 ml per fles of 6 porties van 75 à 125 ml per fles.
Door je baby regelmatig aan te leggen, zorg je voor een goede balans tussen vraag (honger) en aanbod (borst). Ook overdag is het goed om je baby na maximaal vier uur wakker te maken voor borstvoeding.
Als een kind te snel drinkt kan er ook los johannesbroodpitmeel toegevoegd worden aan het flesje, om de voeding in te dikken. Hierdoor gaat een kind dan langzamer drinken. Je kunt ook een speen met een kleiner gaatje proberen, zodat je baby langer over z'n fles doet.
Meng de melkpoeder goed met het water door te roeren of de fles te zwenken (rustig wenden, keren). Dus niet schudden. Door het schudden komen er luchtbelletjes in de voeding en kan je baby krampjes krijgen.
Van je verloskundige of kraamverzorgende krijg je een richtlijn hoe vaak je je kind de fles moet geven. Meestal is dat ongeveer zes tot acht voedingen per 24 uur. Dit hoeft niet op vaste tijden. De meeste baby's willen vooral 's avonds wat vaker een beetje drinken.
Een voeding zou rond de 20-30 minuten moeten duren. Als je baby de fles sneller leeg heeft, kijk dan eerst nog eens kritisch naar je voedhouding. Is de houding goed, kies dan voor een speen met een kleiner gaatje. Of las om de 20 slokken een kleine pauze in.
Je kunt je baby een paar minuutjes laten huilen, in de hoop dat de baby zichzelf in slaap 'jengelt', maar als de baby na een paar minuten nog niet slaapt, ga dan naar je baby toe om hem te troosten.
Jonge baby's kunnen nog niet zelfstandig in slaap vallen, dit moeten ze nog leren. Hierdoor kunnen ze onrustig worden of gaan huilen als het slapen niet lukt. Ze hebben nog jouw hulp nodig om in slaap te vallen. Zo kan het nodig zijn om je baby in slaap te wiegen of je baby valt in slaap tijdens de voeding.
Baby's huilen de eerste drie maanden van hun leven het meest. De eerste 6 weken gemiddeld 2 tot 2,5 uur per dag. Daarna neemt het aantal uren dat baby's per dag huilen weer af. Rond de 3 maanden is de huiltijd weer 1 tot 1,5 uur per dag.